Doodgewaande opa inspireert nog dagelijks

Interview met luitenant-kolonel Ted Jansen

Opa diende bij: onder meer de 1st Polish Armoured Division.

Ik werk als: hoofd managementinformatie bij de landmacht.

"Mijn opa is Pools. Hij heet Piotr Przyboroski. Zijn dochter, mijn moeder, heet Jansen. Hollandser kan het haast niet. Hoe dat komt, is een lang verhaal.

“Het kwam tot man-tegen-man-gevechten en soldaten gingen elkaar te lijf met pioniersschoppen en bajonetten.”

Vergroot afbeelding Ted Jansen met op achtergrond bij wapensysteem van vroeger. Toont foto en onderscheidingen van zijn opa.
Jansen toont een foto en de onderscheidingen van zijn opa.

Opa’s vlucht door Europa

Mijn opa was dienstplichtige in het Poolse leger, toen de Duitsers in 1939 binnenvielen. Nadat de strijd daar was verloren, trok hij met een deel van het Poolse leger via de Balkan naar Frankrijk. Ze vormden een Poolse divisie onder Frans bevel, en zo vocht hij in juni 1940 weer tegen de Duitsers. Toen Frankrijk ook capituleerde, werd opa naar Engeland geëvacueerd om deel uit te gaan maken van de 1st Polish Armoured Division. Daarmee kwam hij na D-Day weer terug op het Europese vasteland en vocht mee tot de Duitse overgave in 1945.

Opa vertelde weinig over de oorlog, hoorde ik later. Soms over de gevechten bij Falaise. Daar kwam het tot man-tegen-man-gevechten en gingen soldaten elkaar te lijf met pioniersschoppen en bajonetten."

Met lege handen na 6 jaar vechten

Jansens opa bevrijdde met zijn eenheid Breda en werd daarna in 's Gravenmoer ingekwartierd bij een weduwe met 2 kinderen. "Daar leerde hij mijn toen 18-jarige oma kennen die oppaste", vertelt Jansen. "Opa en oma kregen een relatie en na een tijdje trok mijn opa's eenheid verder richting Duitsland. In de omgeving van Leer, net over de grens bij Winschoten, raakte hij 2 dagen voor de capitulatie zwaargewond en werd naar Engeland gebracht om te genezen en te revalideren. Een zus van mijn oma vertelde al dan niet moedwillig tegen mijn oma dat opa was omgekomen.

Mijn oma ging naar Delfshaven, beviel daar en trouwde met een oude vriend die Jansen heette. Mijn stiefopa erkende het kind en zo heette mijn moeder dus Jansen.

Mijn opa keerde na zijn revalidatie terug naar Nederland, maar is door die zus van oma afgewimpeld. Opa vertrok teleurgesteld terug naar Engeland en is daar uiteindelijk getrouwd. Hij kon na 6 jaar vechten niet terug naar Polen, vanwege het communistische regime daar. Heel wrang dat iemand na zo'n periode met niets achterblijft. Geen familie, geen vriendin. Contact onderhouden met familie in Polen ging na de oorlog maar heel moeizaam. Die contacten bloedden dood."

“Opa ontving 4 Engelse onderscheidingen en 1 Poolse."

Zoektocht naar opa

Jansens moeder ontdekte dat haar vader niet was omgekomen en ging op zoek. Maar dat was erg moeilijk omdat oma alle herinneringen had vernietigd.

Er gingen tientallen jaren overheen. Uiteindelijk vond ze via internet een Britse stichting die kinderen van geallieerde militairen hielp zoeken naar hun biologische vader. "Opa vinden ging niet zonder slag of stoot. Engelse vrijwilligers die zoeken naar een Poolse naam die op z'n Nederlands fonetisch wordt uitgesproken. Je snapt wel dat dat een dingetje was, maar het lukte. Ze vonden een trouwakte. Het bleek dat mijn moeder een halfbroer had. Daarna is er voorzichtig contact ontstaan. Mijn moeder kreeg een foto van opa opgestuurd en liet die ter identificatie aan oma zien. Haar reactie: 'Ik wist niet dat Ted zo op 'm leek'. Het contact met Engeland is nog altijd heel erg goed. We hebben ook het graf van mijn opa bezocht."

Er bleek bij het Britse ministerie van Defensie een dossier te bestaan over Piotr Przyboroski. "Opa ontving 5 onderscheidingen voor zijn deelname aan de strijd: 1 Poolse en 4 Engelse. Ik heb de Engelse van mijn oom gekregen, mooi laten opmaken en nu plaats ik ze soms met opa’s foto op mijn bureau op de kazerne. Het is niet duidelijk waar de Poolse onderscheiding is gebleven. Ik hoop deze ooit te kunnen verkrijgen en samen met de anderen op te laten maken.

Ik zie overeenkomsten tussen opa en mij. We zijn beide militair. Opa was luchtdoelartillerist, ik veldartillerist. Of we ook qua karakter op elkaar lijken, durf ik niet te zeggen. Ik heb opa nooit gesproken, want hij was al overleden voordat ik hem kon leren kennen.

Militair uit idealisme

Ik wilde van jongs af aan altijd militair worden. Oma was trots op wat ik doe, weet ik. Militairen staan ergens voor en zijn idealisten. Mensen begrijpen niet altijd dat militairen nodig zijn om vrede en vrijheid te krijgen en te houden.

Ik heb 3 uitzendingen gedaan en veel als backpacker gereisd. Zo leerde ik hoe de wereld in elkaar zit en ook hoe naïef we hier in Nederland kunnen zijn. Ik geef  bedelaars nooit geld, maar steun organisaties die het armoedeprobleem structureel aanpakken. Anderzijds: niet-gouvernementele organisaties zijn ook gewoon bedrijven. Ook dat zag ik tijdens uitzendingen. Hun eigenbelang gaat voor dat van een andere ngo", zegt Jansen.

“Ongelimiteerde vrijheid bestaat niet. Mijn vrijheid mag die van jou niet belemmeren."

“Een missie in het buitenland is een manier om iets goed te doen voor een ander”, vindt Jansen. “Misschien niet altijd de beste manier. Soms moet je volstaan met 'containen': een probleem indammen en voor veiligheid zorgen en anderen laten zorgen dat het 'normale' leven weer op gang komt."

We kunnen en durven vechten

"Door de uitzendingen naar Bosnië en Afghanistan en mijn werk als militair waardeer ik onze vrijheid. En ik herken bedreigingen van de vrijheid en vrede beter dan anderen. Daarom zeg ik: laat het niet bij woorden als je zegt dat we iets voor de vrijheid moeten doen. Dat is de laatste decennia juist wel gebeurd.

Mijn opa knokte er hard voor, maar stond aan het eind met lege handen. Daarom: zorg voor een geloofwaardige krijgsmacht die tegenstanders afschrikt. Nederlanders hebben dat tijdens uitzendingen bewezen: we kunnen en durven vechten. Daarin hebben we toch wel een goede naam bij collega's in het buitenland."

Sociaal contract

"Vrijheid is voor mij het mogen maken van keuzes: zelf bepalen welke opleiding, school, partner, levenswijze, vakantie of welk eten ik wens. Altijd binnen een kader van normen en waarden. Je hebt eigenlijk een sociaal contract met jouw omgeving. Daarin heb je rechten en plichten. Ongelimiteerde vrijheid bestaat niet. Mijn vrijheid mag die van jou niet belemmeren."