Traditie en functionarissen
Een regiment is geen operationele eenheid. Het is een traditie-eenheid. Maar het is meer dan een organisatie op papier. Het regiment heeft een stafgroep. En daarnaast heeft de genie een paar heel speciale functionarissen.
De regimentscommandant
De regimentscommandant (RC) is verantwoordelijk voor de traditiehandhaving bij de genie. Vroeger was hij commandant van de alle operationele genie-eenheden. Tegenwoordig is de commandant van het Opleidings- en Trainingscentrum Genie (OTC Genie) ook regimentscommandant.
Er bestaat geen formele bevelslijn tussen de regimentscommandant en de operationele genie-eenheden. Toch kan de commandant wel een beroep op die eenheden doen als het om traditiezaken gaat. Dat is officieel zo geregeld.
Tot deze functie behoort ook het voorzitterschap van de Regimentsraad Genie. Deze raad bestaat verder uit:
- een vertegenwoordiger van de parate genie-eenheden (de langstzittende bataljonscommandant);
- de voorzitter van de Vereniging Veteranen Regiment Genietroepen
- een genieofficier van het Rijksvastgoedbedrijf;
- de voorzitter van de Vereniging van Officieren der Genie;
- de voorzitter van de Vereniging van Genie-onderofficieren;
- de penningmeester van de Stichting Vrienden van het Regiment Genietroepen;
- de regimentsadjudant.
Naast de Regimentsraad is er ook een regimentscontactraad waarin, naast de leden van de Regimentsraad, ook de voorzitters van de overige geniestichtingen en verenigingen zitting hebben.
De regimentscommandant is ook de zogenoemde genie-autoriteit van de Koninklijke Landmacht. Dat houdt in dat de commandant het eerste aanspreekpunt is voor vragen over genietaken of andere zaken die het Wapen der Genie aangaan.
Waarnemend regimentscommandant
Soms kan de regimentscommandant niet aanwezig zijn bij ceremonies of andere belangrijke gebeurtenissen voor het regiment. Een andere genieofficier treedt in die gevallen op als waarnemend regimentscommandant. Vaak is dat degene met de hoogste rang en anciënniteit.
Regimentsadjudant
De regimentsadjudant (RA) is de steun en toeverlaat van de regimentscommandant. De adjudant coördineert en stimuleert activiteiten binnen het regiment en adviseert de regimentscommandant over traditiezaken. In voorkomende gevallen treedt de regimentsadjudant op als zijn vertegenwoordiger.
Bevordering van de saamhorigheid is de belangrijkste taak van de regimentsadjudant. Daarnaast is deze functionaris secretaris van de Traditieraad Genie. Bovendien treedt de regimentsadjudant op als vaandeldrager van het regiment.
Administratie
De werkzaamheden van het regiment vragen om een behoorlijke administratie. Er is veel correspondentie met leden en andere instanties. Daarnaast moet de kas op orde zijn. De administratie – eigenlijk 1 functionaris – draagt de zorg voor deze zaken.
Marketenster
Het Regiment Genietroepen prijst zich gelukkig met een aantal dames dat zich vrijwillig inzet als marketentster. Meestal zijn het echtgenotes van genisten of vrouwelijke geniemilitairen. De marketenster is tegenwoordig niet meer weg te denken!
Oorspronkelijk trok achter legers op veldtocht een hele schare handelaren mee om soldaten en officieren van het nodige te voorzien. De marketentster is daar een overblijfsel van. Zij was veelal de echtgenote van de korporaal-wasbaas en tevens wasvrouw. Om in een extra inkomen te voorzien, dreef zij tijdens oefeningen en gevechtspauzes een handeltje in eieren, tabak en een borrel.
De marketenster draagt een tenue naar een oud voorbeeld dat zich in het Geniemuseum bevindt: een donkergroene jurk met een wit-rood schort. Op het hoofd een hoed met veren. En het belangrijkste is natuurlijk het vaatje brandewijn. Daaruit tapt zij (met mate) hartversterkertjes in voetloze glaasjes. Deze konden met het steeltje in de grond worden gestoken. Wel zo handig.
Bieleman
Ze zijn terug: de bielemannen. Kortgeleden zijn ze weer in ere hersteld: de sappeurs die aan de marscolonne vooruitgingen om hindernissen te ruimen. Voorzien van een bijl baanden zij de weg voor het oprukkende leger. Een zware baard en knevel (snor) werden traditie. Jonge bielemannen moesten het soms doen met een valse baard.
Het uniform van de bielemannen van nu grijpt direct terug op het sappeursuniform uit de 19 eeuw: een imposante kolbak (hoge bontmuts), een wit lederen voorschot, witte handschoenen, een sappeurssabel, een giberne (munitietasje) en natuurlijk de lange bijl. Een indrukwekkende voorhoede van de vaandelwacht!