De geschiedenis van het regiment (1990-2020)
Na de Koude Oorlog brak een nieuwe periode aan. Die begon als een tijdperk van hoop. Het IJzeren Gordijn werd opgedoekt, Duitsland herenigd. Oude vijanden waren vrienden geworden. Maar het optimisme was van korte duur. Op de Balkan, in het Midden-Oosten en elders in de wereld laaiden nieuwe conflicten op.
Klein maar fijn
Met het uiteenvallen van de Sovjetunie en het Warschaupact verdween de gespannen Oost-Westverhouding als sneeuw voor de zon. De gedachte aan een Derde Wereldoorlog maakte plaats voor een gevoel van hoop. Een grote krijgsmacht leek overbodig en de Nederlandse regering besloot het mes in de Defensiebegroting te zetten.
De landmacht moest in de loop van de jaren ’90 afscheid nemen van tal van grote en kleine eenheden. Ook werd besloten geen dienstplichtigen meer op te roepen en om te schakelen naar een beroepsleger met goed getrainde, modern uitgeruste troepen.
Al deze veranderingen leidden tot grote onzekerheid. De taak van de landmacht was in 40 jaar nauwelijks veranderd. Jarenlang waren dienstplichtigen opgekomen, opgeleid om tegen ‘de Russen’ te vechten en weer afgezwaaid. Het beroepskader wist haast niet beter. Maar wat zou de toekomst brengen?
Genie in beweging
Ook het Wapen der Genie voelde de maatregelen. De mobilisabele eenheden werden opgeheven. De parate sterkte van de genie liep met ruim 50% terug. De Noord-Duitse Laagvlakte was niet langer het toekomstige slagveld, maar een doodnormale landstreek bij de oosterburen. Wat was nog het nut van tientallen doorbraaktanks, vele tonnen aan brugslagmateriaal en bunkers vol antitankmijnen? Wat zouden de nieuwe taken worden van de genie?
Het antwoord liet niet lang op zich wachten. De Koude Oorlog, hoe spannend die soms ook was geweest, diende tevens als ‘stop op de fles’. Nadat die was verdwenen, laaiden overal in de wereld conflicten op. Veel oud zeer kwam opeens aan de oppervlakte: nationalisme, religieuze conflicten en etnische spanningen.
Internationale organisaties, zoals de VN, de EU en de NAVO, grepen in met vredesmissies. Met de inzet van militairen en hulporganisaties in conflictgebieden werd getracht de vrede te handhaven of desnoods af te dwingen.
Een nieuwe weg
Met het ‘nieuwe’, snel inzetbare beroepsleger kon Nederland een rol spelen bij deze internationale vredesoperaties. En dat gebeurde ook: na 1990 zou de krijgsmacht deelnemen aan een lange reeks internationale operaties. Die bracht de Nederlandse militairen naar regio’s in de wereld die ver af lagen van het ‘slagveld’ van de Koude Oorlog: de Balkan, Afrika, het Midden-Oosten, en Afghanistan.
Het waren niet langer ‘de Russen’ die zij tegenover zich vonden, maar milities, terroristen en opstandelingen. Er waren burgers, ziek en hongerig, angstig en op de vlucht, waarover zij zich moesten ontfermen. En dit alles in landen die gebukt gingen onder corruptie, geweld en machtsmisbruik.
Nieuwe taken
Zeker bij de grotere missies was de genie steeds een onmisbare schakel om de operaties van land-, lucht- en zeemacht mogelijk te maken. De ‘bouwdienst’ bouwde kampen, veldversterkingen en vooruitgeschoven patrouilleposten. Zij hielp mee om bruggen en wegen te herstellen die tijdens gevechten of bombardementen waren vernield en legde soms hele vliegvelden aan.
De pantsergenie ging met de andere eenheden het veld in om een nieuwe bedreiging te lijf te gaan: Improvised Explosive Devices (IED’s), in de volksmond bermbommen. Bovendien fungeerden genisten voor commandanten als vraagbaak voor tal van praktische zaken.
Het waren de traditionele genietaken, maar deze vroegen vaak om een hoge mate van specialisatie en de inzet van nieuw materieel. De opleidingen volgden deze nieuwe ontwikkelingen. Een bijkomend voordeel was dat de genie hierdoor nog veelzijdiger werd, hetgeen ook de inzet voor humanitaire en nationale operaties ten goede kwam.
Door de vele vredesmissies verdween bij de krijgsmacht echter veel kennis over war fighting, oorlogvoering in een grootschalig conflict. Ook de genie onderkende het gemis en begon aan een inhaalslag. Tegelijkertijd werd gezocht naar een betere samenwerking met andere eenheden. De genist van nu is daardoor van vele markten thuis, heel anders dan de genist-algemeen uit de Koude Oorlog of de genist-specialist op vredesmissie.