CDS spreekt blijvende steun voor Oekraïne uit: “Zij voeren ook onze oorlog”
Commandant der Strijdkrachten (CDS) generaal Onno Eichelsheim zag deze week tijdens een bezoek aan Oekraïne met eigen ogen waarom het belangrijk is om het land te blijven steunen. Bovendien hoorde hij uit eerste hand wat de oorlog op dit moment voor impact heeft. Hij sprak met zijn collega-CDS Valerii Zaluzhnyi, de commandant van de Oekraïense luchtmacht en vele andere Oekraïense militairen.
De Oekraïners zien de Nederlandse steun als essentieel. De dankbaarheid is er nog altijd groot, kreeg de CDS te horen. Tijdens het bezoek werd het belang van de steun nog eens onderstreept. Zo schakelde een van de Patriot-systemen Russische raketten uit tijdens een raketaanval op Kyiv. Toen Eichelsheim later met de militairen sprak die dit systeem bedienden, vertelden ze vol trots dat een door Nederland geleverde lanceerinrichting hieraan had bijgedragen.
Hoewel de dankbaarheid voor de Nederlandse leveringen groot is, gaf iedereen die de CDS sprak aan dat er nog veel meer nodig is. Denk hierbij vooral aan munitie, luchtverdedigingssystemen, ontmijningsapparatuur, drones en raketten. Het hoofd van de Taskforce Oekraïne kon de Oekraïense collega’s vertellen wat Nederland komend jaar in elk geval gaat leveren.
“De Russische Federatie heeft zijn wapenindustrie flink verhoogd,” zei Eichelsheim daarover. “Wij moeten dit in onze landen ook veel meer doen, om Oekraïne te kunnen blijven steunen en tegelijkertijd onze eigen krijgsmachten verder op te bouwen.”
Van elkaar leren
De generaal noemde de manier waarop Oekraïne steeds nieuwe, innovatieve manieren vindt om de spullen die zij hebben in te zetten heel indrukwekkend. Hij stelde dat Nederland hier veel van kan leren. Niet alleen over alternatieve manieren van het inzetten van militaire middelen, maar ook over hoe het Nederlandse materieel het doet in een oorlog.
Er zijn tijdens het bezoek dan ook afspraken gemaakt hoe beide landen deze geleerde lessen en innovaties met elkaar gaan uitwisselen. Op technisch gebied, als het gaat over de wapensystemen, maar ook op tactisch, operationeel en strategisch gebied als het gaat over hoe oorlog te voeren. Dat vraagt ook om betrokkenheid van de Nederlandse industrie. Deze uitwisseling van kennis moet eraan bijdragen dat Oekraïne nog sneller haar optreden in de oorlog kan innoveren, om zo succesvol te blijven.
“Een ding is nog duidelijker geworden tijdens dit bezoek”, zei Eichelsheim. “Poetin gaat niet stoppen, dus wij moeten Oekraïne blijven steunen. Zij voeren immers ook onze oorlog.”