Hoe werken radars?
Een radar werkt met radiogolven. Radiogolven zijn een vorm van elektromagnetische straling. Een radar stuurt met de radiogolven een signaal (puls) de lucht in. Zit er iets in de lucht, dan komt het radarsignaal daar tegenaan. Het signaal kaatst dan terug naar de radar. Dit effect heet een ‘echo’.
Vleermuizen gebruiken ook echo’s om in het donker te kunnen ‘zien’. Ze vangen echo’s op met hun oren en vormen daarmee een beeld van hun omgeving.
Bij Defensie ziet een radarmedewerker een echo als een stipje op zijn radarscherm. Deze echo’s geven die medewerker veel informatie. Bijvoorbeeld over de locatie van een object in de lucht. Hoe dichterbij een object is, hoe minder tijd er zit tussen het verzenden en terugontvangen van een radiogolf. Door meerdere opeenvolgende echo’s van een object achter elkaar te zetten, ziet de radarmedewerker welke kant het object op gaat en hoe snel het beweegt.