“De aanval op de Grebbeberg ging langs hen heen”
Interview met kapitein Stijn Henken
Opa werkte als: infanterist bij 21 Regiment Infanterie.
Ik werk als: instructeur gevechtsleiding bij de luchtmacht.
“Opa Smits diende in de Meidagen van 1940. Als vaandrig (officier in opleiding) was hij geplaatst bij 21 Regiment Infanterie op de Grebbeberg, maar de aanval van de Duitsers richtte zich op andere eenheden. Het ging langs hen heen.
"In de chaos werd hij als vermist opgegeven, maar dat wist hij zelf niet."
Mijn oom wist te vertellen dat opa veel heeft afgegeven op de vechtbereidheid onder de Nederlandse officieren. Opa vond dat ze te snel zijn omgegaan.
Zelf kwam hij er met enkele kleerscheuren vanaf. Letterlijk… een granaatscherf sloeg een deel van zijn broek weg. In de chaos van het vertrek werd hij als vermist opgegeven, maar dat wist hij zelf niet.
Verloren zoon
De vader van mijn opa fietste vanuit Tilburg naar de kazerne in Utrecht en zag zijn 20-jarige zoon op de lijst van vermisten staan. Hij wist zich de kazerne op te praten… en daar zag hij opa gewoon lopen.
Kamp Stanislau en Neubrandenburg
1 maart 1943 werd opa krijgsgevangen genomen in Utrecht. Als vaandrig werd hij met de officieren naar Stanislau gebracht en in januari 1944 naar Neubrandenburg. De Russen bevrijdden hen 28 april 1945.
"Hij ontfutselde enkele vlieglessen op een Spitfire."
In gevangenschap maakte hij een deel van zijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) af. Hij wilde vlieger worden en ontfutselde na de Duitse capitulatie enkele vlieglessen op een Spitfire. Dat lukte door een Britse instructeur te beloven met een van zijn zussen uit te gaan.
Er was alleen geen plek bij de Militaire Luchtvaart en zo belandde hij bij de infanterie.
Direct door naar Indië
Hij werd meteen naar Indië gestuurd. In 1946 kwam hij terug. Met zijn ervaringen op zak kreeg hij de taak andere militairen voor te bereiden op Indië.
Dat was in Nijmegen waar hij mijn oma ontmoette. De 7e keer dat ze elkaar zagen was voor het altaar. ‘Vind je het goed met een kapitein te trouwen’, vroeg hij haar door de telefoon. Oma dacht, aan wie wil hij me slijten? Ze wist niet dat hij bevorderd zou worden. Het is een van de verhalen die het binnen de familie altijd goed doet.
"Zijn naam staat ook in de muur van de Henricuspoort gekerfd."
Als kapitein compagniescommandant vertrok hij opnieuw naar Indië, nu samen met oma. Mijn oom, die de meeste verhalen van opa weet te vertellen, is daar in Gorontalo op Noord-Sulawesi geboren.
Uiltje en Henricuspoort
Enkele jaren later keerden ze terug naar Nederland. In elk geval voor 1953 omdat er toen een foto van opa is gemaakt tijdens een cursus. Die foto hangt op de KMA in 'het Uiltje', het lesgebouw waar veel jaarfoto’s hangen. Zijn naam staat ook in de muur van de Henricuspoort gekerfd, net als die van mijn oom. Toen ik zelf op de KMA zat, liep ik dagelijks door die poort.
In Nederland had opa verschillende functies bij de infanterie. Hij verliet de krijgsmacht als brigadegeneraal."
"Ik wilde vlieger worden"
De infanterieloopbaan van zijn opa was aan Stijn niet besteed. Sportacademie, hotelschool en bouwkunde verloren het wel van de KMA, vanwege het wetenschappelijke, de sport en de persoonlijke ontwikkeling.
“Ik wilde vlieger worden, net als waarschijnlijk 80% die bij de luchtmacht wil, en ja net als mijn opa. Dat ging niet door en ik kwam bij de gevechtsleiding op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen.
Gevechtsleiding
Inmiddels leer ik militairen die net van de KMA komen hoe ze gevechtsleiding geven. Infanterist was niets voor mij geweest. Van schuttersputjes graven kreeg ik geen glimlach op mijn gezicht, en met stukjes rood-wit lint als oefenvijand kon ik niets. Pas met een echte oefenvijand kwam ik erin.
Ik vind het wel knap van studiegenoten die daarvoor kozen, vooral qua leiderschap. Het is overigens appels met peren vergelijken: 40 soldaten voorwaarts sturen of tientallen vliegtuigen in een luchtgevecht begeleiden.
Aan de stok met legerleiding
Voordat ik op de KMA begon, ging ik een dag met mijn oom op pad. Hij vertelde me verhalen over de KMA, en over opa als militair.
"Hij verliet de krijgsmacht als brigadegeneraal.”
Opa had het vaak aan de stok met de legerleiding. Hij had zo zijn eigen visie. Zelf vond hij zijn eigen auto bijvoorbeeld goed genoeg, terwijl hogere officieren hem erop wezen dat het beneden zijn stand was.
Die eigenschap herken ik bij mezelf. Als ik denk dat iets beter kan, kan het even duren voordat iemand me overtuigt van het tegendeel.
Familieband en vrijheid
Opa vertelde zelf niet veel over de oorlog, wel enthousiast over Indië. Rond zijn en oma’s verjaardag gingen we altijd naar een Indisch restaurant. Dat doen we als familie nog steeds, ook nu ze zijn overleden.
Wat vrijheid voor opa betekende, weet ik niet echt omdat ik pas 15 was toen hij overleed. Voor mij betekent het dat ik zelf keuzes kan maken. Dat we in een land leven waar je kan kiezen voor school, werk en waar en met wie je woont. Voor mijn 2 dochters hoop ik hun denkproces te stimuleren, zodat ook zij hun eigen keuzes kunnen maken. Dat probeer ik als instructeur ook.
Om onze vrijheid te vergelijken met andere landen hoop ik nog eens op uitzending te gaan. Wie weet in mijn volgende functie als jurist.”