Op oefening
Een militair heeft een bijzondere taak. De militair is opgeleid om weloverwogen en doelgericht te vechten. Dat vergt het uiterste van een militair. En het vereist intensieve oefening van skills and drills. Alles is gericht op het functioneren en overleven op het gevechtsveld.
Koude Oorlog
Tijdens de Koude Oorlog was de oorlogstaak van het leger onder NAVO-commando duidelijk. Op de Noord-Duitse laagvlakte bereidde men zich voor op een vooruitgeschoven verdediging (forward defence) tegen een sterke vijand, het Warschaupact. Daarbij konden zij nucleaire wapens inzetten.
De (dienstplichtige) militair wist daarmee wat hem te doen stond: oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Steeds opnieuw, met steeds weer nieuwe lichtingsploegen, om de paraatheid op peil te houden. Maar ook mobilisabele eenheden oefenden regelmatig. Grote aantallen dienstplichtigen werden dan ‘op herhaling’ geroepen. Veel vaders van huidige militairen kunnen hier over meepraten.
Om in grote verbanden te oefenen waren de Nederlandse oefenterreinen te krap. Dus week de landmacht regelmatig uit naar het buitenland. Vanaf 1963, na de komst van het gepantserde materieel bij de infanterie was die ruimte hard nodig om samen de tanks het gemechaniseerde gevecht te oefenen.
Grote oefeningen
De grote oefeningen werden vooral in Duitsland gehouden. Op de oefenterreinen Vogelsang, Sennelager en Bergen-Hohne liggen heel wat voetstappen van fuseliers. Zij leerden daar in de kou, de regen of de hitte de fijne kneepjes van het vak. Maar ook de openbare weg, akkers, velden en dorpen waren het toneel van grootschalige manoeuvres.
Namen van grote legerkorpsoefeningen als Big Ferro, Saxon Drive, Atlantic Lion en Free Lion staan bij velen in het geheugen gegrift. Vraag de militairen van toen naar hun herinneringen aan die oefeningen: afzien en doorgaan, schelden en doorgaan, lachen en doorgaan, maar vooral verhalen, heel veel sterke verhalen.
Een nieuwe tijd
De val van de Berlijnse Muur markeerde het einde van de Koude Oorlog. Daarna veranderde het takenpakket van de krijgsmacht ingrijpend. Het leger werd toegerust om in conflictgebieden de vrede en internationale rechtsorde te handhaven of te herstellen. Het werk van de infanterist werd ook anders, veelzijdiger. Dus wist de militair wat er moest gebeuren: oefenen. Steeds opnieuw, voor andere taken en andere gebieden, overal ter wereld.