Opa’s zwijgzaamheid spreekt tot de verbeelding

Interview met Marc Lijn

Opa diende als: onderofficier bij het 2e Regiment Wielrijders, verzetsman en officier bij de 2e Divisie ‘Palmboom’ in Nederlands-Indië. Als beroepsofficier eindigde hij als commandant van 13 Pantserinfanteriebrigade.

Ik werk als: adjudant opleidings- en trainingsbegeleider bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando.

Vergroot afbeelding Militair toont foto van zijn opa als militair.
Marc toont foto van zijn opa.

Een indrukwekkende loopbaan

Ondanks de indrukwekkende loopbaan van zijn opa kolonel André Soomers weet Marc niet veel van wat zijn opa deed bij Defensie. “Daar werd niet over gesproken”, vertelt Marc. “Uit zijn Staat van Dienst weet ik dat hij in ’39 als onderofficier bij het 2e Regiment Wielrijders diende. Die hadden we toen nog; mannen op de fiets.”

Marc is ook in het bezit van het persoonsbewijs van opa’s tijd bij het verzet. Net als de Staat van Dienst spreekt het persoonsbewijs tot de verbeelding. Niet heel lang daarna vertrok (destijds) luitenant Soomers van ’47 tot ‘49 naar Nederlands-Indië.

“Vroeger beheerste militair zijn veel meer je leven dan nu. Kijk alleen al hiernaar.” Trots pakt Marc de medailles van zijn opa erbij.

“Tegenwoordig ga je korte periodes weg en heb je een hele rits aan medailles op je borst. Opa had misschien minder medailles dan een militair tegenwoordig aan het einde van zijn loopbaan heeft, maar bij elkaar is hij voor die medailles wel veel langer van huis geweest. Mijn moeder komt uit ’44 en heeft het de eerste jaren van haar leven zonder vader moeten doen. Dat heeft impact.

“Er gingen geluiden dat ze hem wilden bevorderen tot brigadegeneraal."

Vergroot afbeelding Persoonsdocumenten van oud-militair.
Persoonsdocument en Staat van Dienst van Marcs opa.

Na Nederlands-Indië bleef opa in dienst als officier bij de pantserinfanterie. Uiteindelijk verliet hij de dienst als kolonel zonder de Koninklijke Militaire Academie van binnen te zien.” Er verschijnt een grijns op het gezicht van de adjudant. “Er gingen geluiden dat ze hem wilden bevorderen tot brigadegeneraal, maar dat ging de generaals iets te ver.

Herinneringen uit derde hand

Vroeger werden je vrouw en kinderen ook veel meer betrokken bij het werk. Via de herinneringen van mijn moeder kwam ik daardoor toch wat over opa te weten. Dan herkende ze de kazerne van Havelte waar ze mij beëdigden of de vijver tegenover de officiersmess van Legerplaats Oirschot waar ze vroeger op schaatste.

Veel van wat ik weet over opa komt op die manier uit derde hand of uit zijn Staat van Dienst.” De kopie van de Staat van Dienst van de kolonel geven een vergeeld en gehavend document weer. Op een aantal pagina’s heeft een peukafdruk bijna een gat door het document gebrand. Marc lacht. Het doet hem denken aan een anekdote van zijn oom.

“Na het eten kwam bij opa de asbak op tafel zoals gebruikelijk was in de jaren ’50. Opa had gehoord dat mijn toen elfjarige oom had gerookt. Opa haalde een dikke sigaar tevoorschijn die mijn oom helemaal op moest roken. De idee was natuurlijk dat hij het dan wel af zou leren. Maar mijn oom rookte dat ding tot aan zijn vingers op.

Vergroot afbeelding Medailles oud-militair in hand van militair.
Trots pakt Marc de medailles van zijn opa erbij.

Na moeten denken over vrijheid is een luxeprobleem

Mijn moeder is in de hongerwinter van ‘44 geboren; dan krijg je een stukje schaarste mee. Als ik bijvoorbeeld zei dat ik iets niet lustte dan zeiden mijn ouders: ‘Het wordt tijd dat er weer eens oorlog uitbreekt; dan leer je wel waarderen wat op tafel komt.’

Dat beseffen wij ons niet meer. Het is een luxeprobleem dat we tegenwoordig na moeten denken en uit moeten zoeken wat vrijheid betekent. We staan er niet meer bij stil en zijn er min of meer aan gewend.

“Het was al vroeg duidelijk dat ik in dienst wilde.”

Kleine beslissingen maken wie je bent

Het was al vroeg duidelijk dat ik de dienst in wilde. Net als opa wilde ik naar 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers waar hij lange tijd diende. Uiteindelijk werd het 42 Tankbataljon.

Ineens was ik tanker en dat beviel wel. Maar toen ik in ’97 van de Koninklijke Militaire School afkwam hadden ze genoeg tankers en werd ik onderofficier bij de luchtdoelartillerie. Tegenwoordig ben ik opleidings- en trainingsbegeleider bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando. Ik heb het altijd bijzonder gevonden hoe ogenschijnlijk kleine beslissingen maken wie je bent.

Ondanks dat ik mijn opa maar kort heb mogen meemaken, denk ik nog veel aan hem. Als ik plekken zie waar hij was gestationeerd, beeld ik mij in hoe dat geweest moet zijn. En net zoals sommige mensen met hun huisdier praten, zo praat ik nog wel eens met opa. Dan vraag ik hem in gedachte wat hij vindt van wat ik doe.”