Nederlandse militairen experimenteren met neerschieten drones
Aanvallen door drones zijn actueler dan ooit. De oorlog in Oekraïne toont dat eens te meer aan. De bestrijding van de onbemande vliegtuigjes levert alleen nog de nodige vragen op. Nederlandse militairen experimenteerden de afgelopen dagen in Duitsland daarom met het neerhalen van drones. Zij gebruikten verschillende wapens en deden dit vanuit verschillende posities.
Speciaal voor het experiment waren oefendrones met een 3D-printer gemaakt. De militairen konden bepalen hoe zij de vliegtuigjes aan gingen pakken. Duidelijke communicatie vooraf was hierbij van belang.
Recept voor succes bleek om de drone gezamenlijk aan te pakken. Gemiddeld werd op de schietbaan in Bergen-Hohne een oefendrone binnen 30 seconden uitgeschakeld. Of nou werd geschoten met het standaardgeweer Colt, de machinegeweren Minimi en MAG of met voertuigbewapening.
Complex gevechtsveld
Het was de eerste keer dat Nederlandse militairen op deze manier experimenteerden met het neerhalen van drones. Het gaat zeker niet de laatste keer zijn, zei brigadegeneraal Maurice Timmermans. “Ons huidige en toekomstige gevechtsveld is complex. De dreiging vanuit de lucht is toegenomen, dat zien we bijvoorbeeld in Oekraïne. In onze gereedstelling moeten we luchtdreigingen vaker simuleren en onze reactie daarop oefenen.”
Voor de militairen was het een welkome oefening, zegt een van hen. “Het viel me op hoe effectief onze eigen wapens zijn. De drones zijn klein en het is lastig afstanden in te schatten. Toch lukte het de drone snel uit te schakelen. Het is iets nieuws. Goed om dit te beoefenen.”