Voor de Nederlandse krijgsmacht zijn 2 internationale wetenschappelijke organisaties van belang die richtlijnen hebben vastgesteld voor elektromagnetische straling: de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De richtlijnen zijn er om mensen te beschermen tegen teveel niet-ioniserende straling.
De Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europese Unie en de Gezondheidsraad adviseren om de ICNIRP-richtlijnen te gebruiken. De Nederlandse krijgsmacht houdt zich aan de in Nederland geldende ICNIRP-richtlijn én aan de NAVO-richtlijn. Dit betekent dat elektromagnetische velden van militaire radars niet boven de stralingslimieten uit deze richtlijnen mogen komen.
Stralingsrichtlijnen
Een onafhankelijke, internationale groep wetenschappers (de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection ICNIRP) bepaalt de ICNIRP-richtlijn. Dit doen ze door al hun wetenschappelijke informatie, kennis en ervaring te gebruiken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Raad van de Europese Unie adviseren over het gebruik van de richtlijn. De Gezondheidsraad gebruikt deze internationale adviezen voor een landelijk advies. Zo komt er een ICNIRP-richtlijn waar veel steun voor is vanuit de wetenschap en politiek. Defensie vertrouwt hierop en zorgt dat de straling van haar radars binnen de richtlijnen blijft, en dus veilig.
ICNIRP 1998-richtlijn en ICNIRP 2020-richtlijn
Op dit moment geldt de ICNIRP 1998-richtlijn in Nederland en wordt door de Rijksoverheid gewerkt aan de verankering van de ICNIRP-richtlijnen in wetgeving. (Inter)nationale gezondheidsorganisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Raad van de Europese Unie (EU) en de Gezondheidsraad, gaven een positief advies over deze richtlijn. In maart 2020 is 22 jaar aan wetenschappelijk onderzoek verwerkt tot een nieuwe ICNIRP 2020-richtlijn. De Gezondheidsraad adviseert de blootstellingslimieten van de ICNIRP uit 2020 te gebruiken. De WHO en de Raad van de EU hebben hierover nog geen advies gegeven. In het rapport van de Gezondheidsraad van 2 september 2020 staat dat de Raad van de EU ernaar gaat kijken. Het is nog niet duidelijk wanneer dit gebeurt.
Defensie had geen invloed op de geldende richtlijn en zal dit ook niet krijgen. Defensie moet zich wel aan de geldende richtlijnen houden.
Waar let de ICNIRP op?
Bij de blootstellingslimieten zijn 2 dingen belangrijk:
De SAR-waarde (Specific Absorption Rate). Dit is een maat voor de hoeveelheid energie die door het lichaam wordt opgenomen als het in een elektromagnetisch veld is.
De limieten zijn zo streng, dat ze zelfs de meest kwetsbare groepen beschermen (kinderen, zwangere vrouwen, ouderen en zieken).
Er wordt op 2 manieren naar de stralingsbelasting gekeken:
De piekveldsterkte. Dit is de maximale blootstelling aan straling, wanneer stralingsbronnen maximaal presteren.
De tijdgemiddelde veldsterkte. Dit is de gemiddelde blootstelling aan straling over een langere periode.
Er zijn dus 2 criteria met verschillende limieten.
(Militair) personeel moet veilig kunnen werken. Ook met militaire radars, zoals de SMART-L. De NAVO werkt met standaardisatie-overeenkomsten. In het Engels heet dit ‘standard NATO agreements’ (STANAGs). Ook over blootstellingslimieten voor elektromagnetische straling is er een STANAG.
De basis van zo'n STANAG bestaat uit richtlijnen van het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE). Er staan afspraken in tussen de lidstaten. Bijvoorbeeld over processen, procedures en voorwaarden voor een gemeenschappelijke militaire of technische uitrusting. Elk NAVO-land keurt een STANAG goed, voor ze er binnen haar eigen krijgsmacht mee gaat werken.
Kern van de NAVO STANAG
Net als bij de ICNIRP-richtlijn is het doel van de STANAG-richtlijn om gezondheidseffecten door straling te voorkomen. Hiervoor gebruikt de NAVO ook limieten voor de:
Piekveldsterkte
Dit is de maximale blootstelling aan straling, wanneer stralingsbronnen maximaal presteren.
Tijdgemiddelde veldsterkte
Dit is de gemiddelde blootstelling aan straling over een langere periode.
De richtlijnen van de STANAG en de ICNIRP zijn ongeveer gelijk.
Onderzoek en discussie
Er is veel aandacht voor een mogelijk verband tussen straling en gezondheidsklachten. Verschillende organisaties doen hier onderzoek naar. Een overzicht van onderzoeken en hun resultaten staat op het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid (Kennisplatform EMV). Dit platform bestaat uit organisaties met kennis van elektromagnetische velden, zoals RIVM, TNO, GGD GHOR Nederland, Agentschap Telecom, DNV GL en ZonMw. De Gezondheidsraad heeft een adviserende rol. Het Kennisplatform is ook een aanspreekpunt voor mensen die vragen hebben of bezorgd zijn over straling.
Sommige landen maken op basis van dezelfde wetenschappelijke kennis andere beleidskeuzes. Bijvoorbeeld omdat er vanuit de politiek en de maatschappij anders naar wordt gekeken. Ze kiezen soms voor een hogere veiligheidsfactor dan de veiligheidsfactor van de ICNIRP-blootstellingslimieten. Nederland hanteert de veiligheidsfactor van de ICNIRP.
Defensie heeft geen rol in (wetenschappelijke) onderzoeken. Ze verwacht wel dat de politiek en de wetenschap de uitkomsten van toekomstige onderzoeken gebruiken voor een (maatschappelijk) debat. Op termijn kunnen de (ICNIRP-)richtlijnen hierdoor weer veranderen. Als er strengere richtlijnen worden verwacht, dan zal Defensie zich hierop voorbereiden. Want welke richtlijn in Nederland ook geldt, Defensie zal zich er aan houden.