De naam van het regiment
Het Regiment Infanterie Johan Willem Friso draagt met trots de naam van prins Johan Willem Friso (1687-1711). Een naam die staat voor de verbondenheid van het regiment met de noordelijke provincies. De prins behoorde tot de Friese tak van de Nassaus. Hij was stadhouder van de noordelijke gewesten Friesland, Groningen en Drenthe. Ook het 1e Regiment Infanterie en het 9e Regiment Infanterie hadden het noorden van Nederland als thuisbasis. Van deze regimenten zet RIJWF de traditie voort.
Keuze voor naam
Na de Tweede Wereldoorlog en het verlies van Nederlands-Indië moest Nederland een nieuw leger opbouwen. Al snel ontstond het idee om de nummers van de regimenten te vervangen door een passende naam. Die moest slaan op de geschiedenis van het regiment of de verbondenheid met een bepaalde regio uitdrukken. De infanterie rekruteerde dienstplichtigen namelijk vooral uit de regio. Dat vergrootte de korpsgeest. Bij de oprichting van het regiment in 1950 koos Defensie voor de naam van prins Johan Willem Friso.
Er waren meer argumenten om deze naam te kiezen. Met de invoering van naamregimenten in 1950 moest ook de band met de historie meer nadruk krijgen. Johan Willem Friso bouwde in zijn korte leven een grote militaire reputatie op. Het vak van militair trok hem al aan van jongs af. Na het overlijden van de kinderloze koning-stadhouder Willem III in 1702 erfde hij de titel Prins van Oranje. Het huidige Koninklijk Huis stamt rechtstreeks van hem af.
Prins als militair
De prins bezat zelf een cavalerie- en een infanterieregiment. Deze regimenten heetten beide Nassau-Friesland (later Oranje-Friesland) maar zijn geen stamonderdeel van het huidige regiment. In 1703 mocht de 15-jarige prins, zonder militaire rang, met het Engels-Nederlandse leger mee op veldtocht. Dat was tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702–1713). 4 jaar later vocht hij voor het eerst in de strijd die de Nederlanders en de Engelsen tegen Frankrijk voerden.
De prins onderscheidde zich bij gevechten te Oudenaarde, Rijsel (beide 1708) en Malplaquet (11 september 1709). Vooral bij deze laatste slag speelde Johan Willem Friso een bijzondere rol. Hij was al eerder opgevallen door zijn initiatiefrijke handelen en zijn doorzettingsvermogen. Maar vooral tijdens deze bloedige veldslag voerde hij op onverschrokken manier de Staatse bataljons aan. De Fransen hadden zich goed verschanst en bezaten een veel sterkere rechterflank. Onder meer door dit handelen wisten de geallieerden uiteindelijk een zwaarbevochten zege te bereiken.
De prins wilde op 14 juli 1711 op weg naar Den Haag het Hollands Diep oversteken, toen zijn schip tijdens een storm omsloeg. Daarbij kwam deze veelbelovende militair, pas 23 jaar oud, door verdrinking om het leven.