“Het jongetje ging mee in de plunjebaal”
Interview met matroos der 1e klasse Niels Primowees
Opa werkte als: verzetsstrijder, en militair bij het Regiment Stoottroepen in Indië.
Ik werk als: matroos technische dienst.
“Opa was nog bij mijn baretuitreiking”, vertelt Niels Primowees. Hij laat in zijn telefoon een foto van hen samen zien, maart 2014. “2 maanden later overleed hij.”
“Als dienstplichtig soldaat maakte opa in mei 1940 het bombardement op Rotterdam mee vanonder een brug. Ook in Beverwijk ontsnapte hij aan de bommen. Na het wachtlopen bij een munitieopslag fietste hij naar huis en hoorde hij de inslagen achter zich. Die krater is nu een vijver.”
Opa Breetveld
Over zijn opa vertellen maakt een bepaalde trots in Niels los. Wie was zijn opa? Het gaat over Jan Breetveld, in zijn woonplaats Castricum bekend als gymnastiekleraar, opperman en metselaar.
“Wij zijn bevrijd, zij moeten dat ook kennen.”
In de oorlog kwam opa Breetveld bij het verzet. “Wat ze deden was niet heel erg strafbaar, meer beveiligerachtig. Na de Tweede Wereldoorlog kwam hij bij de Binnenlandse Strijdkrachten en arresteerde en bewaakte hij NSB’ers in Duin en Bosch in Castricum.”
Stoottroepen Nederlands-Indië
“Samen met een kameraad werd opa gevraagd te vechten in Nederlands-Indië. Hij ging. 'Wij zijn bevrijd, en dat voelt goed. Zij moeten dat ook kennen', zei hij daar later over. Als oorlogsvrijwilliger kwam hij bij het 8e bataljon Regiment Stoottroepen. Ze kwamen niet echt in zwaar oorlogsgebied. Niels’ oma wist nog dat er in 1947 veldartillerie werd toegevoegd bij Pladjoe, er kwam versterking van de Huzaren van Boreel. “Het betekende bloed, zweet en tranen.”
Jongetje in plunjebaal
Wat Niels vooral bijstaat is het verhaal over een jongetje dat elke dag langskwam. “Geen eten, geen kleren. Ze maakten een klein dienstpakje voor hem en noemden hem Tommy Ilak. Omgekeerd is dat kali, een Indische rivier. Elke ochtend stond hij bij het appel. Als de eenheid naar een ander eiland verhuisde, nam opa het jongetje mee in zijn plunjebaal. Voor terugkeer naar Nederland openden ze een rekening en legden geld in. Het jongetje kon zo naar een internaat en is met hulp van een missionaris leraar geworden.”
De kleine Tommy staat 2 keer op een foto. Niels laat een klein stapeltje foto’s zien die zijn 93-jarige oma voor dit interview meegaf. Zijn opa schoot ze met zijn eigen camera. En hij staat er zelf ook een paar keer op. “Als ik zijn foto’s zie denk ik: wauw... wat een knappe man."
Klik op de foto's voor meer informatie.
Zware momenten na de oorlog
“Opa sprak heel nuchter over de oorlog. Alleen de leuke verhalen, nooit over een vuurgevecht." Maar Niels weet beter. “Hij zat natuurlijk wel bij de stoottroepen. Elk jaar met dodenherdenking en Bevrijdingsdag had opa het zwaar… waarschijnlijk herbelevingen. Hij heeft echt wel dingen niet verteld aan ons, expres niet. Ja, een keer dat de Duitsers een eh…." Niels stopt, en vertelt alleen het gevolg. “Hij had echt een hele grote hekel aan Duitsers. Op vakantie naar Oostenrijk gingen ze bijvoorbeeld niet door Duitsland.”
"Werken is niet leuk als je het alleen maar voor jezelf doet."
Keuze voor Defensie
De verhalen van opa wakkerden bij Niels wel het verlangen aan iets van de wereld te zien. Als installateur maakte hij als begin 20-er de keus voor Defensie. “Toekomstperspectief, uitdaging, kijken of ik het kon, en iets met mijn handen doen. Opa vond het te gek! Op z’n sterfbed zei hij tegen me: je komt toch wel in je nette uniform naar m’n begrafenis hè? Tuurlijk, zei ik."
Ze deelden het gevoel van vrijheid. Wat dat dan is? “Moeilijk uit te leggen, het is zo normaal in Nederland. Ik denk niet dat mensen het zo beseffen. Alleen al dat je ’s nachts gewoon over straat kunt lopen. Dat hoop ik ook voor mijn kleinkinderen, dat ze leven in een vrij land. Vrij qua journalistiek, geloof, seksualiteit, alles.”
Reparaties aan boord
Net als opa wil ook Niels dat anderen het goed hebben. Als matroos technische dienst ging hij aan boord van Zr.Ms. De Ruyter 2 keer op uitzending binnen een NAVO-vlootverband. Zijn ogen glinsteren als hij vertelt over zijn werk: RHIB’s en hydraulische dekkranen herstellen, of als machinaal verspaner metaal bewerken.
“Je komt toch wel in je nette uniform naar m’n begrafenis hè? Tuurlijk, zei ik.”
Waar je genoeg unieke reparaties kunt verrichten aan boord van zo’n luchtverdedigings- en commandofregat, gaat Niels zijn hart uit naar een kapotte frituurpan of wasmachine. “Reparaties die belangrijk zijn voor iedereen, waarmee je de mensen aan boord blij maakt. Werken is niet leuk als je het alleen maar voor jezelf doet.”
Oude munitiekist
Op dit moment is Niels in opleiding om korporaal te worden. Dat betekent een jaar in de schoolbanken. Met een veelzeggende blik: “Ik doe liever iets met mijn handen.” Eigenlijk net als zijn opa.
De volgende les begint bijna. Niels stopt de foto’s weer in een plastic tas. Samen met aandenkens zoals het Ereteken voor Orde en Vrede, een baret en een id-plaatje. “Thuis heb ik ook nog een oude munitiekist staan van mijn opa. Die heeft hij in de oorlog zelf 'meegenomen'… een Duitse.”