Staatssecretaris informeert Kamer over maatregelen rond binden en behouden personeel

Het binden en behouden van voldoende personeel is een van de grootste uitdagingen voor Defensie. De organisatie is vorig jaar gestart met een plan om de personele gereedheid te verhogen. Staatssecretaris Christophe van der Maat informeerde de Tweede Kamer vandaag over de stand van zaken.

De instroom van militair personeel is in de eerste helft van 2023 gestegen en de uitstroom is licht gedaald ten opzichte van 2022. Deze positieve ontwikkeling is nog niet terug te zien in de bezettingsgraad. Die is zelfs iets gedaald, omdat het aantal arbeidsplaatsen bij Defensie harder groeit.

Volgens Van der Maat is de hogere instroom niet het gevolg van de diverse maatregelen. “Dat is nog te vroeg. Die effecten worden pas vanaf volgend jaar verwacht. Voor dit moment wil ik de organisatie eerst de gelegenheid geven de maatregelen volledig te implementeren zodat deze de kans krijgen om het grootst mogelijke effect te hebben.”

Maatregelen

Er zijn verschillende maatregelen genomen om personeel te behouden. Zo maken manschappen en korporaals aanspraak op een vaste aanstelling. Defensie wil zo een lange en duurzame werkrelatie met deze belangrijke groep militairen aangaan. Verder wordt op het gebied van arbeidsvoorwaarden ingezet op loonontwikkeling.

Om meer personeel te binden is onder meer het Dienjaar gestart. De eerste lichting is inmiddels begonnen. Jongeren vervullen hierbij na een opleiding een jaar lang een functie bij Defensie. Het doel is dat ze hierna blijven. Ook wordt meer in de regio geworven, met meer ruimte voor persoonlijke begeleiding. Verder worden opleidingen meer modulair ingericht. Personeel is zo beter in staat de benodigde opleidingen te volgen. Ook neemt Defensie maatregelen om de grote groep Nederlanders met een biculturele achtergrond aan te spreken en aan Defensie te binden.

Naast behouden en binden is het derde doel om meer zichtbaar te zijn in de maatschappij. Voorbeeld hiervan is de reclamecampagne ‘Generatie D’. De campagne wordt bovengemiddeld goed gewaardeerd. Ook krijgen steeds meer kinderen het lesprogramma ‘Veteraan voor de Klas’ aangeboden. Inmiddels zijn zo’n 60.000 leerlingen in het basis-, voorgezet en vervolgonderwijs bereikt. In 2025 moeten dat er 110.000 zijn.