Onderzoek naar vermoeden van burgerslachtoffers

Defensie kan een onderzoek starten na een melding van een vermoeden van burgerslachtoffers en/of ernstige materiële schade aan privé-eigendommen door Nederlandse geweldsaanwending. Hier leest u hoe dat proces verloopt.

Behandeling van meldingen

Het proces begint altijd met een melding van binnen of buiten Defensie, bijvoorbeeld via het meldpunt burgerslachtoffers. Defensie kijkt eerst of het om een vermoeden van burgerslachtoffers gaat en of het gemelde incident gaat om (voormalig) Nederlands inzetgebied. Als dat niet zo is, neemt Defensie de melding niet in behandeling.

Als Defensie een melding wel in behandeling neemt, start een vooronderzoek. Defensie kijkt dan in welke mate Nederlandse betrokkenheid bij het gemelde incident aannemelijk is. Bijvoorbeeld door te kijken naar de tijd en locatie van het gemelde incident. Als Nederlandse betrokkenheid niet aannemelijk is of kan worden uitgesloten rondt Defensie de melding af.

Als Nederlandse betrokkenheid wél aannemelijk is of kan worden vastgesteld, kan Defensie een onderzoek starten. Defensie beoordeelt dan of de militaire procedures juist zijn gevolgd, of de geweldsaanwending rechtmatig was en wat de gevolgen van de geweldsaanwending zijn. Defensie wil dit zorgvuldig doen. Daarom kunnen dit soort onderzoeken lang duren. Defensie houdt de melder op de hoogte van het proces en het resultaat.

De uitkomst van een onderzoek kan voor Defensie reden zijn om slachtoffers en/of nabestaanden een vorm van tegemoetkoming uit te keren. Als Defensie wettelijk aansprakelijk is, hebben zij recht op een schadevergoeding. Defensie kan ook besluiten om vrijwillig een tegemoetkoming aan te bieden. Defensie kijkt per situatie wat mogelijk is. Of iemand een schadevergoeding of tegemoetkoming krijgt, hangt af van het soort militaire inzet en de omstandigheden.

U kunt een overzicht van het proces downloaden.

Afgeronde vooronderzoeken

Hieronder ziet u een overzicht van afgeronde vooronderzoeken naar meldingen. Deze zijn verdeeld per land en staan op volgorde van tijd aan de hand van de meldingsdatum. Dit overzicht is nog niet compleet. Het wordt steeds bijgewerkt, ook met informatie van eerder.

Lopende onderzoeken

Hieronder ziet u welke meldingen Defensie onderzoekt. Bij deze meldingen is Nederlandse betrokkenheid aannemelijk of kan dat worden vastgesteld.

Afgeronde onderzoeken

Hieronder ziet u een overzicht van onderzoeken die zijn afgerond.

Onafhankelijk onderzoek

In uitzonderlijke gevallen kan er door een onafhankelijke partij onderzoek worden gedaan naar een melding.

Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies voert met behulp van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) onafhankelijk onderzoek uit naar 20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan. De Slag om Chora uit 2007 maakt daar deel van uit.

In januari 2025 nam de minister van Defensie het rapport van de Commissie Sorgdrager in ontvangst. Deze onderzoekscommissie bekeek hoe het kon gebeuren dat door Nederlandse wapeninzet in Hawija in 2015 burgerslachtoffers vielen. Ook onderzocht de commissie welke lessen er voor de toekomst te leren zijn. De commissie stond onder leiding van minister van Staat mr. Winnie Sorgdrager.