Bij 102 dienjaarmilitairen zit Defensie in het DNA
Bijna driekwart van de eerste lichting dienjaarmilitairen kiest ervoor bij Defensie te blijven. Het merendeel doet dat als voltijdsmilitair. De rest gaat als reservist aan de slag, een enkeling als burgermedewerker. In totaal gaat het om 102 nieuwe defensiemedewerkers.
De laatste militairen van het eerste Dienjaar krijgen deze ochtend hun certificaat. Het gaat om 10 personen die bij de luchtmacht werkten. De jongeren die bij de landmacht, marine en marechaussee aan de slag waren, kregen hun papiertje al eerder.
In september begonnen 136 mannen en vrouwen aan het eerste Dienjaar. Doel was Defensie aantrekkelijk te maken voor een bredere doelgroep en hen een jaar als militair bij te laten dragen. Dat kon bijvoorbeeld tijdens een tussenjaar, na de middelbare school of vervolgopleiding.
Meeste bij landmacht
Het gros trad aan bij de landmacht. Hiervan stromen er nu 54 door als beroepsmilitair, terwijl er 18 als reservist aan de slag gaan. Bij de luchtmacht trekken 9 van de 11 deelnemers als fulltime militair het uniform aan, bij de marechaussee 5 van de 11 en 4 willen dienen als reservist. De 12 deelnemers van de marine blijven allemaal: 8 als voltijdsmilitair, 3 als reservist en 1 als burger.
Gaandeweg het traject vielen 10 deelnemers uit. Daarnaast besloten er 24 na het beëindigen van het Dienjaar niet verder te gaan, ook al waren ze er overwegend positief over. De overige 102 blijven dus wel betrokken bij Defensie.
Staat goed op je CV
Staatssecretaris Gijs Tuinman reageert verheugd op de cijfers: “Mooi dat jonge mensen de meerwaarde van Defensie zien. Uit eigen ervaring weet ik dat deze organisatie echt inspirerend kan zijn om voor te werken. Nergens vind je zoveel kameraadschap, discipline en teamwork. Daarnaast zie je ook nog eens wat van de wereld. Mocht je op een gegeven moment toch iets anders willen, dan staat een paar jaar werken bij Defensie ook nog eens goed op je CV. Je hebt immers bijgedragen aan het weerbaar maken van de samenleving. Maar ik hoop vooral dat de dienjaarmilitairen blijven en zich lang verdienstelijk maken. De wereld is de laatste jaren onveiliger geworden, daarom zijn goede en gemotiveerde mensen keihard nodig.”
Voorzichtige ambities
Projectleider kapitein-luitenant ter zee Erik Noordam kijkt positief terug op het eerste jaar. “Het is heel goed gegaan. De uitval is laag. Dit is volgens mij een direct gevolg van hoe goed de scholen en eenheden het hebben opgepakt. Het ging om enthousiaste groepen, dat hielp ook. De instructeurs merkten dat de deelnemers zich echt hadden voorgenomen om er een goed jaar van te maken.”
De ambities voor het eerste Dienjaar waren bewust voorzichtig, vertelt de projectleider. “Het oorspronkelijke doel was 30 procent te behouden. Dat zou het al de moeite waard maken met dit programma door te gaan.” Het aantal blijvers is ruim hoger. “Daar zijn we natuurlijk heel blij mee. Maar we moeten ons wel realiseren dat we nog in een pilot fase zitten en dat het om een relatief kleine groep gaat. We moeten met zijn allen hard blijven werken om deze positieve trend vast te houden.”
Tweede lichting van start
De volgende jaren moet blijken hoe succesvol het Dienjaar echt is. In 2024 starten er 500 tot 600 dienjaarmilitairen. In 2025 groeit dat aantal richting de 1.000. Aan de animo ligt het niet, want voor dit jaar waren er zo’n 3.000 aanmeldingen. Niet iedereen kan dus aan de slag. Defensie moet keuzes maken. “De Groei is afhankelijk van de beschikbaarheid van opleidingsplekken”, legt Noordam uit. “We moeten mensen ook echt kunnen bieden wat we ze beloven.”
Alle sollicitanten doorlopen de reguliere keuring en voldoen daarmee aan de militaire eisen. Zij ondergaan onder meer een psychologische test en een fysieke keuring. Daarnaast wordt met een datamodel voorspeld of iemand binnen het profiel van een dienjaarmilitair past. “Iedereen die geschikt is, kunnen we aannemen. En als na afloop blijkt dat militair zijn toch niets voor jou is, dan is dat ook prima. Het is goed als mensen het gewoon proberen.” Zij nemen een waardevolle ervaring mee de maatschappij in, waar zij hun leven lang iets aan hebben.
Militair zijn in DNA
Volgens Noordam is dat laatste het belangrijkste onderdeel van het Dienjaar. “Hier ervaar je hoe het is om echt militair te zijn. Of je in een groep kan werken, op tijd kan komen en je verantwoordelijkheid durft te nemen. Grof gezegd of militair zijn in je DNA zit. Militair zijn moet je uiteindelijk echt ervaren. Dat is de kracht van Defensie.”
En bij de militaire organisatie kun je zo goed als alles worden. Denk aan een baan in de medische sector, als kok, monteur, chauffeur, bij de meteorologische dienst, als explosievenruimer of vlieger en noem maar op. Wat pak jij op? Kijk op werkenbijdefensie.nl/dienjaar voor meer informatie.