Binnenlandse veiligheid
Wat is het belang van de Nederlandse krijgsmacht door de jaren heen: op het gebied van interne veiligheid?
Er zijn genoeg historische voorbeelden van de diverse soorten van binnenlandse inzet van de krijgsmacht. Inzet om de Nederlandse samenleving te beschermen. Hier volgen er enkele.
1934: volksoproer in de Jordaan
In juli 1934 riep de Amsterdamse politie de hulp van het leger in om een volksoproer in de Jordaan te beteugelen. Nederland ging in die tijd gebukt onder een zware economische crisis. De mensen in de bekende volksbuurt voelden de gevolgen. Veel van hen waren werkloos en de meesten woonden in oude krotten. Een demonstratie tegen verlaging van de overheidssteun liep uit op felle gevechten met de politie. Die vroeg het leger om bijstand. Het Jordaanoproer duurde enkele dagen, waarbij politie en leger gericht schoten. Er vielen 5 doden en 56 zwaargewonden.
Dit soort optreden van de krijgsmacht tegen een opstandige eigen bevolking kon de verhouding tussen de Nederlanders en hun krijgsmacht beschadigen. Zie ook bijvoorbeeld de beteugeling van de krakersrellen in het begin van de jaren ‘80 van de 20e eeuw. De regering zet daarom de krijgsmacht in dergelijke omstandigheden pas in als er volgens haar echt niets anders meer mogelijk is.
1977: treinkaping bij De Punt
Een heel andere vorm van optreden om de Nederlandse samenleving te beschermen was de beëindiging van de treinkaping bij De Punt (Drenthe) op 11 juni 1977. Daar hadden 9 Zuid-Molukse jongeren op 23 mei een trein gekaapt en het grootste deel van de passagiers in gijzeling genomen. Zij eisten dat de regering zich zou inzetten voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken. De regering had hun dat ruim 25 jaar eerder beloofd bij hun ‘tijdelijke’ overkomst naar Nederland. Dat was na het onafhankelijk worden van Indonesië. Bovendien eisten zij de vrijlating van 25 Zuid-Molukse gevangenen.
Na bijna 3 weken besloot de regering een einde aan de gijzeling te maken. Precisieschutters van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) Krijgsmacht kwamen in actie, bijgestaan door mitrailleurschutters. Ze voerden een intensieve beschieting uit op de compartimenten van de trein waarvan het sterke vermoeden bestond dat zich daarin alleen gijzelnemers bevonden.
Animatievideo: beschieting op trein bij De Punt
Op 23 mei 1977 beginnen om 9 uur 's ochtends 2 gijzelingen. In Bovensmilde gijzelt een groep Molukse jongeren ruim 100 schoolkinderen en hun onderwijzers. Een andere groep Molukse jongeren gijzelt ruim 50 treinpassagiers bij De Punt. Op 27 mei worden de schoolkinderen vrijgelaten. Maar de gesprekken met de gijzelnemers komen muurvast te zitten. De overheid maakt zich steeds meer zorgen over de toestand van de gegijzelden nu de gijzeling zo lang blijft duren.
Er komt steeds meer informatie beschikbaar over de situatie in de trein. Men gaat uit van de volgende situatie. Ruim 50 passagiers worden vastgehouden in 2 verschillende compartimenten. Mannen en vrouwen. De 9 gijzelnemers bevinden zich in de kop van de trein, tussen de compartimenten van de mannen en vrouwen, en achter de gegijzelden.
Deze duidelijke scheiding tussen gegijzelden en gijzelnemers vormt de basis van het plan dat gericht is op de bevrijding en bescherming van de passagiers. In het plan is het essentieel dat de gijzelnemers gescheiden blijven van de gegijzelden. Het plan voorziet er in dat precisieschutters zullen vuren op de trein om te voorkomen dat de gijzelnemers zich mengen onder de passagiers. Straaljagers zullen laag overvliegen opdat iedereen in de trein verstijft. Mariniers zullen de trein binnendringen, de passagiers bevrijden en de trein veiligstellen, waarbij de mariniers niet mogen vuren op gijzelnemers die zich duidelijk waarneembaar overgeven.
Het plan wordt uitvoerig besproken door de betrokken ministers. De consequentie dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zullen worden gedood wordt geaccepteerd. Nadat de ministers groen licht hebben gegeven, geeft de procureur-generaal zaterdag 11 juni het bevel en openen precisieschutters in de ochtendschemering het vuur op de trein. 8 precisieschutters en 1 mitrailleurschutter nemen de kop van de trein onder vuur. 2 precisieschutters vuren op het portaal tussen de mannen en de vrouwen. 11 precisie- en 3 mitrailleurschutters bevuren het overige gedeelte van de trein. Straaljagers vliegen met oorverdovend lawaai over de trein en kikvorsmannen simuleren inslagen van vliegtuigbommen. In tegenstelling tot de informatie waarop het plan is gebaseerd, slapen deze nacht op de plek waar voorheen een gijzelnemer de wacht hield 2 vrouwelijke passagiers. Een van hen wordt dodelijk getroffen door het geweervuur. In de kop van de trein zijn 2 gijzelnemers waarschijnlijk zwaargewond en 1 gijzelnemer is dodelijk getroffen. Op hun slaapplaatsen zijn 2 gijzelnemers dodelijk getroffen. 1 gijzelnemer is ongedeerd en 1 gijzelnemer is gewond. 2 gijzelnemers, een man en een vrouw, kruipen tijdens het vuren van de precisieschutters naar voren. Zij wordt verschillende keren getroffen en kan dan niet verder. Hij staat op en rent naar de vrouwencoupé.
Alle precisieschutters zijn gestopt met vuren en de mariniers dringen de trein binnen. Binnen 3 minuten bevrijden de mariniers de passagiers en stellen ze de trein veilig. Bij Mariniersgroep 1 gaan de explosieven om de deur te forceren niet af en de mariniers dringen via het venster de trein binnen. Zij treffen zoals verwacht niemand aan. Mariniersgroep 2 gaat de restauratiecoupé binnen. Onverwachts stuiten de mariniers op een gijzelnemer. In een fractie van een seconde moeten zij beoordelen of de gijzelnemer, die daar in het halfduister ligt, een gevaar voor hen vormt. De mariniers schieten in haar richting en zij wordt uitgeschakeld. Daarna keren de mariniers om en stellen de trein in zuidelijke richting veilig. Mariniersgroep 3 treft in de eerste coupé 2 gijzelnemers aan. 1 gijzelnemer is al overleden en 1 gijzelnemer is gewond. Omdat hij om hulp roept horen de mariniers dat hij geen gevaar meer vormt. In de volgende coupé treffen de mariniers ook 2 gijzelnemers aan. 1 gijzelnemer is al overleden, de andere gijzelnemer geeft zich duidelijk waarneembaar over. Van Mariniersgroep 4 gaan enkele mariniers linksaf en bevrijden de mannelijke passagiers. De andere mariniers van groep 4 gaan rechtsaf naar de vrouwencoupé. De eerste marinier die de coupé van de vrouwen wil binnengaan wordt beschoten door een gijzelnemer en raakt gewond. De mariniers beantwoorden het vuur. In de chaos beginnen enkele passagiers te lopen. 1 van hen wordt dodelijk getroffen door kogels van de mariniers. Onder dekking van een granaatexplosie overmeesteren de mariniers de gijzelnemer.
In de kop van de trein waar de leider van de gijzelnemers wordt vermoed, verwachten de mariniers van groep 5 de grootste tegenstand. Ze beschieten de coupés eerst van buiten en binnen schieten zij door de wanden van toiletten en coupés. In de eerste coupé liggen 2 gijzelnemers. In de tweede coupé ligt 1 gijzelnemer. Alle 3 zijn dodelijk getroffen.
Met deze gewapende justitiële actie werd een einde gemaakt aan de gijzeling die Nederland bijna 3 weken in de greep hield. Bij de beëindiging van de gijzeling kwamen 2 gegijzelden om. 6 gegijzelden en 2 mariniers raakten gewond. Van de 9 gijzelnemers kwamen er 6 om het leven. Van de overige 3 gijzelnemers liep 1 gijzelnemer verwondingen op.
Voor een schrikeffect tijdens de beschieting deden 6 Starfighters schijnaanvallen door met oorverdovend brullende nabranders laag over de trein te vliegen. De beschieting en de schijnaanval gaven de BBE Mariniers de gelegenheid de trein over het spoor te naderen en binnen te dringen. In iets meer dan 10 minuten maakten de militairen zo een einde aan de treinkaping. 2 treinreizigers kwamen bij de actie om het leven, de overige 49 werden bevrijd. 6 kapers werden gedood.
1995: watersnood rivierengebied Gelderland
Een vriendelijke vorm van bijstand leverde de krijgsmacht bij de watersnood in februari en maart 1995. Het water van de Maas en de Rijn steeg toen tot grote hoogte en stroomde op diverse plaatsen over de oevers. In het rivierengebied in Gelderland dreigde een groot gebied onder water te lopen. Maar liefst een kwart miljoen mensen en al het aanwezige vee moesten hun huizen en stallen verlaten.
De overheid riep militairen uit het hele land op. Het was voor hen ‘alle hens aan dek’. Ze hielpen bij de evacuatie, vulden tienduizenden zandzakken voor het verstevigen van dijken en bouwden nooddijken en –bruggen. Ook losten ze de politie af bij bewakingstaken in ontruimde dorpen en bij wegafzettingen. Verder verzorgden ze de communicatie waar de normale verbindingen waren uitgevallen.
2015: vliegtuigbommen op Schiphol
Nog een vorm van militaire bijstand voor de binnenlandse veiligheid: het werk van de militairen van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD). Die komen bijna wekelijks in het nieuws omdat ze ergens een bom of ander projectiel onschadelijk hebben gemaakt.
Dat gebeurde bijvoorbeeld in de nacht van 2 op 3 maart 2015 op luchthaven Schiphol. Daar lagen 2 zware vliegtuigbommen uit de Tweede Wereldoorlog. Vanwege de kans op ontploffing werd tijdelijk een deel van het parkeerterrein en de snelweg A4 afgesloten. De vliegtuigbommen waren al eerder ontdekt en toen 'ingepakt' in een beschermend bouwwerk, 6 meter onder de grond. Om zo weinig mogelijk overlast te veroorzaken was er voor gekozen de explosieven 's nachts te ruimen. Vanuit een beveiligd onderkomen op ongeveer 100 meter van de bommen klaarden de militairen de gevaarlijke klus.
2018: brandbestrijding
In 2018 werden Chinook-helikopters op diverse plekken in Nederland ingezet om te helpen bij het blussen van grote branden. Zo stond in Emmen op 1 augustus een afvalberg van 10 meter hoog in de brand, die steeds bleef oplaaien. Een Chinook-helikopter afkomstig van Vliegbasis Gilze-Rijen assisteerde de Drentse brandweer bij het blussen. Hierbij werd een zogenoemde bambi bucket gebruikt, waarmee per keer zo’n 10.000 liter water op het vuur gestort kan worden.
2020 en 2021: inzet bestrijding coronapandemie
In 2020 en 2021 werd de wereld getroffen door het coronavirus. Een deel van de buitenlandse missies werd afgeschaald, de binnenlandse inzet juist werd verhoogd. Zo leverde Defensie 350 militairen aan ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en zorghotels in heel Nederland. Daarnaast werden militairen opgeleid om te werken in test- en vaccinatiestraten van de GGD. Defensie leverde ook medische apparaten aan ziekenhuizen en stelde ruimtes ter beschikking voor opvang van vreemdelingen. En leverde personeel voor bewaking van coronavaccins en ondersteunde voedselbanken door heel Nederland. Defensie stuurde ook een groot aantal specialisten ter ondersteuning naar onder meer het RIVM, de GGD’en, de 25 veiligheidsregio’s en het Landelijk coördinatiecentrum patiëntenspreiding.
Ook het Caribisch gebied kon rekenen op hulp uit Nederland. Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman ondersteunde daar bij transport en maritieme grensbewaking. En bij het handhaven van de openbare orde.
In totaal leverde Defensie tussen 15 maart 2020 en 15 maart 2021 59.850 werkdagen aan extra inzet voor bestrijding van de pandemie.