Defensie werkt aan versterking van de krijgsmacht

Defensie blijft werken aan het versterken van de krijgsmacht. Het kabinet heeft daar vorig jaar extra middelen voor uitgetrokken. Vandaag legt het ministerie verantwoording af over de financiën en het gevoerde beleid over 2023.

Het kabinet heeft afgelopen jaar flink geïnvesteerd in personeel, materieel en munitie. Vorig jaar gaf de regering €15,3 miljard uit aan Defensie. Dat is €2,4 miljard meer dan in 2022. Ook ging het ministerie voor een recordbedrag van €8,9 miljard verplichtingen aan vanuit het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Daarnaast startte de organisatie 19 nieuwe projecten met een financiële omvang van meer dan €50 miljoen. 

Nederland zet flinke stappen richting de 2%-norm. Afgelopen jaar gaf Nederland nog 1,5% van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan Defensie. Ondanks een krappe defensiemarkt lukt het de organisatie om budgettair in korte tijd snel te groeien. Zo gaf Nederland in 2022 nog 1,38% van het bbp uit aan Defensie en is de verwachting dat we in 2024 zijn gegroeid naar 1,95%. Dit toont niet alleen de ambitie van het ministerie, maar ook het vermogen om zich aan te passen en te groeien. 

Belangen beschermen

De veiligheid in de wereld verslechtert en de dreigingen voor Nederland en Europa nemen toe. De oorlog in Oekraïne duurt voort. Sinds het najaar is daar het conflict tussen Israël en Hamas bijgekomen. Dit evenals de aanvallen van de Houthi’s op de scheepvaart in de Rode Zee. In deze situatie moeten Nederland en Europa beter in staat te zijn hun eigen belangen te beschermen. 

Ook vorig jaar is Defensie ingezet in verschillende missies. In Europa levert de krijgsmacht nog altijd honderden militairen voor met name de European Union Force Althea in Bosnië en voor de enhanced Forward Presence in Litouwen. Daarnaast zijn er voor de NAVO-missie ook in Irak militairen gestationeerd. Defensie ondersteunt in eigen land civiele autoriteiten, bijvoorbeeld bij de opvang van ontheemden uit Oekraïne en asielzoekers of met de inzet van helikopters om branden te blussen. Dit laatste soms ook in het buitenland.

Steun aan Oekraïne

Nederland heeft zich vorig jaar doorlopend ingezet voor Oekraïne. De waarde van de militaire steun bedroeg op 4 december 2023 1,6 miljard euro. Defensie leverde een bijdrage aan het trainen van Oekraïense militairen. Het gaat om z’n 26.000 rekruten via operatie Interflex en daarnaast ongeveer 1.000 mariniers in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast leverde de organisatie een bijdrage aan het opleiden van meer dan 32.000 militairen via de EU Militaire Assistentie Missie (EUMAM). 

Meer dan 8.000 nieuwe medewerkers

Een belangrijke opgave is het verbeteren van de operationele gereedheid en inzetbaarheid. Defensie heeft in 2023 meer dan 8.000 nieuwe mensen aangenomen, waaronder de eerste lichting dienjaarmilitairen. Er zijn nu bijna 70.000 mensen werkzaam voor Defensie: militairen, inclusief reservisten en burgerpersoneel. Er zijn meerdere maatregelen in gang gezet om te zorgen dat de organisatie een aantrekkelijke werkgever blijft. Ook is er een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord gesloten voor 2024.

Meer projecten voor materieel, IT en vastgoed

De afgelopen jaren zijn er meer contracten gesloten. De projecten leiden er onder meer toe dat diverse soorten bewapening worden verbeterd en uitgebreid. F-35’s en fregatten kunnen daarmee in de toekomst doelen op langere afstand en met meer precisie bereiken. Met het updaten van bestaande wapensystemen, zoals het CV90-gevechtsvoertuig en de Apache-gevechtshelikopter, wordt de gevechtskracht vergroot. Daarnaast gaat de organisatie de inzetvoorraden munitie verder aanvullen. Voor deze nieuwe capaciteiten en middelen zorgt Defensie voor vastgoed en IT-systemen die aansluiten bij de nieuwe behoeften.
 

Samenwerking met industrie en bondgenoten

De veranderde veiligheidssituatie vereist intensievere samenwerking, onder meer met kennisinstituten en het bedrijfsleven. Daarnaast blijft internationale samenwerking met Europese, NAVO en andere partners van groot belang. Dit niet alleen vanwege de steun aan Oekraïne. Ook op het gebied van verwerving, gebruik, gereedstelling en instandhouding trekt Defensie steeds meer op met haar bondgenoten. Bijvoorbeeld om zo te komen tot Europese vraagbundeling. Zo wordt in Duitsland een Patriot-productielijn opgezet. Naast Duitsland en Nederland nemen Spanje en Roemenië deel aan het Patriotproject. Ook heeft de Europese Unie (EU) een initiatief gelanceerd om munitieproductie gezamenlijk te verhogen. 

Door samen te werken met de Nederlandse defensie-industrie ontstaan mogelijkheden om de Europese strategische autonomie te vergroten. Zo hebben Thales Nederland en de landmacht de Multi Missie Radar op maat gemaakt voor het militair landoptreden. Na Nederland bestelden ook Noorwegen, Denemarken en Litouwen deze radar. Die landen werken nu samen in een zogeheten usergroup. 

Voor de nationale samenwerking is het vooral van belang om het veiligheidsbewustzijn in de samenleving te vergroten. Zodat die net als de krijgsmacht voorbereid is op de mogelijkheid van een grootschalig conflict op NAVO grondgebied.