Stralingsrichtlijnen

Voor de Nederlandse krijgsmacht zijn 2 internationale wetenschappelijke organisaties van belang die richtlijnen hebben vastgesteld voor elektromagnetische straling: de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De richtlijnen zijn er om mensen te beschermen tegen teveel niet-ioniserende straling.

De Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europese Unie en de Gezondheidsraad adviseren om de ICNIRP-richtlijnen te gebruiken. De Nederlandse krijgsmacht houdt zich aan de in Nederland geldende ICNIRP-richtlijn én aan de NAVO-richtlijn. Dit betekent dat elektromagnetische velden van militaire radars niet boven de stralingslimieten uit deze richtlijnen mogen komen.

Stralingsrichtlijnen

Onderzoek en discussie

Er is veel aandacht voor een mogelijk verband tussen straling en gezondheidsklachten. Verschillende organisaties doen hier onderzoek naar. Een overzicht van onderzoeken en hun resultaten staat op het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid (Kennisplatform EMV). Dit platform bestaat uit organisaties met kennis van elektromagnetische velden, zoals RIVM, TNO, GGD GHOR Nederland, Agentschap Telecom, DNV GL en ZonMw. De Gezondheidsraad heeft een adviserende rol. Het Kennisplatform is ook een aanspreekpunt voor mensen die vragen hebben of bezorgd zijn over straling.

Sommige landen maken op basis van dezelfde wetenschappelijke kennis andere beleidskeuzes. Bijvoorbeeld omdat er vanuit de politiek en de maatschappij anders naar wordt gekeken. Ze kiezen soms voor een hogere veiligheidsfactor dan de veiligheidsfactor van de ICNIRP-blootstellingslimieten. Nederland hanteert de veiligheidsfactor van de ICNIRP.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft de blootstellingslimieten die Nederland hanteert vergeleken met andere landen. U leest dit in het document Comparison of international policies on electromagnetic fields op de website van het RIVM.

Defensie heeft geen rol in (wetenschappelijke) onderzoeken. Ze verwacht wel dat de politiek en de wetenschap de uitkomsten van toekomstige onderzoeken gebruiken voor een (maatschappelijk) debat. Op termijn kunnen de (ICNIRP-)richtlijnen hierdoor weer veranderen. Als er strengere richtlijnen worden verwacht, dan zal Defensie zich hierop voorbereiden. Want welke richtlijn in Nederland ook geldt, Defensie zal zich er aan houden.