Samenwerken binnen de Verenigde Naties
Op 26 juni 1945 ondertekenden 50 landen het Handvest (op papier geschreven afspraken) van de Verenigde Naties (VN). Zij wilden in de toekomst een oorlog als de (in die dagen nog niet beëindigde) Tweede Wereldoorlog voorkomen. Ook Nederland maakt deel uit van de VN.
De VN willen:
- de internationale vrede en veiligheid behouden;
- de internationale rechtsorde en de naleving van de rechten van de mens versterken;
- internationale samenwerking bij het oplossen van problemen van economische, sociale, culturele of humanitaire aard stimuleren;
- vriendschappelijke verhoudingen tussen volkeren bevorderen;
- volkeren een forum voor multilateraal overleg bieden.
Veiligheidsraad
Binnen de VN is de zogeheten Veiligheidsraad namens alle leden (193 landen)
verantwoordelijk voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid.
Als in een land een conflict dreigt of uitbreekt, probeert de Veiligheidsraad de
crisis te voorkomen of te beëindigen.
Er zijn 15 leden, 5 hiervan zijn permanent lid. De permanente leden zijn China,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de Verenigde Staten. De overige 10 leden
wisselen om de 2 jaar. Deze indeling geeft de machtsverhouding van 1945 weer.
Deze landen hadden toen veel macht en invloed. Inmiddels zijn landen als
Brazilië, Duitsland, India en Japan steeds belangrijker geworden. Er gaan
stemmen op dat deze landen ook blijvend lid van de Veiligheidsraad moeten
worden.
Troepen beschikbaar
De VN beschikken zelf niet over een leger. Vindt de Veiligheidsraad militair ingrijpen nodig? Dan vraagt de Veiligheidsraad de lidstaten van de VN om troepen beschikbaar te stellen. De regering van een land stuurt dus zelf militairen naar een crisisgebied. Deze militairen vallen vanaf dat moment onder de verantwoordelijkheid van de VN.
VN in actie
Bij crises in het Midden-Oosten en in het voormalige Joegoslavië kwam de Veiligheidsraad in actie. De Veiligheidsraad kan op verschillende manieren een crisis proberen te voorkomen of beëindigen. Zo kan Veiligheidsraad:
- praten met degenen die betrokken zijn bij de crisis en bemiddelen tussen de partijen;
- politieke druk uitoefenen;
- een embargo instellen. Het land waar het conflict dreigt mag bepaalde goederen niet meer in- of uitvoeren. Het mag bijvoorbeeld geen olie meer verkopen waardoor het een groot deel van zijn inkomsten verliest;
- een vredesmacht sturen om de vrede te bewaren (peacekeeping) of af te dwingen (peace-enforcing);
- waarnemers sturen om toezicht te houden op gemaakte afspraken.
Uiteenlopende taken
Vaak is het moeilijk te bepalen waar de grens ligt tussen peacekeeping en peace-enforcing. Is de crisis eenmaal voorbij, dan kan een VN-missie zich gaan bezighouden met peace-building (vredesopbouw). Denk aan puin ruimen, mijnen onschadelijk maken, het bouwen van scholen en ziekenhuizen. Maar ook toezicht houden op nieuwe, vrije verkiezingen.