Opa Overgoor bracht zijn fiets mee terug
Interview met cadet-adjudant Jeffrey Meulenberg
Mijn opa's dienden bij: de marechaussee en de veldartillerie.
Ik ben geplaatst bij: de Koninklijke Militaire Academie.
'Wotmof, Wotmof'
"Mijn beide opa's vochten in de Tweede Wereldoorlog. Opa Adriaan Meulenberg was beroeps: opperwachtmeester bij de marechaussee. Tijdens de Meidagen was hij brigadecommandant in Valkenswaard. Ze trokken zich volgens plan terug naar Roosendaal en hij vocht nog in Zeeland. Om de strijd te kunnen voortzetten trok hij zich met een grote groep Nederlandse militairen terug richting Frankrijk. Dat gebeurde per fiets en gecharterde bussen, waarbij ze onderweg werden blootgesteld aan Duitse luchtaanvallen.
"Oma heeft het zwaar gehad, alleen met 7 kinderen."
Vervolgens ging opa vanuit Brest met MS 'Prinses Beatrix' naar Engeland. Hij kwam een paar jaar later terug met de Prinses Irenebrigade. In november 1944 arriveerde hij in Brussel en hielp bij de voorbereidingen om in Zuid-Nederland het burgerlijk bestuur weer op gang te krijgen. Na de bevrijding was hij nog brigadecommandant marechaussee van Budel en Amersfoort, waarna hij in 1951 met pensioen ging.
Ik was zeer jong toen opa overleed, waardoor ik hem helaas niet goed heb gekend. Van oma Meulenberg weet ik dat ze het in de oorlog zwaar heeft gehad, alleen met 7 kinderen. Gelukkig kwam er veel steun vanuit de kerk. Mijn vader werd begin 1941 geboren en mijn oudste tante vertelde dat als hij Duitse soldaten zag hij altijd 'Wotmof, Wotmof' zei. Mijn vader kon de r nog niet zeggen."
Nederlandse militairen staken opa’s boerderij in brand
Mijn andere opa is Gerbrand Overgoor. Hij was boer in Stoutenburg bij Amersfoort en diende als korporaal bij het 8e Regiment Veldartillerie. In de Meidagen was hij echter ingedeeld bij het 32e Regiment Infanterie en hoorde bij de Lekgroep. Maar vlak voor de start van de oorlog was hij als versterking overgeplaatst naar Tiel in de Betuwe.
"De boerderij van opa ging net voor de gevechten in mei brandend tegen de vlakte. Het pand lag in het schootsveld van de Grebbelinie en moest dus verdwijnen. Wel cynisch: hij vocht in het leger dat zijn huis afbrak. Oma moest de boerderij evacueren. Het vee ging met een knecht mee naar Nijkerk en zij vertrok met 4 kinderen aan de hand naar Amersfoort. Ze ging per trein naar De Rijp. Oma vertelde wel eens dat zij de sloop niet erg vond, want ze vond het geen gezellig huis. Na de oorlog konden opa en oma op dezelfde plek een nieuwe boerderij bouwen.”
Familieverhalen
Opa Overgoor sprak weinig over de oorlog. "Hij vertelde wel een keer dat tijdens de gevechten richting de Grebbeberg de munitie opraakte en hij alleen nog maar zijn bajonet over had.
“Hij zei: 'Ik neem m'n fiets weer mee', is opgestapt en naar huis gereden.”
Legendarisch in de familie is het verhaal van 25 mei 1940, toen hij na een kort krijgsgevangenschap naar huis mocht. Zijn fiets stond nog in de buurt van het kamp. Hij herkende 'm aan het belastingplaatje achterop. Opa zei: 'Ik neem m'n fiets weer mee', is opgestapt en naar huis gereden." Grinnikend: "Hij heeft z'n fiets dus echt terug gehad van de Duitsers."
Van kleins af aan
Jeffrey kreeg Defensie met de paplepel ingegoten. “Mijn vader en ik gingen altijd met familie naar de open dagen van de luchtmacht. Kleedje mee, koelbox met broodjes erin en dan de hele dag maar kijken.” Hij wist al snel dat hij wilde sleutelen aan vliegtuigen. “Dat kon door een uniform aan te trekken. Op een reünie van de lagere school was er nauwelijks verbazing dat ik bij de luchtmacht werk. 'Je stond altijd naar boven te kijken wat er vloog in plaats van naar het plein', zei een heel stel.
Ik word momenteel omgeschoold van onderofficier tot Officier Techniek Luchtmacht en doe nu een verkorte cursus van 6 maanden aan de Koninklijke Militaire Academie.
“Vrijheid heeft blijvend onderhoud nodig.”
Mijn vader diende als dienstplichtige een jaar in Nieuw-Guinea. Er was altijd wel iemand in de familie met een uniform aan. Wat mijn kinderen gaan doen, weet ik niet. De oudste is 14 en erg geïnteresseerd in Defensie, maar ik heb geen idee of dat zo blijft.
"Doe niet zo moeilijk"
Ik ben regelmatig op uitzending geweest en als ik terugkwam, viel het mij altijd op hoe goed we het hier hebben. Mensen in Nederland maken zich druk om de kleinste dingen en dan denk ik vaak: Doe niet zo moeilijk. Morgen is er weer een dag.
Eerbetoon aan opa’s
Ik heb getwijfeld of ik aan dit interview wilde meedoen. Uiteindelijk gaf de doorslag dat ik mijn eigen kinderen ook probeer mee te geven wat vrijheid is en betekent. Daarom zijn we bijvoorbeeld naar Normandië geweest.
Ook wil ik mijn beide grootvaders nogmaals eren en mijn respect betonen voor wat zij in onzekere en angstige tijden deden. Ze droegen in het grote geheel hun steentje bij, hoe klein ook. Terwijl ze niet wisten wat hun lot zou zijn. Iets wat we ons nu amper meer kunnen voorstellen. Daarom is het goed om stil te staan bij 75 jaar vrijheid."
Voor mij is de essentie van vrijheid dat je niet gehinderd wordt om te zeggen en te doen wat je wil. We moeten de vrijheid koesteren. Vrijheid is in deze tijd zo vanzelfsprekend, maar we beseffen niet altijd dat het blijvend onderhoud nodig heeft. Er zijn in het verleden vele offers voor gebracht.