Staatssecretaris: ‘Amerika en EU moeten ruimhartiger kennis delen’
De Russische aanval op Oekraïne was een ruwe wake-up-call. Het maakte duidelijk wat er goed gaat binnen de NAVO en de EU, maar zeker ook wat niet. “Het principe van onze collectieve verdediging en solidariteit heeft deze stresstest met glans doorstaan.” Dat zei staatssecretaris Christophe van der Maat gisteren tijdens NL-US Defense and Space Industry Days in Washington. “Maar het is ook essentieel dat we de tekortkomingen aanpakken, die aan het licht zijn gekomen. Europa moet echt zijn eigen broek ophouden.”
Van der Maat was deze week in de Verenigde Staten om met overheid en industrie te praten over materieelsamenwerking. Eén van de tekortkomingen waar hij op doelde, is dat Europa te weinig militair en industrieel voortzettingsvermogen heeft. “We zijn bijvoorbeeld te afhankelijk van anderen voor de productie van kapitale munitie, zoals Patriot-raketten of geleide Excalibur-granaten voor de Pantserhouwitser. Europa moet dus zelfredzamer worden. Maar daarvoor hebben we wel de hulp van de Verenigde Staten nodig. Met name om bepaalde middelen in licentie te kunnen produceren.”
Snelheid
Daarnaast sprak Van der Maat over het belang van snelheid. “Als er nu geen snelheid gemaakt wordt, lopen we als Europa onoverbrugbare achterstanden op. Dat vraagt ook van de industrie dat ze de onderlinge barrières in de security supply chain overwint.” Hier ligt een gezamenlijke rol voor de overheid en de industrie, stelde de staatssecretaris. Hij gaat zich hier vol voor inzetten.
Ook op het gebied van innovatie moet Europa sterker en zelfredzamer worden. Van der Maat: “Daar investeren we dan ook fors in. Voor zowel productievermogen als innovatiekracht geldt dat als Europa sterker wordt, Amerika hier ook van profiteert. Op het wereldtoneel maak je meer indruk met een sterke medespeler aan je zijde.”
De staatssecretaris wees zijn publiek op het feit dat in Oekraïne, naast de moraal van mensen die vechten voor dezelfde waarden als de onze, technologie het verschil maakt. “Landen en bedrijven binnen Europa, maar ook tussen Europa en de Verenigde Staten moeten ervan doordrongen raken dat we in de 1e plaats strategische bondgenoten zijn. Alleen door het potentieel van onze gebundelde innovatiekracht te benutten, maken we bijvoorbeeld een kans om onze achterstand op het gebied van artificial intelligence op China in te lopen. Daarom moeten landen hun middelen en markten beter op elkaar afstemmen en ruimhartiger kennis, technologie en producten met elkaar delen.”
Nederland heeft daarbij veel te bieden, zei de staatssecretaris. “Wij zijn dankzij onze ligging en als varende handelsnatie volledig gericht op internationale samenwerking. Daardoor hebben we van oudsher ook een sterke en innovatieve maritieme sector. Maar de Nederlandse industrie vervult inmiddels ook een sleutelrol binnen verschillende niches in de lucht- en ruimtevaartsector.”