Actieplan voor snellere productie en levering van militair materieel

Nederland participeert voor 400 miljoen euro samen met Denemarken in een Zweeds fonds om CV90-infanteriegevechtsvoertuigen te bouwen voor Oekraïne. Deze worden voor een groot deel in Nederland geproduceerd. Daarnaast start in Duitsland mede dankzij een Nederlandse vraagbundeling een Europese assemblagelijn voor raketten voor het Patriot luchtverdedigingssysteem. Verder investeert Defensie € 54 miljoen in de Nederlandse industrie voor de ontwikkeling van drones voor de eigen krijgsmacht.
 

Vergroot afbeelding CV90 in actie
CV90 infanteriegevechtsvoertuig.

Deze en andere behaalde resultaten staan in een actieplan voor het opschalen van de productie en levering van militair materieel. Hierover is de Tweede Kamer door minister van Defensie Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat per brief geïnformeerd.

De investeringen zijn nodig omdat de veiligheidssituatie in Europa door de Russische inval in Oekraïne is verslechterd. Tegelijkertijd gaan de opschaling van productie en levering van militair materieel en munitie in Nederland en Europa te langzaam en moet Europa minder afhankelijk worden. 

Ander inkoopbeleid  

In het actieplan schrijven de bewindslieden dat het huidige inkoopbeleid verandert. Defensie laat het oude mantra 'beste product, voor de beste prijs' los. De factoren tijd en herkomst van het product, bij voorkeur Europees of Nederlands, gaan zwaarder meewegen. De leveringszekerheid gaat omhoog door de opbouw en uitbouw van de industriële capaciteit in Nederland.

Verder richten Defensie en Economische Zaken en Klimaat het Security Fund op. Dat helpt startups in de defensiemarkt om sneller op te schalen. In 2025 storten beide ministeries een eerste bijdrage van in totaal € 25 miljoen in dit fonds.

Vergroot afbeelding Archive photograph: Patriot missiles being fired during an exercise.
Er wordt een assemblagelijn voor Patriot-raketten opgestart.

Leren van het front en toepassen aan het front

Extra financiering is nodig om nieuwe technologieën te ontwikkelen. Zo moet de productie van drones sneller van de grond komen. Een krijgsmacht die binnen 5 jaar gevechtsgereed moet zijn vraagt om innovatieve en flexibele productievormen. Defensie moet de kennis uit Oekraïne direct vertalen in nieuwe toepassingen: leren van het front en toepassen aan het front.

Dialoog

De randvoorwaarden voor productie en levering, zoals Europese aanbestedingswetgeving, vergunningverlening en ruimtegebruik, zijn ingericht op vredestijd. Deze moeten daarom worden aangepast aan de vereisten van nu. Dat vergt een dialoog over het doordenken welke maatregelen nodig zijn op verschillende dreigingsniveaus. Ook de gevraagde bijdrage van iedereen om onze veiligheid te blijven waarborgen moet op de agenda blijven staan.

Samenwerking tussen bedrijfsleven en de krijgsmacht

Ook is er aandacht voor het opzetten van een nieuw publiek-privaat platform voor de defensie-industrie. Hierover zijn Defensie, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en brancheverenigingen met elkaar in gesprek. Denk hierbij aan een samenwerking zoals bij de Brainport Eindhoven. Een eerste uitwerking hiervan is de recente handelsmissie van Nederlandse bedrijven aan Oekraïne. Die had als doel om de samenwerking met Oekraïense bedrijven en de krijgsmacht te versterken.

De brief aan de Kamer was mede namens de ministers Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en van Bruins Slot van Buitenlandse Zaken.