Probleemanalyse uit Defensievisie 2035
Het is het werk van Defensie om met alle mogelijke risico’s en dreigingen rekening te houden. Mochten ze werkelijkheid worden, dan moeten onze mensen er staan – toegerust, geoefend en getraind. Veiligheid is geen luxe. Het is een harde voorwaarde voor vrijheid, welvaart en democratie. Daarmee is het een kerntaak van de overheid die prioriteit verdient. De realiteit is dat er steeds vaker een beroep op de schaarse capaciteiten van Defensie wordt gedaan en we in steeds meer verschillende situaties op moeten (kunnen) treden. Zowel ver weg als dichtbij. In oefeningen waarin we dreigingsscenario’s uitspelen om te leren en onszelf te verbeteren, zijn we momenteel niet opgewassen tegen onze (potentiële) tegenstanders.
Met de huidige inrichting en staat van de organisatie is Defensie dus niet adequaat toegerust voor de veranderende dreigingen. Het vinden van een oplossing hiervoor staat centraal in deze visie. Geconfronteerd met het dreigingsbeeld, loopt Defensie tegen de volgende problemen aan:
Ons overwicht staat onderdruk: we houden als NAVO de ontwikkelingen kwantitatief en kwalitatief niet bij
Ons NAVO-bondgenootschap had lange tijd een duidelijk politiek en militairtechnologisch overwicht op de rest van de wereld. Het feit dat we de hardste klap konden uitdelen, werkte uitstekend als afschrikkingsmethode. Dit overwicht is geen gegeven meer. Terwijl onze inzetfocus lag bij het tegengaan van terroristische groeperingen in onherbergzame gebieden en niet op het kunnen optreden in het hogere geweldsspectrum, bereiden anderen zich voor op grootschalige conflicten. Ondanks de belangrijke investeringen in de ondersteuning en de modernisering van onze krijgsmacht van dit kabinet, zijn we hier nog niet op toegerust. Hetzelfde geldt voor het optreden in stedelijke gebieden.
Defensie kan het niet alleen, maar er heerst verdeeldheid in vertrouwde samenwerkingsverbanden
Als Nederland kunnen we absoluut niet zelfstandig op alles voorbereid zijn. Maar terwijl onze potentiële tegenstanders sterker worden, kampen wij zelf met verdeeldheid tussen partners, met de gevolgen van de Brexit en met een zoektocht naar leiderschap in Europa. De VS maakt terugtrekkende bewegingen terwijl onze veiligheid in de komende jaren sterk afhankelijk blijft van de Amerikaanse solidariteit. Een politiek en militair sterke NAVO is onze belangrijkste veiligheidsgarantie.
We lopen het risico te verdrinken in de zeeën van informatie
Er komen steeds grotere hoeveelheden informatie op ons af. Met nieuwe technologieën is informatie makkelijk te manipuleren en dat gebeurt ook op grote schaal. We moeten alle informatie kunnen filteren, verwerken, analyseren, erop kunnen sturen en naar kunnen handelen. Daar zijn we nog niet voldoende op ingericht. De hoeveelheid beschikbare data en informatie, en de snelheid van verwerking en analyse van die data hebben gevolgen voor alle capaciteiten op land, op zee, in de lucht, in het cyberdomein en in de ruimte.
Defensie is niet goed toegerust voor het tegengaan van hybridedreigingen en optreden in de informatieomgeving
Staten en niet-statelijke actoren die op zoek zijn naar macht, invloed, kennis en/of economisch gewin kiezen steeds openlijker voor competitie. Staten maken daarbij gebruik van hybride activiteiten, vaak met hulp van actoren die niet direct aan hen te relateren zijn. Momenteel werken we in de veiligheidsketen nog te verkokerd om deze dreigingen te detecteren en om er iets aan te kunnen doen.
We hebben nog geen goed antwoord op militarisering van nieuwe domeinen, zoals cyber en de ruimte
Naast dreigingen op land, op zee, en in de lucht hebben we ook te maken met dreigingen in het cyberdomein en groeit het gevaar van militarisering van de ruimte door de inzet van satellieten en anti-satellietcapaciteiten voor militaire doeleinden. Tegenstanders die innovatief gebruik maken van deze nieuwe domeinen lopen momenteel een stapje voor op ons, en dat is gevaarlijk. De wereld blijft ontwikkelen en nieuwe dreigingen (in nieuwe domeinen) zullen op ons af blijven komen. Defensie ontbreekt het innoverend en vernieuwend vermogen om hierin mee te gaan.
Er komt meer vraag naar Defensie-inzet en we hebben hiervoor te weinig middelen, voorraden en ondersteuning
Dreigingen komen over verschillende assen tegelijkertijd. De bekende dreigingen (conventioneel, nucleair, terroristisch van aard) blijven bestaan, maar er komen nieuwe risico’s bij, onder andere door technologische ontwikkelingen. De assertievere houding van grootmachten en andere landen, de onrust in onder andere het Midden-Oosten, de Sahel, de Hoorn van Afrika en de gespannen situatie in de Caribische regio maken Europa en ons Koninkrijk kwetsbaar. De waarschijnlijkheid dat verschillende dreigingsscenario’s werkelijkheid worden en dat ze zich op hetzelfde moment afspelen, neemt toe. We zullen dan snel moeten kunnen reageren en lang inzetbaar moeten kunnen zijn, ook hoger in het geweldsspectrum. Ondanks de belangrijke investeringen van dit kabinet hebben we voor deze toekomstige scenario’s een groot tekort aan ondersteuning en voorraden. De kloof tussen onze taken en onze middelen neemt daardoor toe.
Defensie heeft een tekort aan mensen voor hoe we nu zijn ingericht
Het huidige tekort aan menskracht is één van de belangrijkste risico’s voor Defensie. De arbeidsmarkt verandert, niet alleen qua omvang, maar ook qua samenstelling, vooral door vergrijzing. Het aantal 65-plussers neemt sterk toe. Er komen nauwelijks mensen in de leeftijd tussen 20 en 65 bij (grofweg: de beroepsbevolking). Waren er in 2012 nog 4 werkenden op elke oudere, in 2040 zijn dat er 2. De huidige organisatie is nog onvoldoende toegesneden op de nieuwe tijd en veranderingen op de arbeidsmarkt. Het tekort aan menskracht zal een structureel probleem blijven als Defensie en het bijbehorende personeelssysteem niet verder veranderen in de ingezette richting.
De afgelopen 20 jaar is de krijgsmacht voornamelijk ingezet voor de tweede hoofdtaak, met expeditionaire missies
Bij deze missies kiezen we op basis van de beschikbare middelen wat onze bijdrage al dan niet zal zijn. We leveren kwaliteit. Maar de inzet van de afgelopen jaren heeft ook zijn weerslag op de organisatie gehad: we zijn grotendeels ingericht op het uitvoeren van missies tegen laagtechnologische tegenstanders met minder geld, kennis en capaciteiten. Dure wapensystemen voor inzet hoog in het geweldsspectrum kregen een lagere prioriteit, waardoor we daar nu te weinig over kunnen beschikken. Deze inzet onder de tweede hoofdtaak wordt door bondgenoten gewaardeerd. Helaas moeten we ook hier te vaak ‘nee’ verkopen in internationale context omdat we de gevraagde bijdrage niet kunnen leveren. Bovendien veranderen de eisen aan crisisbeheersingsoperaties. Er is bijvoorbeeld meer vraag naar training en capaciteitsopbouw, wat ook bij Defensie schaars is.
Defensie mist het aanpassingsvermogen om met de onvoorspelbaarheid om te gaan van waar, wanneer en tegen wie moet worden opgetreden
Er zijn steeds meer soorten dreigingen, die vaker onverwacht en hevig opkomen. Defensie moet er dan direct staan. We weten niet wat werkelijkheid wordt, maar er gaan meer van dit soort scenario’s op ons afkomen. Dat vraagt van Defensie een enorme hoeveelheid flexibiliteit, die het nu door gebrek aan ondersteuning, voorraden en capaciteiten nog niet bezit.
Onze digitale en fysieke infrastructuur zijn niet goed beschermd tegen (toekomstige) dreigingen
Dit jaar was het corona. Een volgende keer is het misschien geen biologisch virus dat onze samenleving ontwricht, maar een computervirus gericht op ons financiële stelsel of de waterzuivering. Of een terroristische organisatie die dreigt met massavernietigingswapens of met simpele, bewapende drones. Onze vitale infrastructuur is daar onvoldoende tegen bestand. Dat maakt onze samenleving kwetsbaar.
We hebben minder handelingsperspectief door niet te attribueren vijandigheden
In de huidige situatie van hybride conflictvoering is het aanwijzen van een dader steeds moeilijker. Het onderzoek rondom het neerhalen van MH17 wordt bijvoorbeeld verstoord door ondermijnende activiteiten. Maar het is het heel moeilijk te achterhalen wie hier verantwoordelijk voor is. Dit soort situaties komt steeds vaker voor. In het cyberdomein kunnen identiteiten van hackers afgeschermd worden door steeds betere encryptie. Door zogenaamde deep fakes kunnen invloedrijke personen woorden in de mond worden gelegd die ze nooit hebben uitgesproken. Statelijke actoren financieren heimelijk niet-statelijke actoren en gebruiken ze als proxy’s. Het niet kunnen achterhalen van de identiteit van een tegenstander maakt het ontzettend lastig om met een passend, legitiem en proportioneel antwoord te komen.
Defensie moet de organisatie vernieuwen en laten groeien op een basis waarop jarenlang is bezuinigd
De Defensieorganisatie is de afgelopen decennia teruggebracht tot een kleine professionele krijgsmacht, veelal gericht en ingericht op (beperkte) expeditionaire inzet. Juist op de basis is bezuinigd, om zoveel mogelijk gevechtskracht te behouden. De inzet overschreed jarenlang de grenzen van wat de organisatie aankon. De aanpassing van de organisatie, de vele inzet en verschillende bezuinigingen hebben de organisatie toendertijd uitgedund en uitgehold. Daar zijn door dit kabinet stappen in gezet om verbetering aan te brengen, maar dit is niet in één kabinet te herstellen. Het heeft de organisatie getekend en de effecten hiervan zijn nog dagelijks voelbaar, bijvoorbeeld in de huidige staat van ons vastgoed, IT en logistiek.