Geridderde marinier. “Voor mij was hij gewoon opa”

Interview met Isabel Winkels

Opa werkte als: marinier en Ridder Militaire Willems-Orde.

Ik werk als: adviseur veiligheid en milieu.

We strijken neer in de kantine van de marinierskazerne in Doorn. Grote foto’s aan de wand vertellen over de rijke historie van het korps. Ook de opa van Isabel staat vernoemd, als held: Giovanni Hakkenberg, Ridder Militaire Willems-Orde der 4e klasse.

“In zeemansgraf herenigd met zijn broer en neven.”

Vergroot afbeelding Vrouw zittend met een foto in de hand voor een bronzen beeld.
Isabel Winkels met foto van haar opa Hakkenberg bij de ingang van de marinierskazerne in Doorn.

Opa’s verhaal in een notendop

Eigenlijk is het haar overgrootvader, maar Isabel spreekt steevast over ‘opa’. In een notendop somt Isabel de gebeurtenissen van ruim 75 jaar geleden op. “Mijn opa was matroos en werd met zijn schip tot zinken gebracht in de Javazee. Hij overleefde als enige van 1 broer en meerdere neven. Dat zij sneuvelden wist hij toen nog niet.”

De 24-jarige Isabel spreekt over de krijgsgevangenschap, Birma-spoorlijn, Japanse kolenmijn en de kans om na de capitulatie naar Australië te gaan om aan te sterken. “Dat laatste gaf hij op om op Java te strijden. Van matroos werd hij marinier, dat kon toen nog.”

De chaotische Bersiap-periode komt voorbij en de onafhankelijkheidsstrijd van de Nederlandse kolonie. “Opa vocht in 1948 en 1949 met de mariniersbrigade voor de veiligheid van de Indo’s op Oost-Java tot het Indonesische leger te sterk werd. Het was de periode waarvoor hij de Willems-Orde ontving. Hij kwam terecht in Nieuw-Guinea, waar hij het Papualeger opleidde. Hij kende veel dialecten en talen, wat voor Nederland erg handig was.

Op een dag werden ze ingescheept, op weg naar hun ouders... dachten ze. Maar op de boot hoorden ze dat ze naar Nederland gingen. Er stond namelijk een prijs op het hoofd van militairen van de mariniersbrigade.”

En zo liep Isabels opa ineens rond in Groesbeek. Hij doorliep in Nederland verschillende functies, werd in 1951 door koningin Wilhelmina geridderd en eindigde als kapitein. “Opa heeft als sergeant op Curaçao gezeten. Daar heeft hij namens de koningin een kapitein geridderd. Hij was de enige autoriteit die dat mocht; een sergeant die een meerdere riddert”, lacht Isabel.

Stoere verhalen

Het zijn dit soort leuke momenten die ter sprake kwamen in de familie Hakkenberg. Over de verschrikkingen van de oorlog werd gezwegen. “Dat is ook wel de Indische cultuur. We hebben het er niet over als het slecht gaat.”

De stoere verhalen daarentegen, die werden wel gedeeld. “Opa vertelde dat ze met 5 man een gelijk aantal tegenstanders dachten in te rekenen. ‘Wat denk je’ zei hij… ‘bleek de vijand ineens met 40 man te zijn ’.” Het lukte ze wel en het werd een van de acties waarvoor Hakkenberg de Willems-Orde ontving.

“Opa maakte optimaal gebruik van de vrijheid. Haal het onderste uit de kan.”

“Opa ging ook extreem vaak op de koffie bij het koningshuis. Bij koningin Beatrix werd hij samen met andere ridders elk jaar uitgenodigd. De bakkies op het paleis waren voor ons heel normaal, overgrootmoeder ging ook mee.”

Saamhorigheid bij het korps

Sowieso heeft de komst naar Nederland Isabels opa en oma veel gebracht. Binnen de marine was een beter opvangsysteem dan daarbuiten. Het viel Isabel ook al snel op dat binnen het korps alle ruimte is om wel over de vervelende gebeurtenissen te praten.

De goede verhalen over het korps, de wervingsfolders die ze tegenkwamen, het zorgde ervoor dat meer familieleden zich meldden bij Defensie. “De Indische cultuur speelt daarin ook een grote rol. De saamhorigheid, gezelligheid. Die vind je terug bij het korps.

Maar het korps is niet echt iets waar je als vrouw snel tussenkomt. Mijn interesse lag wel van kleins af aan al bij de politie en Defensie. Nu ben ik adviseur veiligheid en milieu op de marinierskazerne. Ik was al een paar keer met opa voor een feestje of bijeenkomst naar Doorn geweest, maar ik had nooit verwacht dat ik hier zou komen werken.

Isabel was 18 jaar toen haar opa overleed. “Overeenkomsten met opa? Het nederige, iedereen is gelijk of ze nou kolonel zijn of marinier der 1e klasse. Hij was niet van het u-zeggen, terwijl mariniers juist wel zo worden gevormd.

Erehaag bij uitvaart

“Het is op de kazerne erg leuk om te horen hoe anderen hem hebben gekend. Dan hoor je ‘ik mocht bij zijn uitvaart in de erehaag staan’, terwijl ik toen alleen maar dacht ‘ach, die arme mensen moeten hier de hele tijd staan’. Ik weet nog dat er zo’n 300 militairen in een lijn stonden opgesteld. De Willems-Orde werd daar overgedragen aan oma.

Opa’s as is uitgestrooid in de Javazee. Dat wilde hij graag, in het zeemansgraf herenigd met zijn broer en neven.

Afgelopen zomer ben ik zelf ook in Indonesië geweest. Ik wilde de plekken zoeken waar opa was geweest, maar dat was lastig. In Surabaja vonden we wel het graf van zijn broer op de mariniersbegraafplaats.

“Na de oorlog kwam 1 zoon terug.”

Familieleed

Het familieleed staat niet op de voorgrond maar moet een enorme impact hebben gehad. De familie leverde een elftal voor de krijgsmacht. “Na de oorlog kwam daarvan 1 zoon terug. Via de marine hoorden ze dat de anderen allemaal op 1 dag zijn gesneuveld. Het gaf opa lange tijd een schuldgevoel: ‘Waarom heb ik het wel overleefd, en zij niet.’”

Gebruik je vrijheid

“Voor opa en oma betekende vrijheid echt alles. Oma zei altijd: ‘We hebben het nu goed. Het is voorbij en geweest. Maar je moet het niet als vanzelfsprekend nemen.’ Opa had in de oorlog momenten dat hij dacht er niet meer uit te komen. Hij maakte daarom optimaal gebruik van de vrijheid. Doe wat je wil en leuk vindt, zei hij. Haal het onderste uit de kan.”

Voor haar zusje van 10 en volgende generaties hoopt Isabel dat de vrijheid in Nederland sterker groeit. “Voor Nederland is dat makkelijk gezegd. Je mag hier zijn wie je wil. Ik hoop dat ook voor mensen in andere landen het onderdrukte ophoudt.

Altijd van de partij

Dat opa al in 1974 met pensioen ging was voor ons heel erg leuk. Hij ging elke week wel naar een feestje, beëdiging en ditje-of-datje. Als het even kon gingen we mee. Sowieso elk jaar op 5 mei naar het defilé in Wageningen. Daar stonden we altijd langs de weg te kijken.”

De heldenstatus van Giovanni Hakkenberg kleurde de familiegeschiedenis, maar de nuchterheid bleef. Ook bij Isabel. “Voor mij was hij gewoon opa.”