Afasie - informatie voor naasten

Afasie is een taalstoornis veroorzaakt door hersenletsel. Spreken, begrijpen, lezen of schrijven is dan ineens erg moeilijk. Dit zijn ingrijpende veranderingen in iemands leven en het leven van zijn of haar naasten. Hier leest u wat het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aardenburg  doet voor mensen met afasie, wat het is en wat u kunt doen om iemand met afasie te ondersteunen.

Oorzaken en problemen

Hersenletsel dat afasie veroorzaakt kunt u op verschillende manieren oplopen:

  • een hersenbloeding;
  • een herseninfarct;
  • een ongeluk;
  • een hersentumor.

Mensen met afasie kunnen niet zeggen wat ze willen. Afasie betekent letterlijk ‘niet spreken’. Iemand met afasie kan bijvoorbeeld moeite hebben met:

  • een gesprek voeren;
  • telefoneren;
  • berichten typen en lezen;
  • boodschappen doen;
  • een boek lezen;
  • televisie kijken.

Afasie is te vergelijken met communiceren in een land waarvan u de taal maar een beetje of helemaal niet spreekt. U begrijpt niet wat mensen vragen of hoe u moet antwoorden.

Bij iedereen anders

De ernst van de afasie hangt af van de plaats en de ernst van het hersenletsel. Afasie uit zich op verschillende manieren en iedereen ervaart afasie anders. U kunt bijvoorbeeld:

  • Woorden niet kunnen vinden
    Sommige patiënten met afasie kunnen moeite hebben om zelf goede zinnen te maken ondanks dat ze gesproken en geschreven taal goed begrijpen. Ze kunnen woorden niet vinden of kiezen verkeerde woorden zoals stoel in plaats van tafel. Soms beginnen ze opnieuw met een zin of ze vervangen woorden die ze niet kunnen vinden met ‘dinges’.
  • Snel praten met onbegrijpelijke taal
    Sommige patiënten met afasie kunnen lange zinnen maken met woorden die niets met elkaar te maken hebben. Wat ze zeggen is dan vaak niet te begrijpen. Meestal hebben ze niet door dat ze fouten maken en verbeteren ze zichzelf niet.
  • Moeite hebben met woorden uitspreken
    Sommige patiënten met afasie kunnen de juiste klanken niet vinden bij een woord. Ze zeggen bijvoorbeeld ‘gelm’ in plaats van ‘geld’. Soms doen ze dat hardop door eerst andere klanken af te gaan. Bijvoorbeeld: ‘don, dot, dok.. dokter’. Ook zijn hun zinnen meestal kort en ontbreken er vaak woorden.
  • Bijna niet kunnen praten en begrijpen
    Sommige patiënten met afasie kunnen niets zeggen of maar een paar woorden gebruiken. Bijvoorbeeld alleen ‘hallo’ en ‘ja' of 'nee’. Ze begrijpen gesproken en geschreven taal slecht. Het helpt ze vaak iets begrijpen als u gebaren maakt en dingen aanwijst.

Logopedie

Uw naaste met afasie krijgt intensieve logopedie tijdens het revalideren. U mag hierbij zijn. De logopedist brengt met testen de taalproblemen in kaart en stelt een diagnose. Ook kijkt de logopedist naar mogelijkheden en middelen om de communicatie tussen jullie te verbeteren. U krijgt informatie over de ernst en oorzaak van de afasie en hoe u hier het beste mee om kan gaan.

Communicatieadviezen

Algemene adviezen:

  • Zorg voor een rustige omgeving zonder achtergrondgeluid van bijvoorbeeld televisie of radio.
  • Houd oogcontact met uw gesprekspartner.
  • Houd een rustig spreektempo aan.
  • Geef iemand tijd om te reageren.
  • Praat op normale toonhoogte en met een normaal volume.
  • Probeer iemand te remmen bij een onbegrijpelijke woordenvloed en geef aan dat u het niet begrijpt.
  • Maak korte en concrete zinnen.
  • Schrijf belangrijke woorden op.
  • Gebruik gebaren. Wijs dingen aan en beeld ze uit. Moedig uw gesprekspartner aan om ook gebaren te gebruiken.
  • Maak een eenvoudige tekening.
  • Benadruk de belangrijke woorden in een zin.
  • Controleer of uw gesprekspartner u begrijpt. Soms zeggen ze ja, als ze eigenlijk nee bedoelen. Herhalen kan dan helpen.
  • Stel simpele vragen en vraag steeds een ding tegelijk.
  • Structureer het gesprek: vraag eerst over wie het gaat, daarna waar, wanneer en uiteindelijk wat er is gebeurd.

Bel voor vragen

Voor vragen kunt u bellen met de afdeling logopedie op telefoonnummer (0343) 59 83 44.