Onderzoek naar geheime defensieorganisatie moet nabestaanden meer duidelijkheid geven
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) gaat een historisch onderzoek uitvoeren naar de geheime Stay Behind-organisatie van Defensie. De leden hadden tot 1992 de taak om bij een vijandelijke invasie van Nederland verzetsactiviteiten uit te voeren. Nabestaanden krijgen door het onderzoek meer duidelijkheid over werkzaamheden van Stay Behind-medewerkers. Dat staat in een gezamenlijke brief van het ministerie van Algemene Zaken en het ministerie van Defensie aan de Tweede Kamer.
De Stay Behind-organisatie was tussen 1946 en 1992 actief. De leden werden getraind om bij een invasie van Nederland ondergronds verzet uit te voeren. Tot op de dag van vandaag hebben ze een strikte geheimhoudingsplicht.
Hun werk bracht veel spanningen met zich mee, ook voor familieleden. De kinderen en kleinkinderen van oud-medewerkers hebben zich verenigd in het Werkverband Stay Behind. Zij willen meer informatie over de rol van hun (groot)ouders.
Geheimhoudingsplicht
Het historisch onderzoek naar de Stay Behind-organisatie duurt 3 jaar ( het NIMH heeft in 2023 al een verkennend onderzoek verricht). De NIMH-onderzoekers krijgen toegang tot archieven met geheime informatie. Ook nemen ze interviews af met betrokkenen.
Deze oud-medewerkers hoeven zich tijdens de interviews niet aan hun geheimhoudingsplicht te houden. Na het onderzoek geldt deze plicht wel weer.
Mensen die aanwijzingen hebben dat hun familieleden betrokken waren bij Stay Behind-organisatie, mogen tijdens de duur van het onderzoek contact opnemen met de onderzoekers. Het NIMH benadrukt wel dat de identiteit van oud-medewerkers zeker niet in alle gevallen kan worden vastgesteld.
De conclusies van het onderzoek worden uiteindelijk gepubliceerd in een wetenschappelijke paper.