Beantwoorden reacties Ruimte voor Defensie vraagt meer tijd
Burgers, bedrijven, overheden en belangenorganisaties hebben 2.243 zienswijzen ingediend op de uitbreidingsplannen van Defensie. Het beantwoorden daarvan vraagt meer tijd dan gedacht. Dat heeft staatssecretaris Christophe van der Maat aan de Tweede Kamer gemeld. De meeste zienswijzen komen uit Noord-Brabant. Ze gaan het vaakst over jachtvliegtuigen.
Door de toenemende onzekerheid en dreiging in de wereld moet de krijgsmacht worden versterkt. Defensie heeft meer ruimte nodig om militaire activiteiten uit te voeren. Het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie omschrijft wat er minimaal nodig is om Nederland veilig te houden en aan de NAVO-verplichtingen te voldoen. Denk aan meer ruimte voor het uitbreiden van militaire terreinen, extra opslagruimte voor munitie, meer milieu- of geluidruimte en meer oefenruimte.
Meer tijd dan gedacht
Tot en met 12 februari kon iedereen op de uitbreidingsplannen reageren door een zienswijze in te dienen. Van der Maat is tevreden over het aantal reacties. “Het toont betrokkenheid aan van insprekers bij de opgave waar Defensie voor staat. Maar ook bezorgdheid over de effecten op lokaal niveau. Ik wil dan ook zorgvuldig omgaan met al de ontvangen zienswijzen. Gelet op het grote aantal vraagt dit wel meer tijd dan eerder gedacht. Die tijd neem ik.”
Over de uitbreiding van de jachtvliegtuigcapaciteit zijn de meeste opmerkingen gemaakt (bijna de helft). Daarnaast gingen de reacties over het versterken en concentreren van ondersteunende eenheden (10%) en de laagvlieggebieden voor helikopters (6%).
De beantwoording van al deze zienswijzen gebeurt via een zogenoemde Nota van Antwoord. De staatssecretaris verwacht dat deze eind mei door het kabinet wordt vastgesteld. Naar aanleiding daarvan wordt het onderzoek naar de effecten op de leefomgeving aangevuld.
Aanvullende inzichten
Vervolgens organiseert Defensie door heel Nederland gebiedsbijeenkomsten. Daar licht de organisatie de eerste deelresultaten van het plan-milieueffectrapport (plan-m.e.r.) toe. De deelnemers kunnen dan nog aanvullende inzichten meegeven.
Op basis van de participatie en het afgeronde milieuonderzoek bepaalt het kabinet na het zomerreces waar de krijgsmacht zijn activiteiten kan uitbreiden. Deze zogeheten ‘voorkeurslocaties’ worden naar verwachting eind 2024 of begin 2025 vastgesteld en ter inzage gelegd.
Provincie | Aantal zienswijzen | Percentage |
---|---|---|
Noord-Brabant | 999 | 45% |
Flevoland | 233 | 10% |
Friesland | 220 | 10% |
Gelderland | 209 | 9% |
Limburg | 165 | 7% |
Groningen | 135 | 6% |
Drenthe | 64 | 3% |
Utrecht | 62 | 3% |
Overijssel | 38 | 2% |
Zuid-Holland | 27 | 1% |
Noord-Holland | 26 | 1% |
Zeeland | 23 | 1% |
België/Duitsland | 17 | 1% |
Overig | 30 | 1% |