Beschermen buitengrenzen

Wat is het belang van de Nederlandse krijgsmacht door de jaren heen: op het gebied van externe veiligheid?

Nederland heeft zich met militaire middelen vrijgevochten van Spanje. Sindsdien hebben de Nederlanders altijd een krijgsmacht nodig gehad om hun grondgebied en samenleving te verdedigen tegen militaire aanvallen van buiten. Hoe de Nederlandse krijgsmacht dat heeft gedaan, hing af van verschillende omstandigheden. De belangrijkste was de krachtsverhouding tussen de eigen krijgsmacht en die van de (mogelijke) vijanden.

17e en 18e eeuw: Nederland grote bondgenoot

In de tweede helft van de 17e en begin 18e eeuw was Nederland economisch sterk. Het kon een groot vrijwilligersleger betalen en was zo een belangrijke bondgenoot. Daardoor kon het samen met de Engelsen en anderen op agressieve wijze Frankrijk tegemoet treden. Frankrijk dat zijn grondgebied wilde uitbreiden.

Vergroot afbeelding Schilderij 'Slag bij Malplaquette' (1708).
Beeld: Afbeelding: Wikipedia
Schilderij 'Slag bij Malplaquette' (1708).

Slag bij Malplaquet

Een voorbeeld is de Slag bij Malplaquet op 11 september 1709. Groot-Brittannië, Nederland en Oostenrijk waren toen al 7 jaar in oorlog met Frankrijk. Een van de betwiste gebieden waren de Zuidelijke Nederlanden. Dat is ongeveer het gebied wat nu België en Luxemburg is. De geallieerden hadden de Franse troepen daar eind 1708 in het defensief gedrongen. De Fransen ontweken een directe confrontatie met de geallieerde troepen en trokken zich terug achter een linie van vestingen.

Een van die vestingen was Bergen, vlak bij de Franse grens. Daar zagen de Fransen zich toch gedwongen tot het leveren van een veldslag in open terrein vlak bij het nabijgelegen gehucht Malplaquet. Dit werd de bloedigste veldslag van de 18e eeuw. De geallieerden wonnen. De Fransen verloren op die dag ongeveer 17.000 doden en gewonden. De geallieerden 20.000, waarvan 8.500 man Nederlandse troepen. Het Franse gevaar was geweken.

19e en 20e eeuw: Nederland bescheiden en neutraal

In de loop van de 18e eeuw nam de politieke, economische en militaire macht van Nederland af ten opzichte van zijn buurlanden. In de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw bleef de internationale positie van Nederland bescheiden.

Gevolgen van dienstplicht

De invoering van de dienstplicht versterkte deze bescheiden opstelling. De omvang van de krijgsmacht werd namelijk afhankelijk van de grootte van de mannelijke bevolking die op de been kon worden gebracht. Dit was voor Nederland een nadeel omdat de omliggende landen veel meer inwoners hadden. Nederland probeerde daarom zo veel mogelijk buiten de internationale machtspolitiek te blijven. Het ging een politiek voeren van neutraliteit en dikwijls afzijdigheid. De gedachte was: als Nederland wordt aangevallen melden er zich vanzelf bondgenoten om Nederland te hulp te schieten. De Nederlanders rekenden vooral op Britse hulp.

20e eeuw: Nederland zoekt steun bij NAVO

In en na de Tweede Wereldoorlog gingen de Nederlanders inzien dat zij in een nieuwe oorlog al vanaf het begin steun van sterkere bondgenoten moesten krijgen. Om zo het grondgebied en de samenleving te verdedigen. De ervaren bedreiging door de machtige Sovjet-Unie versterkte dit inzicht. Daarom vormde Nederland met andere landen in Noord-, West- en Zuid-Europa een alliantie met de Verenigde Staten en Canada. Dit is de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie). Nederlandse militairen gingen zich al in vredestijd voorbereiden op de verdediging van het gehele gezamenlijke grondgebied. Dit gebeurde samen met militairen van de overige lidstaten. Een voor allen, allen voor een, was het motto.

Daarom hadden Nederlandse land- en luchtmachtmilitairen verdedigingstaken in West-Duitsland, zo dicht mogelijk bij de grens met Oost-Duitsland. Daarom ook oefende de Nederlandse marine het beschermen van de aan- en afvoer van troepen en materieel over zee. Als steun aan andere lidstaten als het nodig zou zijn.

21e eeuw: NAVO hoeksteen Nederlands defensiebeleid

Nog steeds zijn de politieke en militaire afspraken in NAVO-verband de hoeksteen van het Nederlandse defensiebeleid.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie (1991) is de rechtstreekse grootschalige bedreiging van het Nederlandse grondgebied voor onbepaalde tijd verdwenen. Dat ervaren enkele andere NAVO-landen niet zo. Vooral de Baltische lidstaten Estland, Letland en Litouwen voelen zich bedreigd door de agressieve, nationalistische, revanchistische politiek van de Russische president Vladimir Poetin. Wat in Oekraïne gebeurt kan ook hen overkomen. En dat heeft volgens de NAVO-afspraak ‘allen voor een en een voor allen!’ ook gevolgen voor de Nederlanders. Daarom maken Nederlandse militairen deel uit van de Very High Readiness Joint Task Force, de ‘flitsmacht’ van de NAVO. Die kan binnen 48 uur gereed staan voor inzet in een bedreigd gebied.