Nederlandse betrokkenheid bij VN-missie in Mali stopt
De Nederlandse militaire aanwezigheid in Mali neemt steeds verder af. De 3 officieren die nog in Bamako zaten, zijn gisteren teruggekeerd in Nederland, net als 1 politieagent. Zij waren de laatste 4 geüniformeerde Nederlanders op het hoofdkwartier van de VN-missie in Mali (Minusma).
Na bijna 10 jaar Nederlandse inzet en ondersteuning aan Minusma zijn de activiteiten voor deze missie nu gestopt. Dat gebeurt op verzoek van de Malinese regering. Op hun verzoek stopt ook de VN-missie uiterlijk 31 december.
De missie Minusma van de Verenigde Naties is na een besluit van de VN-veiligheidsraad in 2013 opgericht. Bedoeling ervan was de veiligheid en stabiliteit in het land te verbeteren.
Land verlaten
Op 16 juni heeft de Malinese regering de internationale gemeenschap officieel gevraagd de missie te beëindigen. De troepen zouden zo snel mogelijk het land moeten verlaten. De VN-veiligheidsraad besloot daar gehoor aan te geven.
Nederland heeft sinds 2014 militairen en politieagenten gestuurd om de missie te ondersteunen. De bijdrage is sinds dat jaar meerdere keren veranderd van samenstelling en grootte. Nederland leverde echter onafgebroken een bijdrage.
In die jaren waren er meerdere Nederlandse slachtoffers te betreuren. Op 17 maart 2015 kwamen 2 Apache-vliegers om het leven toen hun helikopter verongelukte. Tijdens een schietoefening op 16 juli 2016 verloren ook 2 Nederlandse militairen hun leven. Een derde raakte zwaargewond toen een mortiergranaat door een defect vroegtijdig ontplofte.
Huidige aanwezigheid
Op dit moment is in Oost-Mali nog 1 Nederlandse officier werkzaam bij het Duitse contingent. Dit verlaat later dit jaar het land, dus keert ook de Nederlander terug. Verder zijn bij de Europese Trainingsmissie in Mali (EUTM) nog 4 Nederlandse militairen aan de slag.