Verenigd Koninkrijk en Nederland onderzoeken samenwerking bij aankoop nieuw type marineschip
Nederland en het Verenigd Koninkrijk onderzoeken het komende jaar de mogelijkheid om samen te werken bij de aanschaf van nieuwe marineschepen. Daarvoor ondertekenden minister Kajsa Ollongren en haar Britse collega James Cartlidge vandaag een verklaring. Beide landen willen in het volgende decennium een aantal schepen vervangen door een nieuw type.
Het gaat voor Nederland om één scheepsklasse waarvoor beide amfibische transportschepen en de 4 patrouilleschepen plaats moeten maken. De nieuwe schepen moeten rond 2035 in gebruik worden genomen.
Het betekent dat de amfibische transportschepen Zr.Ms. Johan de Witt en Zr.Ms. Rotterdam uit de inventaris verdwijnen. Tegen die tijd gaan ze dan alweer meer dan 30 jaar mee en zijn aan het einde van hun levensduur. Verder wil Defensie op termijn Zijner Majesteits schepen Holland, Friesland, Zeeland en Groningen vervangen.
Dreigingen en ontwikkelingen
De overgang naar de beoogde amfibische schepen is afgestemd op nieuwe dreigingen en ontwikkelingen. Dat geldt voor zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk.
Van een eventuele samenwerking profiteert zeker de United Kingdom/Netherlands Amphibious Force. Deze amfibische strijdmacht wordt al 50 jaar gevormd door Britse en Nederlandse mariniers. Beide ministers legden vandaag vast dat die samenwerking ook de komende jaren een vervolg krijgt.
Cartlidge en Ollongren plaatsten hun handtekeningen onder beide verklaringen aan boord van het Britse amfibische transportschip HMS Albion. Dit ligt vanwege de Marinedagen in de haven van Den Helder.