Internationale operaties

Tijdens de Koude Oorlog was de politieke verdeling in de wereld vrij duidelijk. Je had het ‘vrije Westen’ en het Oostblok. Als er toch oorlog zou uitbreken, dan was het tussen die 2 partijen. Maar na 1989 ging de wereldorde op de schop. In dat jaar viel de Berlijnse Muur en was de Koude Oorlog voorbij. Dat leidde tot internationale ontspanning, maar helaas ook tot andere conflicten.

Vergroot afbeelding Luitenant-kolonel Rob Querido spreekt militairen toe in Afghanistan. Archieffoto: ministerie van Defensie.
Luitenant-kolonel Rob Querido spreekt de militairen toe in Afghanistan.

Joegoslavië

In 1989 begon het te rommelen in Joegoslavië. Binnen 2 jaar brak een gruwelijke burgeroorlog uit. De internationale gemeenschap besloot in te grijpen. Eerst om humanitaire hulp te bieden. Later ook om de strijdende partijen uit elkaar te houden. Ook 17 Pantserinfanteriebataljon is naar het voormalige Joegoslavië uitgezonden. De fuseliers namen deel aan 3 missies in deze regio:

Vergroot afbeelding Fuselier houdt de wacht in Irak. Archieffoto: ministerie van Defensie.
Nederlandse militair in Irak.

Irak en Afghanistan

In 2004 kreeg de A-Compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon een nieuwe opdracht in Irak. Zij ging deel uitmaken van een missie die bekend stond onder de afkorting SFIR.

Daarna kwam Afghanistan in beeld. Nederland nam in 2006 voor ISAF de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de provincie Uruzgan op zich. 17 Pantserinfanterieregiment leverde 2 keer de kern van de battlegroup van Task Force Uruzgan (TFU). Ook maakten afzonderlijke compagnieën deel uit van andere battlegroups.

Veranderingen

Het werk van de krijgsmacht veranderde behoorlijk sinds 1989.  De tegenstanders zijn anders. De eenheden treden anders op. En ook elke missie is weer anders. Denk hierbij aan de taak, het operatiegebied, de volkscultuur en de internationale samenwerking. De militairen moesten zich daardoor ook aanpassen.

Tijdens de Koude Oorlog oefenden de meeste militairen vooral. Tegenwoordig krijgen zij in operatiegebieden daadwerkelijk te maken met geweld. Militairen moeten kunnen inspelen op snel wisselende omstandigheden en op de verschillende partijen in het operatiegebied. Dat vergt veel improvisatievermogen en vertrouwen in de beschikbare middelen. Bij de staven, maar vooral bij de mannen en vrouwen in het veld.