“Iedereen is nodig” om weerbaar te zijn tegen oorlog en crises

De maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid moeten omhoog. Alleen dan kan Nederland zich wapenen tegen oorlog en crises. “We ontkomen er niet aan een flinke stap extra te zetten.” Dat schrijven defensieminister Ruben Brekelmans, minister van Justitie en Veiligheid David van Weel en staatssecretaris van defensie Gijs Tuinman vandaag aan de Kamer. 

De internationale veiligheidssituatie is de afgelopen jaren in hoog tempo verslechterd. We zien nu al dat Nederland doelwit is van hybride aanvallen, zoals cyberoperaties, spionage en sabotage. Door de Russische agressie die verder reikt dan Oekraïne is iets wat lange tijd ondenkbaar was mogelijk: dat de NAVO en daarmee ons land direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. We moeten dus voorbereid zijn op onzekere tijden. 

Het verhogen van de maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid zorgen niet alleen voor effectieve verdediging. Maar ook voor afschrikking van Rusland en andere tegenstanders.

Daarom heeft het kabinet in kaart gebracht wat er nodig is om weerbaar te zijn tegen militaire of hybride dreigingen. Want hoewel er al een solide basis ligt om de weerbaarheid te versterken, is het niet genoeg. De dreiging vraagt om meer. Met de Kamerbrief is een belangrijke eerste stap gezet door inzichtelijk te maken wat er aanvullend nodig is, oftewel de weerbaarheidsopgave.

Brekelmans: "We leven in Nederland niet in oorlog, maar ook niet meer in vrede. In deze grijze zone moeten we ons verdedigen tegen hybride aanvallen en onze militaire paraatheid te vergroten. Dit doen we door meer te investeren in onze krijgsmacht, maar Defensie kan het niet alleen. In tijden van vrede is de vraag wat Defensie kan doen voor de samenleving, maar nu vragen we ook wat de samenleving kan doen voor Defensie. Een veilig Nederland maken we samen. Tijdens een oorlog of crisis is het ontzettend belangrijk dat de economie blijft draaien en dat de overheid overeind blijft. Op deze manier kan Defensie zich focussen op het voeren van het gevecht als dit nodig is. Maar dan moeten bedrijven en overheden wel bewust voorbereid zijn op ontwrichtende scenario’s. Als we onze weerbaarheid en paraatheid laten zien, ontmoedigt dat Rusland en China."

Onderdeel van die weerbaarheid is het beschermen van bijvoorbeeld infrastructuur, energievoorziening, mobiele communicatienetwerken en transport. Maar het gaat ook om het zekerstellen van eerste levensbehoeften zoals voedsel en drinkwater. De gezondheidszorg moet behalve de ‘gewone’ zorg, mogelijk ook grotere aantallen kunnen opvangen.

Burgers én bedrijfsleven

Defensie zet zich in voor vrede en veiligheid van de Nederlandse samenleving, maar kan dat niet alleen. De militaire organisatie moet meer kunnen rekenen op ondersteuning vanuit de maatschappij. 

Daarin spelen niet enkel burgers een rol. De inzet van het bedrijfsleven is hierin cruciaal. Het is belangrijk dat de economie tijdens crisis of conflict volop draait. Dit om te blijven voorzien in basisbehoeften. Daarnaast kan van hen bijvoorbeeld gevraagd worden goederen te produceren die de krijgsmacht nodig heeft. Het kabinet werkt aan wetgeving hiervoor.  

Militaire paraatheid

Om voorbereid te zijn op oorlog moet ook de militaire paraatheid verder omhoog. Defensie werkt hier al op vele fronten hard aan. Toch is er nog veel te doen. Na 80 jaar vrijheid zijn er verschillende vragen die het kabinet moet beantwoorden. Zoals: welke taken blijft Defensie al dan niet uitvoeren tijdens een conflict? Ook moet nieuwe wet- en regelgeving voorbereiding op oorlog mogelijk maken. De huidige richt zich alleen op vredestijd.

Schaarse middelen en mensen

Bij een grootschalig conflict draait de krijgsmacht op volle toeren. Dan komt het aan op extra behoeften aan voedsel, energievoorziening en gezondheidszorg. Ook hierin verwacht Defensie meer ondersteuning van de maatschappij. Feit is dat samenleving en krijgsmacht tijdens een conflict gebruik moeten maken van dezelfde schaarse middelen en mensen. Hierin moet het kabinet een afweging maken.  

De krijgsmacht valt of staat bij voldoende personeel. Daarom breidt Defensie onder meer het reservistenbestand uit en verhoogt ze het aantal zogeheten dienjaarmilitairen. Essentieel is dat de krijgsmacht snel kan op- en afschalen. Dit ook met capaciteiten (materieel, personeel, infrastructuur) vanuit de samenleving. De overheid versterkt daarvoor de samenwerking met bedrijven, industrie en kennisinstellingen.

Het kabinet gaat aan de slag met uitwerking van de zogeheten ‘weerbaarheidsopgave’. Dat kan de overheid niet alleen, schrijven de bewindslieden. “Daarvoor is de inzet van iedereen nodig.”