Groen senior en junior: ze deden wat nodig was

Interview met luitenant-kolonel Pieter-Bas Groen en zijn opa Antoon Groen

Opa werkte als: kok bij een verzorgingspeloton Prinses Irene Brigade, helper Bren-schutter en schilder bij 43 Aan- en Afvoertroepen.

Ik werk als: senior stafofficier Internationale Operaties.

Luchtmachtoverste Pieter-Bas Groen maakte jaren geleden een carrièreswitch. Hij gaf zijn goedbetaalde reclamejob op voor een loopbaan bij Defensie. De trigger: 9/11. “Ik wilde bijdragen aan een betere wereld. Iets doen wat er echt toe deed. Nee, op die beslissing hadden opa's verhalen uit Indië geen invloed, zegt hij. “Die vertelt daar eigenlijk pas de laatste jaren over.”

In de mooie Voorburgse woonkamer van zijn kleinzoon doet de 90-jarige Antoon Groen zelf zijn verhaal. Aan deze fit-ogende en welbespraakte man zie je zijn hoge leeftijd niet af.

“Ik was 19 jaar, getrouwd en net vader en moest als dienstplichtig soldaat naar Nederlands-Indië. Mijn vrouw wilde absoluut niet dat ik ging. Dus deed ik er alles aan om niet te hoeven. En dat lukte ook nog. Nou, de hele familie blij natuurlijk!” Helaas, de jonge Groen krijgt een paar weken later alsnog opdracht te gaan. En wel de volgende dag!

Schouderklopje

Hij is op dat moment gelegerd op de Harskamp. “Maar hoe kon ik vertrekken zonder afscheid te nemen?” Groen besluit 'm te smeren en zonder een cent op zak weet hij Den Haag te bereiken om vrouw en zoon nog een keer in de armen te sluiten. Waarna hij zich de volgende morgen keurig meldt bij het schip in Rotterdam. “Een meerdere gaf me zelfs nog een schouderklopje, omdat ik toch was gekomen”, vertelt Groen met een twinkeling in zijn ogen. “Velen deserteerden namelijk in die tijd, maar dat wilde ik niet.”

"Ik wilde niet deserteren.”

Kok op Sumatra

Met 7.200 man aan boord van Hr.Ms. Volendam vaart hij september 1949 in 4 weken naar de archipel. “We moesten onszelf vermaken. Praten, kaarten, films kijken, best heel gezellig eigenlijk.” Groen komt uiteindelijk terecht bij een verzorgingspeloton van de Prinses Irene Brigade op Sumatra. “Omdat ik een beetje horeca-ervaring had, bombardeerden ze mij tot kok. Samen met een paar 'baboes' (Indisch personeel) bestierde ik de keuken.” Fruit en groenten betrok Groen van een Chinees die de spullen verbouwde. “We zorgden ook voor distributie naar andere eenheden”, blikt hij terug.

Luchtpostvelletjes

Groens herinneringen zijn haarscherp en hij brengt ze gedetailleerd en beeldend tot leven. Op schoot een stapeltje zwart-witfoto’s, een embleem, een getuigschrift… stille getuigen uit een ver verleden.

Hij heeft het goed op Sumatra, maar het gemis van vrouw en zoon voelt hij in iedere vezel. “Ik las elke brief wel 10 keer over. Je weet wel, schrijfsels op van die dunne luchtpostvelletjes....” Het verdriet van toen is nog steeds voelbaar, zijn ogen zijn vochtig.

"De boel was compleet gesloopt."

Ontzetting marinekazerne

Na zijn koksjaar wordt Groen overgeplaatst naar Djakarta op Java. “Kort na aankomst kregen wij opdracht een Nederlandse marinekazerne te ontzetten. Er gold ‘cease fire’ (staakt-het-vuren), maar het Indonesisch leger (TNI) had na afkondiging daarvan de kazerne met wapens ingenomen. Terwijl wij onze posities innamen - ik was helper van de Bren-schutter – werd met de nationalisten onderhandeld. Die verlieten de kazerne uiteindelijk vrijwillig, maar ze lieten wel een grote ravage achter. De boel was compleet gesloopt en alle foto’s, schilderijen en plaquettes die betrekking hadden op het Nederlandse koningshuis waren vernield.”

Tommy-gun

Van gevechten kreeg Groen verder niets mee. De politionele acties waren achter de rug, de soevereiniteit overgedragen. Wel kwam er een ‘maat’ om. Tijdens een wisseling van de wacht ging het wapen, een Tommy-gun, per ongeluk af. “Het moet vreselijk zijn geweest voor die ouders.”

Begraafplaats Menteng Poeloe

De laatste periode van zijn uitzending brengt Groen door bij 43 Aan- en Afvoertroepen. Zijn nieuwe werk: het schilderen van militaire voertuigen. En heel veel wachtlopen... Ook op begraafplaats Menteng Poeloe. “Daar lagen allemaal Nederlandse jongens. Kruizen met daaraan een helm, markeerden de graven. Door zo’n helm uit te deuken, kon je er een pannetje van maken. Gevolg: ze werden bij bosjes gestolen. In opdracht van generaal Spoor moesten wij de kampongs in om de dieven (lees: pannetjes) te traceren. We gaven dan een waarschuwing. Tja, meer kon je eigenlijk niet doen.”

Warme band

Pieter-Bas breekt af en toe in tijdens het gesprek, stelt een vraag of moedigt opa aan. Dat Groen senior en junior een warme band hebben, spreekt boekdelen. Opa is trots op het werk van zijn kleinzoon. Net als hij ging die op uitzending naar een ver land: Afghanistan.

“Waar kun je je druk over maken in een land dat in vrijheid leeft?"

Luxe van vrijheid

Na 3 missies daar stond Pieter-Bas meer dan ooit stil bij de betekenis van vrijheid. “Ik zag mensen bij Albert Heijn bekvechten over een laatste fles wasmiddel. Waar kun je je druk over maken in een land dat in vrijheid leeft? vroeg ik me af. Dat je die luxe hebt. In Afghanistan stonden kinderen op slippers in de vrieskou. Ze wilden niets liever dan een pen om te schrijven of een vlieger om te spelen. Nu ik zelf kinderen heb, besef ik nog meer wat vrijheid echt inhoudt.”

De afgelopen jaren was Pieter-Bas bij Nationale Operaties verantwoordelijk voor de coördinatie van militaire bijstand en steunverlening aan civiele instanties in Nederland. Denk aan gemeenten, justitie, politie, brandweer en Openbaar Ministerie. Begin deze maand ging hij aan de slag bij Internationale Operaties.

Opa kijkt trots naar zijn kleinzoon. Straks gaan ze samen lunchen….