Kabinet reageert op onderzoek onafhankelijkheidsoorlog Indonesië
“De hoofd- en eindverantwoordelijkheid voor het Nederlandse optreden en het extreme geweld (in voormalig Nederlands-Indië) lag bij de toenmalige gezagsdragers: de Nederlandse regering, het parlement, de krijgsmacht als instituut en de justitiële autoriteiten.” Dat stelt het kabinet vandaag in een tweede en uitgebreidere reactie op het onderzoek ‘Onafhankelijkheid, Dekolonisatie, Geweld en Oorlog in Indonesië, 1945-1950’.
In het onderzoek wordt ingegaan op zaken uit het maatschappelijk debat na de presentatie van het onderzoek op 17 februari van dit jaar. Dit is de afgelopen jaren gedaan door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
Het kabinet geeft in deze reactie nogmaals aan de hoofdconclusies te onderschrijven. Eén van de conclusies is dat de Nederlandse regering en militaire leiding doelbewust extreem geweld tolereerden van Nederlandse militairen in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Het kabinet neemt nadrukkelijk de verantwoordelijkheid op zich voor dit optreden.
Waardering veteranen
Het kabinet staat in zijn reactie ook stil bij de Indië-veteranen. Bij het uitkomen van het onderzoek eerder dit jaar waren er al excuses van minister-president Mark Rutte voor iedereen die met de gevolgen van de koloniale oorlog heeft moeten leven. Dat excuus betrof ook de veteranen die zich destijds als goed militair hebben gedragen. Het kabinet onderstreept in deze reactie opnieuw de waardering voor de offers en inzet van individuele veteranen.
Het kabinet geeft aan dat Nederlandse militairen destijds slecht voorbereid op een onmogelijke missie werden gestuurd. Zij deden hun plicht zo goed en zo kwaad als dat ging. Vervolgens kregen ze terug in Nederland te maken met een gebrek aan zorg en erkenning.
Om haar waardering naar de veteranen nogmaals te onderstrepen stuurde minister Kajsa Ollongren alle veteranen afgelopen week een brief. Hierin schreef zij onder meer: “U werd destijds als militair in opdracht van Nederland uitgezonden om daar uw taken te verrichten onder moeilijke omstandigheden en met gevaar voor eigen leven. Uw land deed een beroep op u en u stond er. Dat verdient waardering en respect.”
Belangrijk signaal
Met de excuses wil het kabinet een belangrijk signaal afgeven aan zowel de betrokken veteranen en hun thuisfront, als aan alle militairen en veteranen die sinds 1945 zijn uitgezonden. Zij kunnen rekenen op steun van het kabinet en de volksvertegenwoordiging. Zij worden tenslotte in hun opdracht uitgezonden, vaak met gevaar voor eigen leven.
Het kabinet sprak op 17 februari al de hoop uit dat dit onderzoek niet het eindpunt is in de discussie over het koloniale verleden. Het moet een volgende stap zijn in de gezamenlijke verwerking ervan. Ruim 10 maanden later blijkt dat de onderzoeksuitkomsten en de eerste kabinetsreactie hebben geleid tot een indringende discussie. Daarbij bleek opnieuw hoeveel verschillende visies, belevingen en ervaringen er van deze periode naast elkaar bestaan. Deze verdienen het allemaal om te worden gehoord.