Korte Officiersopleiding
De KOO bij de landmacht bestaat uit 3 modules.
Module 1: algemene militaire opleiding (12 weken)
In deze module staat de overgang van burger naar militair centraal. Je leert diverse militaire basisvaardigheden. Zoals wapenhandelingen, zelfhulp en kameradenhulp (militaire variant op EHBO), fysieke training, grensverleggende activiteiten en kennis over munitie en strijdmiddelen. Je werkt in deze module ook aan individuele vorming en groepsvorming, en maakt kennis met leidinggeven.
Module 2: commandovoering en leiderschap (10 weken)
In deze module krijg je eerst les, om daarna de kennis tijdens oefeningen te velde in de praktijk te brengen. Het programma wordt afgewisseld met lessen over effectief leiderschap, militaire operaties, ethiek en gesprekstechnieken.
Module 3: operationeel (22 weken)
Je maakt kennis met de officier tijdens gereedstelling en inzet. In deze periode volg je vooral lessen aan de faculteit. Zoals de vakken militair recht, geschiedenis, management en bedrijfsvoering, en militair denken en optreden. Naast de lessen werk je ook aan projecten, het afmaken van het portfolio en het voorbereiden en doen van de fysieke testen. Module 3 sluit af met een eindoefening en je bevordering tot tweede luitenant.
Vaktechnische opleiding
Na de KOO volgt de vaktechnische opleiding (VTO). Deze specifieke opleiding duurt 3,5 tot 10 maanden, afhankelijk van het wapen of dienstvak. Na het afronden van de VTO is de opleiding klaar en kan je starten met je eerste officiersfunctie.