Speech minister van Defensie Kajsa Ollongren Luchtmachtherdenking bij het monument voor gevallen vliegers.

Uitgesproken in Soesterberg, zaterdag 4 mei 2024.

Het gesproken woord geldt.

Geachte aanwezigen, dear partners and allies, and friends from Ukraine, thank you for being here today.

We staan aan de vooravond van 80 jaar vrijheid. In een wereld die ons leert dat vrijheid nooit af is. Het is geen statisch gegeven, het is een opdracht, een missie. We denken aan de moed van onze bevrijders, dankbaar voor de offers die zij brachten. Vandaag herdenken we én realiseren we ons dat wij, met elkaar, verantwoordelijk zijn voor de vrede van morgen. Want wat voor ons, voor Nederland, de laatste oorlog was, zal ook de laatste oorlog moeten blijven.

Daarom herdenken we, hier vandaag. De verschrikking die oorlog heet. De lege stoelen; de jonge mensen die niet ouder werden. De gevolgen van uitsluiting en stigmatisering, in de vooroorlogse jaren. Alsook de mensen die opstonden om het verschil te maken.

In de nacht van 14 op 15 juli 1944, reed een trein met 60 Duitse brandstofwagens door de Franse stad Fontainebleau. Plots doorkruiste een Britse Mosquito de donkere hemel. De bommenwerper deelde in drie kwartier vele venijnige steken uit. Zijn volledige lading op de wagons. De vlammen bereikten een hoogte van meer dan 30 meter. In die bommenwerper: de 21-jarige Robbert Cohen, een joodse Nederlander.

3 jaar eerder was Robbert samen met verzetsstrijder Coen de Iongh, de Noordzee overgestoken. Ze gingen op reis in een opvouwbare kano met een zeil, met kompas, verrekijker, wat eten, water. Én een kaartje van Robberts jongere broertje Ernst, waarop stond: “Houdt je taai!!!!” Coen en Robbert bereikten in hun gammele kano na 50 uur de kust van Engeland.

Als reserve tweede luitenant-vlieger, startte Robbert bij 613 Squadron. En als enige Nederlander was hij betrokken bij de aanval op het Centraal Bevolkingsregister in huize Kleykamp te Den Haag. Een zeer risicovolle operatie die indruk maakte.

Zijn broertje zou trots op hem zijn geweest – hij hield zich meer dan taai. In augustus 1944 begon Robbert aan zijn laatste gevechtsvlucht vóór een verplichte rustperiode. Hij heeft al 15 operationele vluchten en 126 vlieguren op zijn naam staan en meer dan 22.000 kilo aan bommen afgeworpen. Boven Frankrijk haalde de Duitse luchtafweer zijn vliegtuig neer. Robbert Simon Cohen werd niet ouder dan 22 jaar. Zijn vader, moeder en broertje hebben nooit afscheid van hem kunnen nemen. Zij zijn vermoord in concentratiekampen.

Maar wij zorgen ervoor dat Robberts verhaal niet sneuvelt in de tijd. We herdenken Robbert, en alle mannen en vrouwen die niet ouder werden; die we alleen kennen van zwart wit-foto’s. Telkens opnieuw kleuren we met elkaar die foto’s in, door ons hen te herinneren, door hun verhalen te vertellen.

Robbert werd door vrienden beschreven als rustig en bescheiden. Als Engelandvaarder en vlieger vloog hij recht op zijn doel af. Hij vocht voor vrijheid. En daarmee voor de toekomst van Nederland, van Europa.

Zoals de Oekraïense militairen dat nu ook doen. Ze vechten voor vrijheid, tegen een land dat 28 keer zo groot is. Militairen, maar ook leraren, advocaten en boswachters. Gewone mensen in buitengewone omstandigheden. Vechtend voor hun vrijheid. En voor de toekomst van Europa, van Nederland.

Dagelijks worden Oekraïense steden aangevallen door Russische drones en raketten. Die huizen, scholen, ziekenhuizen, dromen en levens vernielen. De roep om een sterke luchtverdediging is luider dan ooit. Die is onmisbaar voor het beschermen van de bevolking en voor het winnen van de strijd op de grond. Alleen met voldoende capaciteiten om de vijandelijke luchtaanvallen uit te schakelen kan de eigen troepen de nodige luchtsteun worden geboden. Alleen met een effectief luchtwapen kan de vijand in de diepte worden aangevallen en teruggedreven. En met voldoende jachtvliegtuigen kan de vijand uit het luchtdomein worden geweerd.

Zoals de Amerikaanse Generaal Frank Gorenc, Commander NATO Allied Air Command zei: “Airpower is like oxygen. When you have enough, you don’t think about it. If you don’t have it, it’s all you can think about”.

Ik herken deze woorden, telkens als ik in Oekraïne ben en met de Oekraïense militairen en hun leiders spreek. Zonder onze steun komen de Oekraïners in ademnood. En komt de benauwende bezetting van Rusland dichterbij. Want Oekraïne zal dan niet het laatste, maar het eerste land zijn dat dit ondergaat.

Ik ben trots op het werk van militairen en burgermedewerkers bij Defensie die zich inzetten voor de vrijheidsstrijd van Oekraïners. En ik zie dat onze Koninklijke Luchtmacht keihard werkt om zo snel mogelijk de droom van de omgekomen Oekraïense MiG-vlieger ‘Juice’ waar te maken: in onze F-16’s vliegen om de strijd voor vrijheid voort te kunnen zetten. Want een modern luchtwapen heeft een enorme impact, en de ontwikkelingen in het luchtdomein gaan razendsnel. 80 jaar geleden vloog Robbert Cohen in een toestel dat grotendeels uit hout bestond. En in deze eeuw vliegt onze luchtmacht in de hoogtechnologische F-35, en voert NATO Air Policing-taken uit. Vanuit Leeuwarden wordt gevlogen met de verkenningsvliegtuigen MQ-9’s; die stijgen op vanuit Roemenië om bij te dragen aan NATO Air Shielding. En onze gemoderniseerde Chinook transporthelikopters zijn begonnen aan hun NAVO-missie in Irak. De Koninklijke Luchtmacht staat nooit stil.

De wereld waarin wij leven is niet veiliger geworden. Het beschermen van vrijheid is de opdracht die wij hebben gekregen van allen die daarvoor het leven hebben gegeven. Defensie voert die opdracht uit, maar doet dat niet alleen. Reservisten draaien volwaardig mee, jongeren melden zich in groten getale voor het dienjaar. In onze samenleving groeit het besef dat vrijheid een opdracht is voor iedereen. Met en zonder uniform.

Geachte aanwezigen,

In onze opmaat naar 80 jaar vrijheid staan we stil bij de mensen die op de meest donkere momenten van onze geschiedenis de hoop bleven voeden. “Kijk hoe slechts een kaars de duisternis zowel kan trotseren als definiëren” schreef Anne Frank.
Het is onze plicht om de duisternis te blijven trotseren. Het licht van jonge mensen zoals Anne, Robbert en ‘Juice’, dat is gedoofd. Het is aan ons om telkens opnieuw niet alleen de duisternis te definiëren, maar ook te trotseren. En zo de hoop op langdurige vrijheid te voeden.

Vandaag herdenken wij de collega’s die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. En voeren we hun nagelaten opdracht uit: het beschermen van onze vrijheid. Met de woorden van Robberts broertje: we houden ons taai!

Dank u wel.