“Oma praatte honderduit over de oorlog. Opa zweeg”

Interview met Jolein Chapman

2 opa’s én 1 oma: ze streden voor Amerika en Nederland.

Ik werk als: stagiair en eerder als militair bij Defensie.

Vergroot afbeelding Jolein Chapman kijkt over fotoalbum van haar grootouders heen in camera. ook foto's uitgestald op tafel.
Jolein met een flink aantal foto's van haar grootouders.

Niet 1, maar 2 opa’s én een oma die zich als militair hebben ingezet voor een vrije wereld. Dat is het verhaal van Jolein Chapman. Ooit was ze cadet op de Koninklijke Militaire Academie en nu is ze – zij het tijdelijk – weer terug bij Defensie.

De geschiedenis heeft duidelijk een stempel gedrukt op het leven van Chapman (37). De verhalen van de Nederlandse opa en oma zijn achteraf gezien haar motivatie geweest om voor een leven als militair te kiezen. Door allerhande omstandigheden eindigde dát verhaal een beetje in mineur. Jolein: “Ik besef nu pas wat dat met me heeft gedaan.” Maar inmiddels volgt ze wel een stage bij Defensie.

Wellicht dat de studente Health Economics Policy and Law na haar master alsnog in de voetsporen van oma en de 2 opa’s kan treden.

“De man bleek doodsangsten te hebben uitgestaan in die tank.”

De Amerikaanse opa

Een van die grootvaders is, de achternaam verraadt het al een beetje, Amerikaans. Haar vader Russell maakte ooit furore bij de Urker basketbalclub Orca’s. Hij woont nu in Toledo (Ohio). Jolein is al een paar maal op bezoek geweest.

“Tijdens een van die reizen kwam ik er achter dat mijn Amerikaanse opa als bemanningslid van een tank heeft gevochten in de Korea-oorlog. Dat was wel een verhaal. De man bleek doodsangsten te hebben uitgestaan in die tank.”

De stille Groninger

Maar het gaat meer over de stille Groninger Kees Schreuder, en oma Jopie Lemstra. Beiden geboren in 1925; hij in Vlagtwedde, zij in Nieuw-Weerdinge. “Zij was juist heel erg van de details over wat ze heeft meegemaakt. Ze praatte honderduit over die periode. Maar opa zweeg over zijn verleden. Daar zal hij het best moeilijk mee hebben gehad.”

Vergroot afbeelding Oude foto's opa Kees en oma Jopie.
Beeld: Privé-archief Chapman.
Opa Kees en oma Jopie.

Het relatief rustige noorden

Nog onwetend van elkaars bestaan doorstaan ze de Tweede Wereldoorlog relatief rustig in het Hoge Noorden.

Er verblijven vooral jonge Duitse militairen in het gebied en er heerst geen vijandige sfeer, weet Jolein uit overlevering. “Er is wel een flink aantal vliegtuigen neergeschoten boven het gebied. Mijn familie heeft zich zowel over geallieerde als Duitse bemanningsleden bekommerd.”

“Oma vertelde me dat ze haar eerste kusje van een Britse vlieger heeft gehad. Op het laatst van de oorlog werden de omstandigheden wel minder. Zo hebben de Duitsers het enige paard van mijn overgrootvader gevorderd. Dat dier is trouwens 2 keer ontsnapt en weer teruggelopen naar huis.”

Naar de Oost

De oorlog zorgt er niettemin voor dat beiden ervoor kiezen naar Nederlands-Indië te vertrekken. Opa Kees op 1 september 1946 met de 7 December Divisie. Voor hem is dat als dienstplichtige niet zo vreemd, voor oma Jopie des te meer. Ze loopt eerst weg van huis, laat zich opleiden tot verpleegkundige bij het Internationale Rode Kruis en neemt dienst bij de pas opgerichte Militaire Vrouwen Afdeling (Milva). Een jaar na Kees, vertrekt ook zij naar de Oost.

De Noorderlingen komen elkaar voor het eerst tegen bij Bandung, waar Jopie als sergeant in het zusterhuis verblijft. Opa Kees werkt bij de militaire politie onder meer als ordonnans. Hij pendelt tussen Soerabaja, Bandung en Jogjakarta. In die periode gebeuren er volgens Jolein ook zaken die zijn zwijgzaamheid verklaren.

“Oma was een enorme inspiratiebron met de verhalen over haar diensttijd.”

Oma Jopie kijkt echter met veel plezier terug op die tijd. “Ze had een album met foto’s en brieven uit die periode. Dat pakte ze vaak als ik bij haar was en dan kwamen de verhalen”, weet Jolein nog. “Helaas heb ik dat album niet meer kunnen vinden na haar overlijden bijna 7 jaar geleden.”

Romance in Nederland

Van een romance is in het onrustige Nederlands-Indië nog geen sprake. Dat komt pas als ze elkaar bij toeval weer ontmoeten in het Militair Hospitaal dr. A. Mathijsen in Utrecht. Ze trouwen in 1951 en 5 jaar later wordt Marjan geboren, de moeder van Jolein. Het paar verhuist van Uithuizen naar de Flevopolder. “Opa moest daarvoor net als de andere pioniers een examen afleggen om als eerste bewoners te worden toegelaten.”

Thuis bij Defensie

Na het arbeidzame leven strijken Jopie en Kees neer in Wolvega. Opa overlijdt daar in 1996. “Ik ben daarna heel veel bij mijn oma langs geweest. Een enorme inspiratiebron met haar verhalen over haar diensttijd. Dat heeft mij ook naar de Koninklijke Militaire Academie gebracht.

Toen ik vorig jaar bij Defensie terugkwam voor mijn master, rolde ik er zo weer in. Het is een wereld waarin ik me thuis voel. Maar mijn eigen wereld is trouwens wel wat leger geworden, nu ik niet meer kan luisteren naar de verhalen van mijn oma. Ze was mijn vriendin, ik mis haar nog elke dag.”