Rapport: niet gestuit op misstanden bij COID, Defensie neemt aanbevelingen over
De commissie die meldingen van vermoedens van misstanden binnen de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) heeft onderzocht, constateert dat er geen sprake is van integriteitsschendingen of misstanden. De commissie ziet wel verschillende verbeterpunten, onder andere op het gebied van professionaliteit van onderzoek, sociale veiligheid en archivering. De aanbevelingen om dit te verbeteren worden door Defensie onderschreven en opgevolgd.
De COID is binnen Defensie belast met advisering en voorlichting over integriteitsbeleid. Daarnaast doet de COID onderzoek naar integriteitsmeldingen en meldingen van vermoedens van misstanden. In mei 2022 maakten 2 medewerkers van de COID melding bij de secretaris-generaal van mogelijke niet-integere en sociaal onveilige gedragingen bij de afdeling onderzoek van de COID. Defensie heeft deze medewerkers aangemerkt als melder van een vermoeden van een misstand (klokkenluider) en heeft een onafhankelijke commissie opdracht gegeven om de meldingen te onderzoeken.
Die onderzoekscommissie is niet gestuit op integriteitsschendingen of misstanden. Wel ziet zij factoren die bijdroegen aan de ervaren sociale (on)veiligheid. Deze hadden onder andere invloed op de professionaliteit van de werkwijze binnen de afdeling onderzoek van de COID. De commissie stelt vast dat de meldingen en het onderzoek een negatieve impact hebben gehad op de COID. Wel ziet zij ook een positieve ontwikkeling. De melding heeft volgens de commissie bijgedragen aan bewustwording. Er wordt gewerkt aan een gezonder werkklimaat en de professionaliteit van onderzoek wordt verder ontwikkeld. De commissie concludeert dat de COID het afgelopen najaar een omslagpunt heeft bereikt en zich heeft herpakt.
Staatssecretaris Christophe van der Maat betreurt de constateringen van de commissie. “Ik hecht er grote waarde aan dat Defensie voor iedereen een sociaal veilige en integere werkomgeving biedt. Dat zou bij uitstek moeten gelden voor de COID.” Tegelijkertijd is de staatssecretaris blij dat de commissie ziet dat de COID nu op de goede weg is.
Aanbevelingen en acties
De onderzoekscommissie doet 11 aanbevelingen. Deze worden door Defensie onderschreven en opgevolgd. De commissie schets dat de professionele attitude bij de afdeling onderzoek moet worden verbeterd. Er was te weinig ruimte voor reflectie, tegenspraak en een constructieve en open dialoog. Ook ontbrak het aan structuur en sturing. De professionele kaders, procedures en protocollen moeten worden verduidelijkt. Aanbevolen wordt om zorgvuldiger om te gaan met de archivering van onderzoeksgegevens.
Wat betreft het meldproces adviseert de commissie dat signalen over vermoedens van integriteitsschendingen of misstanden door de leiding vanaf het eerste moment serieus worden genomen. Verder adviseert de commissie om een zorgvuldig afwegingsproces te ontwikkelen voor het al dan niet aanmerken van melders als klokkenluider. De commissie stelt vast dat hoge eisen worden gesteld aan het leiderschap van de COID en beveelt daarom aan om de managementprofielen aan te scherpen.
Stappen gezet
Op het gebied van professionalisering en werkwijze zijn door de COID al stappen gezet. Het managementteam speelt daarbij een cruciale rol. Zo stimuleert het management een open klimaat waar collega’s inzichten met elkaar delen en is de samenwerking tussen teams en afdelingen versterkt. Er komt personele capaciteit om toe te zien dat de aanbevelingen worden doorgevoerd. Ook actualiseert Defensie het afwegingskader klokkenluidersstatus, waarbij de Wet bescherming klokkenluiders het uitgangspunt blijft. Daarnaast worden interne procedures en werkwijzen verbeterd, bijvoorbeeld wat betreft de opslag van gegevens.
De staatssecretaris dankt de commissie voor haar onderzoek en aanbevelingen. “Met deze maatregelen verwacht ik dat de COID voort kan gaan op de ingeslagen koers en deze periode kan afsluiten.”