Pijpleidingnetwerk

De Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) haalt vliegtuigbrandstof uit raffinaderijen en opslagterminals in Rotterdam (Europoort en Botlek). En vervoert deze kerosine via een eigen ondergronds pijpleidingnetwerk naar haar klanten.

Klanten van DPO zijn militaire vliegbases in Nederland en Europa en civiele vliegvelden zoals Schiphol. Naast het transport, kan DPO de vliegtuigbrandstof ook (tijdelijk) voor haar klanten opslaan in eigen opslagtanks. In bijzondere omstandigheden, zoals bij een crisis, hebben militaire vliegbases voorrang op civiele vliegvelden.

Depots verbinden DPO-pijpleidingnetwerk in Nederland

Het ondergrondse DPO-pijpleidingnetwerk is verbonden door depots (DPO-pompstations). Een depot bestaat uit meerdere opslagtanks en manifolds (verdeelstukken). Het centrale depot Pernis ligt in Poortugaal. Hier zit de centrale controlekamer van DPO. Er zijn ook depots in Klaphek en Markelo. De vliegbases Volkel, Gilze-Rijen en Eindhoven krijgen via het pijpleidingsysteem kerosine aangeleverd. Voor Vliegbasis Leeuwarden werkt dat anders. Daar komt de vliegtuigbrandstof via een ondergrondse leiding vanaf het Friese depot Deinum. Binnenvaartschepen bevoorraden dit depot.

Continue bewaking door centrale controlekamer

DPO bewaakt 24/7 het pijpleidingnetwerk. Dit doet zij vanuit de bemande centrale controlekamer op het depot Pernis in Poortugaal. Medewerkers  kunnen het netwerk bedienen, in noodsituaties stoppen, meldingen beoordelen en technische specialisten en hulpdiensten inschakelen. Daarnaast rijden er dagelijks pijpleidingopzichters ‘over de pijpleidingen’ ter controle op eventueel niet gemelde activiteiten.

Feiten over pijpleidingen in Nederland

  • Afstand: 550 kilometer (vergelijkbaar met afstand Amsterdam–Parijs).
  • Materiaal: gelaste pijpdelen van naadloos getrokken dikwandig staal.
  • Bescherming: polyethylene bekleding en kathodische bescherming (voor tegengaan aantasting staal).
  • Transport: kerosine.
  • Eerste aanleg: 1954.