Verwerken van grond van geborgen Duits vliegtuigwrak stilgelegd
Tijdens de berging van een Duits vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog in Noordoost-Friesland is geconstateerd dat de opgegraven grond vervuild is. Het gaat om benzeen van nog aanwezige vliegtuigbrandstof. Daarom is gisteren besloten het werk voorlopig stil te leggen op de verwerkingslocatie in Holwert. Hier wordt afgegraven grond minutieus afgezocht op eventuele stoffelijke resten. De berging van het Duitse wrak is overigens wel afgerond.
Defensie begon 29 juli met civiele partners met de berging van 2 vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een Duits en een Brits toestel. Vooraf was al bekend dat er een concentratie benzeen in de grond zit in de buurt van Hallum, de plek van het Duitse vliegtuigwrak. Deze berging gebeurde daarom onder saneringsomstandigheden, zodat er geen medewerkers de put in hoefden.
Na het ontgraven en vervoer van de opgegraven grond bleek op het verwerkingsterrein in Holwert de vervuiling groter dan gedacht. Er is geprobeerd om de ontluchting te verbeteren. Tijdens het zeven bleek de afzuiging van de dampen echter niet naar behoren te werken.
Een CBRN (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair)-responseenheid voert nu metingen uit. Daarna wordt bepaald op welke manier de opgegraven grond alsnog verwerkt kan worden.
Brits wrak
Op het verwerkingsterrein in Holwert ligt inmiddels ook bovengrond uit het gebied in Holwert waar het tweede vliegtuigwrak ligt, de Vickers Wellington HE346 van de Royal Air Force. Deze grond is wel schoon en wordt vanaf vandaag gezeefd.