Verhalen uit de Meidagen van 1940
Deze serie uit 2015 vertelt de verhalen van 8 Nederlandse militairen die omkwamen tijdens de Meidagen van 1940. De bergings- en identificatiedienst staat met de portrettenserie stil bij hen die het hoogste offer brachten voor de vrede en vrijheid die Nederland nog steeds kent.
Eerbetoon
Ruim 2.300 mannen verloren tijden de Meidagen van 1940 het leven. Zij stelden hun team en opdracht boven het eigen belang. Een aantal van hen is de afgelopen jaren herbegraven op het Ereveld Grebbeberg. Een herbegrafenis gebeurt meestal op verzoek van nabestaanden en wordt gedaan door de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht en door een draagploeg van het regiment dat de tradities voortzet van de eenheid waarbij de militair toen is gesneuveld. Dit gebeurt met militaire eer: als eerbetoon aan de gesneuvelde en alle militairen die in mei 1940 vochten voor onze vrijheid.
280.000 Nederlandse soldaten opgeroepen
Tijdens de mobilisatie van 1939 en in de Meidagen van 1940 waren 280.000 beroeps- en dienstplichtige militairen onder de wapenen. 6.000 van hen raakten gewond. En meer dan 2.300 kwamen om op het slagveld tussen 10 en 17 mei 1940, of zij overleden later aan hun verwondingen. De meeste van deze soldaten werden in hun eigen woonplaats begraven. Vanwege de bezetting was van een begrafenis met militaire eer geen sprake.
Lees de verhalen
Dienstplichtig huzaar Henk Kuipers
Henk Kuipers raakt gewond bij gevechten met Duitse parachutisten aan de rijksweg bij Maaldrift op 10 mei 1940. Hij overlijdt aan zijn verwondingen op 10 oktober 1941. Kuipers ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 18.
Hendrik Frederik Kuipers, roepnaam Henk, wordt geboren op 11 november 1917 in Hengelo, Overijssel. Hij wordt op 5 juli 1937 ingelijfd als dienstplichtige bij het 1e Halfregiment Huzaren. Op 8 oktober 1938 gaat hij met groot verlof, maar vanwege de algehele mobilisatie wordt hij op 29 augustus 1939 weer opgeroepen.
Zijspan met mitrailleur
Henk Kuipers dient bij het Mitrailleur Eskadron van het 1e Regiment Huzaren Motorrijder. Het regiment gaat op 23 april 1940 naar Wassenaar als mobiele reserve. Vanaf 8 mei 1940 bewaken Kuipers en zijn collega’s de grote rijkswegen vanuit Den Haag naar Amsterdam, Utrecht en Rotterdam tegen vijandelijke luchtlandingen. Dit doet het eskadron met motorfietsen met zijspan, met daarop een Lewis-mitrailleur.
In gevecht bij Maaldrift
Op 10 mei 1940 wordt het regiment gewekt door het geronk van vliegtuigen en het vuur van afweergeschut. Er komen meldingen binnen van landingen van Duitse parachutisten in de omgeving van Maaldrift. Om 5.00 uur komt het bevel om de parachutisten aan te vallen die zijn geland tussen Wassenaar en vliegveld Valkenburg. Henk Kuipers en zijn kameraden melden zich op de rijksweg bij Maaldrift. Hier nemen zij stellingen in, met mitrailleurs op luchtdoelaffuiten en grondaffuiten. Kort hierop raakt de eenheid in gevecht met Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen.
Doden en gewonden
Bij dit gevecht sneuvelen 4 kameraden van Kuipers: wachtmeester Michael Kamps en de huzaren Dirk Rattink, Jan Smit en Sietze Weiland. Er valt een groot aantal gewonden en 6 van hen overlijden kort na het gevecht. Ook Henk Kuipers raakt gewond bij Maaldrift. Hij herstelt spoedig tot er complicaties optreden. Hij overlijdt uiteindelijk 17 maanden later, op 10 oktober 1941, in een ziekenhuis in zijn woonplaats Hengelo.
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Henk Kuipers werd 23 jaar. Hij werd op 26 mei 2011 met militaire eer herbegraven op het Ereveld Grebbeberg, door een detachement van het 42e Tankbataljon uit Havelte.
Dienstplichtig sergeant Henk Timmermans
Henk Timmermans raakt op 12 mei 1940 ernstig gewond bij felle straatgevechten met Duitse parachutisten aan de Krispijnseweg in Dordrecht. 17 mei 1940 overlijdt hij in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. Timmermans ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 21.
Hendrikus Cornelus Timmermans, roepnaam Henk, wordt op 24 januari 1918 geboren in Boxtel als de zoon van Hubertus Timmermans en Maria van den Boogaard. Met zijn ouders verhuist hij naar Apeldoorn. Na de lagere school, de ULO en de handelsschool wordt Henk kantoorbediende in Arnhem, waar hij op kamers gaat. In maart 1938 komt hij als dienstplichtige bij het Regiment Wielrijders in de gemeente Apeldoorn. Timmermans volgt de opleiding tot onderofficier. In oktober 1938 wordt hij bevorderd tot korporaal en in januari 1939 tot sergeant. Na een diensttijd van een jaar gaat hij in maart 1939 met groot verlof.
Fietsende infanterie
5 maanden later krijgt hij vanwege de algehele mobilisatie opnieuw een oproep. Sergeant Henk Timmermans dient bij het 2e bataljon van het 1e Regiment Wielrijders. Een infanterieregiment dat zich verplaatst per fiets. Na de luchtlandingen van Duitse troepen op het Eiland van Dordrecht wordt zijn regiment over de Merwede gezet. Op 12 mei 1940 raakt Henk ernstig gewond aan zijn buik.
Felle straatgevechten
Dit gebeurt tijdens felle straatgevechten met Duitse parachutisten aan de Krispijnseweg tegenover de Julianakerk in Dordrecht. De eenheid ligt zwaar onder vuur. Het is onmogelijk om Henk de noodzakelijke medische verzorging te geven. Pas als het ’s avonds donker wordt, lukt het Henk om naar een voordeur te kruipen en aan te bellen. Een Dordtse familie vangt hem liefdevol op. Zij verbinden zijn wonden en bellen een ambulance. Door de gevechten duurt het 90 minuten voordat deze arriveert.
Kaart
Henk wordt opgenomen in het Rooms-Katholieke ziekenhuis in Dordrecht, waar hij een verpleegster vraagt een kaart naar zijn ouders in Apeldoorn te sturen: “Maak jullie geen zorgen, kom mij opzoeken wanneer het kan.” Zover komt het niet. Henk, 22 jaar oud, overlijdt op 17 mei 1940 aan zijn verwondingen. Hij wordt aanvankelijk in Dordrecht begraven maar in juli 1940 herbegraven in Apeldoorn.
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Op 26 oktober 2012 wordt sergeant Henk Timmermans met militaire eer begraven op het Ereveld Grebbeberg door een detachement van het Regiment Huzaren van Boreel. Zijn zuster daarover: “Ik wil mijn gesneuvelde broer eer bewijzen met een laatste rustplaats naast zijn strijdmakkers.”
Dienstplichtig soldaat Adriaan de Zeeuw
Adriaan de Zeeuw raakt 11 mei 1940 in Culemborg gewond door de onverwachte aanval van een Duitse Stuka-duikbommenwerper. Hij overlijdt dezelfde dag. De Zeeuw ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 20.
Adriaan Pieter de Zeeuw wordt geboren op 1 februari 1911 in Terneuzen. Hij is de zoon van Adriaan en Bastiana de Zeeuw en bakkersknecht van beroep. Op 23 maart 1931 wordt hij ingelijfd bij de Mitrailleurcompagnie van het 14e Regiment Infanterie. Zijn eerste diensttijd duurt slechts 5 maanden. In 1935 en 1937 neemt hij deel aan herhalingsoefeningen.
Veldpostpeloton
In augustus 1939 wordt Adriaan opgeroepen vanwege de algehele mobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten. Hij krijgt een plek bij het troependetachement van de Staf van het 3e Legerkorps. Daar maakt hij onderdeel uit van een veldpostpeloton van 13 militairen dat is gelegerd in Culemborg. De veldpost vormt in die tijd de levensader met het thuisfront en is voor ingezette militairen van grote waarde.
Aanval uit het niets
Adriaan de Zeeuw sneuvelt in de vroege morgen van 11 mei 1940. Zijn kameraad, soldaat Piet Vermeeren uit Sevenum schrijft daarover: “Op de ochtend van de 10e mei, toen het bericht van de Duitse invasie binnenkwam, trok het 2e Regiment Infanterie zich terug richting Den Bosch. In Culemborg werd geslapen tussen de postzakken in het gebouw van de Katholieke Werkliedenvereniging aan de Zandstraat. De volgende morgen, 11 mei, werden we om 4.00 uur wreed gewekt toen we onder beschieting kwamen te liggen van de Duitsers. De moeder van Toontje, een van onze kameraden die in Culemborg woonde, had ontbijt voor ons gemaakt. Adriaan de Zeeuw wilde echter niet mee gaan eten bij Toons moeder. De beschietingen die morgen hadden hem verstijfd van angst. “Laat mij nou maar hier, wij komen toch niet meer thuis!”, riep hij herhaaldelijk van angst. Uiteindelijk liep hij toch met mij vanuit het Werkliedengebouw naar buiten waar de anderen al stonden te wachten. Ik liep naast Adriaan toen plotseling een Stuka (Duitse duikbommenwerper) uit het niets aanviel en een salvo kogels afvuurde. Adriaan werd in zijn hoofd geraakt.”
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Adriaan de Zeeuw wordt ter plekke begraven in een veldgraf en in juni 1940 herbegraven in zijn woonplaats Terneuzen. Op 14 juni 2012 wordt soldaat De Zeeuw met militaire eer herbegraven door een detachement van het 44e Pantserinfanteriebataljon 'Prins Johan Willem Friso' op het Ereveld Grebbeberg. Te midden van kameraden voor wie hij de post verzorgde.
Jan de Ridder wordt op 16 mei 1940 tijdens een reis van Borssele naar Kapelle-Biezelinge getroffen door een granaat. Hij overlijdt ter plekke. De Ridder ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 11, graf 14.
Jan de Ridder wordt 14 oktober 1909 geboren in Achterberg, gemeente Rhenen. Hij is de zoon van Jan de Ridder en Teunisje Beukhof. Na de lagere school werkt hij op het boerenbedrijf van zijn vader aan de Cuneraweg. Op 20 maart 1929 wordt hij ingelijfd als dienstplichtig soldaat bij de 2e compagnie van het 3e bataljon, 16e Regiment Infanterie. Na verschillende keren op herhaling te zijn geweest, krijgt Jan op 29 augustus 1939 opnieuw een oproep vanwege de algehele mobilisatie van het Nederlandse leger.
Slecht geoefend, maar de geest was goed
Die nieuwe oproep komt slecht uit, want Jan is net bezig met het opzetten van een eigen boerenbedrijf. Zijn commandant, kapitein J. Hagers schrijft: “Bij de mobilisatie bleek dat de meeste oudere manschappen van de compagnie niets van militaire tucht en orde afwisten, zeer slecht geoefend waren en geen half uur konden marcheren zonder uitvallen. Toch was de geest goed!”
Strijd in Zeeland verder
Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt wordt de bevolking van Achterberg geëvacueerd. Jan de Ridder is ver van huis. Hij vecht met de 2e compagnie van het 3e bataljon, 40e Regiment Infanterie in Zuid-Beveland. Vanwege zijn boerenachtergrond draagt Jan de zorg over de paarden van zijn compagnie. Op 15 mei 1940, na de capitulatie van de rest van de Nederlandse troepen, wordt de strijd in Zeeland voortgezet om de Duitse opmars te vertragen en Franse troepen de gelegenheid te geven te ontkomen. De Bathstelling valt op 15 mei. Tegen de avond forceren Duitse troepen een doorbraak in de Zanddijkstelling. De Nederlandse troepen trekken zich terug over het kanaal bij Goes. In de ochtend van de 16e trekken de Franse troepen terug naar Walcheren. De verwarring is groot. Duitse troepen marcheren Goes binnen.
Dapper gedrag
Op 16 mei 1940 ligt de compagnie van Jan de Ridder onder vuur van artillerie en vliegtuigen. Jan en zijn collega’s krijgen opdracht om vanaf station Kapelle-Biezelinge terug te trekken naar Borssele. Ook 2 keukenwagens van de compagnie moeten naar Borssele, maar een van de jonge dienstplichtige wagenmenners durft de gevaarlijke rit niet aan. De 31-jarige, ongehuwde soldaat Jan de Ridder die de route al eerder heeft gereden, neemt vrijwillig zijn plaats in. Op de terugreis met de 2 uitgespannen paarden komt De Ridder om het leven. Bij het oversteken van een spoorwegovergang in de nabijheid van de boomgaard waar zijn compagnie zich bevindt, wordt hij getroffen door een granaat en overlijdt ter plekke. Een dag later wordt Jan begraven in Kapelle-Biezelinge en 2 maanden later overgebracht naar de gemeentelijke begraafplaats te Rhenen. Zijn kameraden van de 2e compagnie bieden de grafsteen aan. In zijn gevechtsverslag schrijft Kapitein J. Hagers: “Door dapper gedrag viel onder andere soldaat De Ridder op. Hij is gesneuveld.”
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
De eigen boerderij van Jan komt er nooit. Zijn ouders komen nooit helemaal over het verlies van hun zoon heen. De moedige Jan de Ridder wordt op 26 juni 2013 met militaire eer begraven door een detachement van het 45e Pantserinfanteriebataljon Oranje Gelderland. Zijn neef en naamgenoot Jan de Ridder herinnert zich dat hij als kleine jongen bij zijn oom meereed op diens paard en wagen. Hij zegt voorafgaand aan de herbegrafenis: “Ome Jan, je bent weer terug.”
Dienstplichtig soldaat Johannes Kraan
Johannes Kraan raakt op 10 mei 1940 ernstig gewond tijdens gevechten bij de Oude Veerweg in Dordrecht. Op 12 mei 1940 overlijdt hij aan zijn verwondingen. Kraan ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 15.
Johannes Bernardus Antonius Kraan wordt geboren op 28 augustus 1904 in Silvolde, gemeente Wisch, in de Achterhoek. Op 4 oktober 1924 wordt hij ingelijfd als dienstplichtig soldaat bij het 1e Regiment Infanterie. Het is een korte diensttijd en al na een half jaar gaat Johannes met groot verlof. Niettemin wordt hij tussen 1925 en 1929 jaarlijks voor een maand ‘op herhaling’ teruggeroepen. Tijdens de algehele mobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten in augustus 1939 krijgt ook Johannes een oproep in de bus. Johannes wordt heringedeeld bij de 2e compagnie van het 1e bataljon, 28e Regiment Infanterie. Op 1 april 1940, 5 weken voor de Duitse inval, verliest Johannes zijn 34-jarige vrouw Maria ter Laak.
Vak Wieldrecht
Het 28e Regiment Infanterie maakte deel uit van het Zuidfront van de Vesting Holland en is verantwoordelijk voor de verdediging van het Vak Wieldrecht op het Eiland van Dordrecht. De 2e compagnie waar Johannes in dient is gelegerd in de zuidoostelijke hoek van het Eiland van Dordrecht: de sector zuid van de Zeedijk en de Nieuwe Merwede. De 2e compagnie heeft de beschikking over kazematten langs de Nieuwe Merwede. De commandopost is gevestigd in boerderij ‘Jong Dordrecht’.
Duitse transportvliegtuigen bij Dordrecht
In de nacht van 10 mei 1940 is het Vak Wieldrecht niet in de hoogste staat van paraatheid. Er staat een paar wachtposten uit en vrijwel alle munitie ligt achter slot en grendel. Om half 5 in de ochtend naderen Duitse transportvliegtuigen het Eiland van Dordrecht. Duitse parachutisten worden afgeworpen boven Tweede Tol en Wieldrecht. Vliegtuigen wekken Johannes Kraan en zijn kameraden uit hun slaap. De mannen worden gealarmeerd en krijgen munitie uitgedeeld, waarna zij posities krijgen aangewezen bij de Oude Veerweg. Daar komt het tot gevechten met Duitse troepen. Korporaal Gerrit Born, korporaal Johannes Wagenaar en soldaat Sijmen Ham komen om. Johannes Kraan raakt ernstig gewond. Na de gevechten wordt hij overgebracht naar het gemeenteziekenhuis van Dordrecht, waar hij op 12 mei 1940 aan zijn verwondingen overlijdt. Na aanvankelijk tijdelijk te zijn begraven in Dordrecht, wordt Johannes herbegraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats Heilige Antonius in Ulft.
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Soldaat Johannes Kraan wordt op 24 juni 2010 met militaire eer herbegraven op het Ereveld Grebbeberg, door een detachement van het 45e Pantserinfanteriebataljon Oranje Gelderland, in aanwezigheid van zijn nabestaanden. Dochter Annie (75) krijgt tranen in haar ogen als ze over haar vader vertelt: “Ik zie hem nog altijd thuis komen, met van die puttees om (beenwindsels) en zo’n kepie op. Over de herbegrafenis zegt ze: “Heel mooi en emotioneel, het greep me voor de derde keer aan.” De 29 familieleden van Johannes Kraan leggen ieder een witte roos op de kist. Zoon Theo (73): “Nou ligt vader hier op een mooie plaats en wordt er voor hem gezorgd. Dat is voor ons belangrijk om te weten.”
Dienstplichtig soldaat Piet Litjens
Piet Litjens raakt op 10 mei 1940 ernstig gewond tijdens een Duitse oversteekpoging bij de oostelijke oever van de Maas. Hij overlijdt dezelfde dag. Litjens ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 22.
Peter Johannes Litjens wordt op 8 maart 1905 geboren in Meterik, gemeente Horst. Hij is de zoon van Gerard Litjens en Alberdina van Helden. Piet, zoals hij wordt genoemd, wordt na de lagere school landbouwer. Op 5 oktober 1925 wordt hij als dienstplichtig soldaat ingelijfd bij het 2e Regiment Infanterie. Piet Litjens is met zijn 1.67 meter weliswaar klein van stuk, maar onverschrokken. Zijn nicht Truus hoort van haar moeder: “Ome Piet was echt voor niemand bang.” Na voltooiing van zijn dienstplicht op 13 maart 1926 gaat hij met groot verlof. Maar tot en met 1938 heeft Piet regelmatig herhalingsoefeningen. Hoewel hij de huwbare leeftijd bereikt, trouwt hij nooit.
Dansen op de kermis
Vanwege de oorlogsdreiging wordt Piet Litjens gemobiliseerd en opgeroepen om zich in april 1939 te melden bij de eenheid waarin hij is heringedeeld: de 3e compagnie van het 2e bataljon, 26e Regiment Infanterie. Piet vindt dat hij best een dagje later kan komen. De zondag waarop hij zich moet melden, danst hij de hele nacht met zijn schoonzus op de kermis in Horst. Het komt hem op een stevige uitbrander van zijn nieuwe commandant te staan, maar dat heeft Piet er graag voor over.
Oversteek bij kazemat 115
Het 26e Regiment Infanterie maakt deel uit van de Peeldivisie en is verantwoordelijk voor de bezetting van stellingen en kazematten op de westelijke oever van de Maas in Linden-Katwijk. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 naderen sterke Duitse troepen de oostelijke oever van de Maas. Onder dekking van mitrailleurvuur en infanteriegeschut doen de Duitse troepen 2 oversteekpogingen met rubberbootjes, die succesvol worden afgeslagen. De sectie van soldaat Litjens bemant de kazemat en de naastgelegen schuttersputten.
Overweldigend granaatvuur
Onder dekking van overweldigend granaatvuur slaagt de derde Duitse oversteekpoging. Tijdens deze aanval raakt Piet Litjens ernstig gewond. Hij kruipt uit zijn schuttersput en zoekt beschutting achter de dijk. Bij de daarachter gelegen boerderij bezwijkt hij aan zijn verwondingen. Kort daarop sneuvelt de sectiecommandant sergeant Peter Clevis en moeten de overlevenden zich onder grote vijandelijke druk overgeven. 25 soldaten komen om.
Tussen de plaatsen Mook en Linden-Katwijk bij Cuijk stroomt de rivier de Maas. Er is een spoorbrug over de Maas en een pontje. Als je met het pontje van Mook naar Katwijk overvaart, zie je kazemat 115 nog liggen. Precies daar is Piet Litjens op 10 mei 1940 gesneuveld. De gehavende bunker is nog altijd een stille getuige van de bange uren die Piet en zijn kameraden daar doormaakten.
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Piet Litjens, 35 jaar oud, wordt begraven in zijn woonplaats Meterik. Op 7 november 2013 wordt hij met militaire eer herbegraven op het Ereveld Grebbeberg door een detachement van het 42e Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers. In Meterik is een straat naar hem vernoemd. Nicht Truus zegt: “Ome Piet leeft bij ons voort als een echte militair, die voor het vaderland en onze vrijheid heeft gevochten. Daarom blijven wij hem eren.”
Dienstplichtig soldaat Teunis van Wijk
Teunis van Wijk bevindt zich op 11 mei 1940 met zijn kameraden op de Mijlweg in Dordrecht. Daar wordt zijn compagnie verrast door mitrailleurvuur van Duitse parachutisten. Hij overlijdt ter plekke. Van Wijk ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 19.
Teunis van Wijk, landbouwer uit Vries in de provincie Drenthe, wordt op 15 juni 1904 geboren als zoon van Jan van Wijk en Janna Homan. Het militaire leven trekt hem. Op 18-jarige leeftijd treedt hij in dienst bij de Vrijwillige Landstorm, Verband Zwolle, Afdeling Assen. Als hij 20 is moet Teunis zijn dienstplicht vervullen. Hij wordt op 24 juli 1924 ingelijfd bij het 18e Regiment Infanterie, tegen een soldij van 20 cent per dag. Na zijn Groot Verlof komt hij in 1927 en 1929 terug voor herhalingsoefeningen. Tijdens de algehele mobilisatie in augustus 1939 wordt Teunis opgeroepen en ingedeeld bij de 1e compagnie van het 1e bataljon, 34e Regiment Infanterie.
Gevechten aan de Mijlweg in Dordrecht
Het 1e bataljon maakt deel uit van het Zuidfront van de Vesting Holland en is onder bevel van majoor Ravelli ingedeeld bij de Groep Kil. Op 10 mei 1940 bevindt het bataljon zich in de omgeving van Amstelwijk, waar de Duitse luchtlandingen op het Eiland van Dordrecht plaatsvinden.
In de nacht van 10 op 11 mei krijgt het bataljon van Teunis opdracht zich naar Dordrecht te verplaatsen en aan de zuidgrens van de stad stelling in te nemen. Er moet contact worden gemaakt met eigen troepen van het Kantonnement Dordrecht. De 1e compagnie van Teunis van Wijk vormt de kopgroep. Als de duisternis valt, trekken Teunis en zijn kameraden richting de Dordrechtse wijk Krispijn. In het vroege ochtend worden zij aan de Mijlweg verrast door mitrailleurvuur van Duitse parachutisten. Er is geen enkele dekking. Er vallen 9 doden en 3 zwaargewonden. Teunis bevindt zich onder de slachtoffers. Na de gevechten wordt hij ter plekke begraven.
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Op 14 juni 2012 wordt soldaat Teunis van Wijk met militaire eer herbegraven op het Ereveld Grebbeberg door een detachement van het 44e Pantserinfanteriebataljon ‘Prins Johan Willem Friso’ uit Havelte. Zijn kleinzoon en naamgenoot Teunis van Wijk zegt daarover: “Ik ben hier met mijn zus en mijn zwager. Het voelt allemaal heel speciaal, plechtig en imposant. Mijn vader is de enige nog levende zoon, hij maakte zich zorgen dat het graf in Vries in de toekomst niet meer zou worden onderhouden. Hier op de Grebbeberg ligt mijn opa goed. Goed en voorgoed.”
Dienstplichtig soldaat Nico Fruyt van Hertog
Nico Fruyt van Hertog raakt op op 11 mei 1940 ernstig gewond door beschietingen van de Duitse Luftwaffe. Dat gebeurt op de Oirschotseweg bij Moergestel. Hij sterft dezelfde dag. Fruyt ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 14, graf 29.
Nicolaas Marinus Fruyt van Hertog wordt geboren op 10 december 1912 in het Brabantse Made. Hoewel Nico matrassenmaker wordt, trekt het militaire leven hem blijkbaar al op jonge leeftijd. Zo dient hij tussen 1930 en 1932 bij de Vrijwillige Landstorm in Bergen op Zoom. Op 20 juli 1932 wordt hij voor zijn dienstplicht ingelijfd bij het 3e Regiment Infanterie. In 1936 zwaait hij af maar keert in de 2 jaar erna nog een aantal keer terug voor herhalingsoefeningen.
Vanwege de voormobilisatie van de Nederlandse Strijdkrachten krijgt Nico in 1939 opdracht om zich weer bij zijn eenheid te voegen. Hij komt terecht bij het 1e Bataljon, 27 Regiment Infanterie, dat de verdedigingsposities voorbereidt in de Peel-Raamstelling. Op 1 maart 1940 wordt hij tamboer bij het bataljon.
Duitse jagers vallen aan
Precies 2 maanden later moet Nico’s bataljon haar stellingen aan het Defensiekanaal in de sector Deurne noodgedwongen verlaten. De troepen stappen in vrachtwagens en gaan op weg, maar tijdens de terugtrekking nemen Duitse jagers hen continu onder vuur. Om aan de kogels te ontkomen, springen de mannen steeds van en op de vrachtwagens.
Op de Oirschotseweg bij Moergestel gaat het mis. De Luftwaffe valt het konvooi voor de zoveelste keer aan. Nico en zijn dienstkameraad Van Beveren springen van de wagen. Terwijl Nico direct de struiken induikt, zoekt zijn vriend een paar meter verder dekking.
Gewondenpost
Nadat de kogelregen voorbij is, gaat Van Beveren op zoek naar Nico. Hij vindt hem in de struiken, bewusteloos en zwaar gewond aan zijn been. Met hulp van 3 anderen legt Van Beveren Nico op een deken en brengt hem naar een naastgelegen boerderij, die als gewondenpost is ingericht. De dokter die Nico onderzoekt denkt dat hij er wel doorheen komt, maar dat gebeurt niet.
Nico komt wel bij kennis, maar weet dat hij zal sterven. Hij roept om zijn moeder, vrouw en kind. Van Beveren troost hem zoveel hij kan, maar moet hem uiteindelijk achterlaten. Nog diezelfde dag bezwijkt Nico, 27 jaar oud. Hij wordt begraven in Zevenbergen. In 1941 ontvangt hij postuum de erepenning van zijn regiment. Nico’s weduwe ontvangt op 9 maart 1946 een condoleancebrief van koningin Wilhelmina
Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg
Op 2 juni 2016 wordt soldaat Nico Fruijt van Hertog met militaire eer herbegraven op het Ereveld Grebbeberg. Dat gebeurt op verzoek van zijn dochter. De kleinkinderen spreken liefdevol van ‘opa Fruyt’. Een detachement van 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard draagt hem 76 jaar na zijn overlijden naar zijn laatste rustplaats.