NAVO zet volgende stap naar versterking afschrikking
Nederland en de NAVO-bondgenoten zijn vastberaden om Oekraïne te blijven steunen. Met zoveel als nodig is, en zo lang als nodig is, om Rusland te verslaan. Tegelijkertijd is de NAVO in 30 jaar tijd nog nooit zo eensgezind geweest als nu. Structurele extra investeringen en meer samenwerking blijven de komende jaren nodig om het bondgenootschap te versterken. Dat zei minister Kajsa Ollongren gisteren bij de bijeenkomst van NAVO-ministers van Defensie in Brussel.
Tijdens de NAVO-top in Vilnius van 2023 maakten de bondgenoten principe-afspraken om Oekraïne te steunen en het bondgenootschap verder te versterken nu de Russische dreiging fors is toegenomen. De NAVO-ministers van Defensie vulden vandaag enkele van die afspraken verder in. Zo gaat Nederland met onder andere het Verenigd Koninkrijk, Letland en Oekraïne samenwerken in een nieuwe dronecoalitie. Deze coalitie moet er voor zorgen dat Oekraïne één stap voor blijft op Rusland qua dronetechnologie op het slagveld.
Daarnaast tekende de minister met 13 andere collega’s – waaronder de Verenigde Staten en Duitsland – een overeenkomst voor een nieuwe luchtverdedigingscoalitie. Doel is om Oekraïne te voorzien van een sterke en moderne luchtverdediging.
Beide coalities helpen Oekraïne weerstand te blijven bieden tegen de Russische agressie op korte en op lange termijn. En tegelijkertijd het land te helpen ook een moderne en effectieve krijgsmacht op te bouwen. Doel is dat Oekraïne in de toekomst in staat zal zijn toekomstige dreigingen geloofwaardig af te schrikken.
Versterking NAVO
Tijdens de vergadering van NAVO-defensieministers werden ook volgende stappen gezet om het bondgenootschap te versterken. Zo ondertekende Nederland 2 intentieverklaringen voor multinationale vraagbundeling van munitie en raketten. De betrokken partners werken binnen dit initiatief samen met de industrie om sneller meer munitie en raketten te kopen. Deze voorstellen worden nu verder uitgewerkt.
Eén van de bespreekpunten was hoe met de industrie samen te werken aan een snelle versterking van de capaciteiten van de NAVO op korte- en middellange termijn. De minister benadrukte daarbij het belang van samenwerking en coördinatie met de EU, een binnen de NAVO breed gedragen voorstel. Een voorbeeld hiervan is de productie van Amerikaanse Patriot anti-luchtdoelraketten in Europa. Dit is mogelijk omdat Duitsland, Nederland, Roemenië en Spanje hun behoefte bundelen en gezamenlijk 1.000 raketten gaan afnemen die onder licentie worden geproduceerd.
2% norm
Onderdeel van het toekomstbestendig maken van de NAVO is de afspraak dat alle bondgenoten minimaal 2% van het bruto binnenland product (bbp) besteden aan Defensie. De zogenaamde ‘Defence Investment Pledge’. Tijdens de bijeenkomst werd de forse verhoging van alle bondgenoten gezamenlijk besproken. Nederland investeert dit jaar 1,95% van het bbp in Defensie. Om ook na 2025 op 2% uit te komen is structureel € 2 miljard extra nodig.
Zweden
De Zweedse minister van Defensie was als gast aanwezig in Brussel. Ollongren sprak zich uit voor een spoedige toetreding van Zweden tot het NAVO-bondgenootschap. Nu ook Turkije de toetreding formeel heeft goedgekeurd, wordt de volledige ratificatieprocedure wat de minister betreft zo snel mogelijk afgerond. Toetreding van Zweden maakt het bondgenootschap sterker, en Europa veiliger.
Samenwerkingen
En marge van de NAVO bijeenkomst werd ook het strategische partnerschap en militaire samenwerking met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk herbevestigd. De minister ondertekende daartoe een intentieverklaring met de Franse minister van Defensie Sébastian Lecornu, met uitbreiding van onder andere cybersecurity.
Met haar Britse collega Grant Shapps tekende minister Ollongren het hernieuwde Joint Vision Statement. Nederland heeft met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk een lange geschiedenis waar het gaat om defensiesamenwerking. In beide overeenkomsten staan concrete ambities en doelen om deze samenwerking in de komende jaren verder te versterken op strategisch, operationeel en tactisch niveau en daarmee bij te dragen aan de trans-Atlantische en Europese veiligheid.