Ceremonieel tenue
Behalve 2 regimentsemblemen zijn er ook 2 ceremoniële tenues. Deze tenues werden uitgereikt ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Juliana in 1948. Door de uiteenlopende geschiedenis van grenadiers en jagers zien de tenues er verschillend uit.
Grenadiers
Het ceremoniële tenue van de Grenadiers is gebaseerd op het uniform dat in 1829 werd ingevoerd voor de nieuwe Afdeling Grenadiers. Het bestaat uit een blauwzwarte jas met versierde knoopsgaten. De broek is nassaublauw en gebiesd. Soldaten, korporaals en onderofficieren dragen een witte koppel. Officieren dragen in de plaats daarvan een oranje bandsjerp.
Berenmuts
Het meest kenmerkende aan het tenue is de berenmuts. Deze muts werd in het verleden geïntroduceerd omdat de gangbare hoeden hinderlijk bleken bij het werpen van de granaten. In eerste instantie bestond de muts uit een metalen voorplaat met het regimentsembleem. Deze plaat werd voorzien van een bontkraag, die in de loop van de tijd hoger en breder werd. Na verloop van tijd nam de muts zo’n imposant formaat aan dat er nauwelijks nog van een bontkraag kon worden gesproken. De berenmuts diende als bescherming tegen sabelhouwen van de cavalerie. Naast deze praktische functie moest de berenmuts de tegenstander angst inboezemen. Hoe groter de muts, des te imposanter de grenadier. In tegenstelling tot vroeger zijn de huidige mutsen gemaakt van kunstbont. Het ceremoniële tenue wordt gedragen tijdens Prinsjesdag en andere plechtigheden.
Jagers
Het ceremoniële tenue van de Jagers ziet er totaal anders uit. Het tenue is donkergroen en de Jagers dragen een baret met pluim in plaats van een berenmuts. Daarnaast maken de kenmerkend witte slobkousen deel uit van het tenue. Net als bij de Grenadiers is de broek gebiesd. Het ceremoniële tenue van de Jagers vindt zijn oorsprong in de taak van jagereenheden. Herkenning diende te worden vermeden. Jagers moesten de vijand juist ongezien kunnen naderen. Hierdoor kunnen we spreken van een vroege vorm van camouflage. De slobkousen verwijzen naar de verkennende taak van de jagers. Ze moesten voor de troepen uit het gebied verkennen. Tijdens deze verkenningen moesten jagers vaak door ruig en moerassig gebied trekken. Om te voorkomen dat de pantalon scheurde door nattigheid werden slobkousen gedragen. Zo konden jagers zich dus snel voortbewegen. Ook de Jagers dragen hun ceremoniële tenue tijdens Prinsjesdag en andere plechtigheden.