Specialisme moet basis vormen voor een sterk en veilig Europa
Europa heeft sterkere defensiecapaciteiten nodig voor de eigen veiligheid. Specialisatie kan daaraan bijdragen. In de Defensienota 2022 zijn deze voornemens voor de Nederlandse krijgsmacht al aangestipt. Minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat stuurden de inmiddels uitgewerkte ideeën vandaag naar de Kamer.
Nederland versterkt de krijgsmacht op gebieden waar deze goed in is: inlichtingen, cyber, special operations forces, geïntegreerde lucht- en raketverdediging en precisieaanvallen in vijandelijk gebied. Hiermee draagt Nederland bovendien bij aan de Europese defensiecapaciteit. Aan de genoemde specialismen is nu binnen Europa een tekort. Verder wordt de landmacht versterkt met de noodzakelijke gevechtsondersteuning en vuurkracht.
Volgens de bewindslieden draait het binnen Europa op de eerste plaats om verdere samenwerking, bijvoorbeeld op het vlak van interoperabiliteit en standaardisatie. Nu verschillen de krijgsmachten nog veel van elkaar. Het roer kan om door gezamenlijk capaciteiten te ontwikkelen en materieel te verwerven, maar ook door gezamenlijke opleidingen, onderhoud en ondersteuning. Denk bijvoorbeeld aan één type gevechtsvoertuig met dezelfde communicatiemiddelen. Dat is hard nodig als legers goed samen willen kunnen werken.
Verdelen
Wat capaciteiten betreft die Europa als geheel te weinig heeft, pleiten Ollongren en Van der Maat ervoor die te verdelen. Denk aan lucht- en raketverdediging, precisie-aanvalscapaciteit en middelen om te verdedigen tegen cyberaanvallen. Deze taken met bijbehorende capaciteit moeten aan een bepaald land, of meerdere worden toegewezen. Uiteraard in overleg.