Afghanen geëerd voor hun werk voor Nederlandse militairen tijdens missies

155 Afghanen die voor Defensie hebben gewerkt zijn vandaag geëerd. Dat gebeurde vanwege de bijdrage die zij leverden toen Nederlandse militairen in het land waren ingezet. In Den Haag kregen zij een herinneringsmunt. Minister Kajsa Ollongren en Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten (P-CDS) viceadmiraal Boudewijn Boots reikten de munten uit.

De Afghanen speelden een belangrijke rol in de bijna 20 jaar dat Nederlandse militairen in hun land deelnamen aan missies. Zij beveiligden, ondersteunden of hielpen bijvoorbeeld als tolk. Eind vorig jaar kregen 50 andere Afghanen ook al een munt om aandacht te besteden aan deze vaak gevaarlijke werkzaamheden.

Onder de aanwezigen waren dit keer ook Afghaanse vrouwen waar Nederland mee samenwerkte. Zij waren actief als tolk of arts, maar er was ook een oud-officier die Nederlandse genderadviseurs bijstond. Zij leerde onder meer kaart lezen en kon op die manier het land ontvluchten.

Onschatbare waarde

“Jullie zijn van onschatbare waarde geweest voor onze militairen”, zei Ollongren. “Afghanistan heeft zware tijden doorstaan en de toekomst blijft onzeker. Jullie werk met onze krijgsmacht was meer dan een baan. Het was dappere inzet voor vrijheid en vrede. Inzet die jullie en jullie families in gevaar heeft gebracht. Zonder jullie was onze bijna 20 jaar lange inzet in Afghanistan onmogelijk.”

Veel van de in Den Haag aanwezige Afghanen hebben in de loop der jaren banden opgebouwd met Nederlandse veteranen. Onder meer in de vorm van vriendschap. “Jullie zijn een belangrijk onderdeel van onze nationale geschiedenis, maar ook van onze toekomst. Het is een eer dat we een nieuw thuis mogen zijn voor zulke sterke mensen.”

Wanhoop

P-CDS Boots had namens Defensie de leiding over de evacuatie vanuit Kabul. “Ik herinner me het nog als gisteren”, zei hij. “Wanhopige militairen die in Afghanistan dienden in de hoop op een betere toekomst, zagen de donkere wolken voor zich. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk mensen te helpen als we konden. Maar tijd was onze grootste vijand.”

Boots haalde het verhaal aan van een tolk die 2 keer werd weggestuurd op het vliegveld. “Met de hulp van Nederlandse veteranen, een oud-parlementslid en zelfs een Amerikaanse senator, wist hij met zijn gezin via Pakistan alsnog weg te komen. Zij bouwen hier nu een leven op.”

Moed en doorzettingsvermogen

Boots gaf aan onder de indruk te zijn van de moed en het doorzettingsvermogen van de aanwezigen. Hij richtte zich ook tot een generaal, die zich inzette voor vrouwenrechten. “Hij geloofde erin dat vrouwen verdienden een uniform te dragen en hun land te dienen. Net als mannen. En daar ben ik het uiteraard mee eens.”

“We zien hier vandaag wat iedereen heeft moeten doorstaan om hier te komen”, zo sloot Boots af. “Ik zie wat jullie moesten opgeven om tijdens de missies naast ons te staan. En vandaag staan we daarom naast jullie.”

Defensie reikt in de komende tijd de herinneringsmunt uit aan meer Afghanen die voor de Nederlandse krijgsmacht hebben gewerkt.