"300, 400 meter rennen. Je hebt je drill, je gaat heen en weer lopen"
Korporaal der eerste klasse b.d. Martijn Nieuwenhuis vertelt over zijn inzet op 13 juli 2008 in Uruzgan. Voor deze actie kreeg hij een onderscheiding. "Het leven gaat door en ik ben een nuchtere Achterhoeker. Je moet het een plaatsje geven. Je moet het ergens neerzetten. Ja, dat is gewoon een mooi iets.".
[Beeldtekst: Martijn Nieuwenhuis, korporaal der eerste klasse b.d.]
Ik heb hier het Kruis van Verdienste. Mooi vooraan, want dat is de belangrijkste medaille. Het is in principe een vrij hoge onderscheiding. Ik heb er zelf niet om gevraagd, maar ik heb hem gekregen. En dat is het mooiste, dat iemand anders vindt dat jij hem verdient.
In maart 2008 gingen we met mijn hersteleenheid van Ermelo naar Uruzgan, naar kamp Tarin Kowt. Ik was daar de YBZ-man, de takelman, de Scaniaman en eigenlijk de Patriaman. We verbruikten eigenlijk 20 tot 25.000 liter brandstof per dag aan brandstof. In aggregaten, de voertuigen, noem maar op. De taliban hadden de locals verboden om ons naar de brandstof te brengen, anders werden we beroofd van het leven. De dag dat wij weggingen, gingen wij dus 13 brandstofwagens van elk 40.000 liter ophalen.
[Beeldtekst: 13 juli 2008]
Het was al duidelijk dat we op de terugweg, dat we eigenlijk in een hinderlaag zouden lopen, door Intel informatie. We kwamen bij het punt waarvan we wisten dat de hinderlaag begon. We krijgen daadwerkelijk een mortier, links naast ons, 20 meter. We reden nog een paar 100 meter verder en toen zag ik dat mensen ons beschoten van rechts, vanuit het oosten. Ik heb teruggevuurd, vanuit de YBZ. Het is best apart dat je je safe eraf moet zetten en dat je je magazijn leeg rammelt. Toen stond op een gegeven moment de boel stil, omdat 1 Afghaan met zijn brandstofauto door zijn hoofd was geschoten. En door de Romeo werd gevraagd of wij de vrachtauto wilden wegzetten. Of wij dat wilden. Ik geen moment twijfelen en gezegd van: ja, natuurlijk doen we dat. We werden onder begeleiding van de Fennek meegenomen, dus we reden eigenlijk door de kolonne heen. En dan kom je op een punt aan waar de brandstofwagen stilstaat en overdwars staat.
"Hier wordt max geschoten en dan moeten wij hier dingen gaan doen?"
We hebben ons achter een Bushmaster veiliggesteld met de takel. En daarvoor stond hij overdwars, dat was nog 300, 400 meter rennen denk ik. Het konvooi stond stil. Hij moest daar weg. De Romeo vroeg: wil jij dat doen. Ik zei: natuurlijk doe ik dat. Ik twijfelde ook geen moment. De sergeant zei: Martijn, je kunt nu, kijk maar eens boven je. Daar hing toen een vertrouwde Apache. En op dat moment ben ik ook gaan rennen. Je hebt je drill, je gaat heen en weer lopen, want dan kunnen ze je niet aanrichten. Met dat ik liep zag ik de inslagen voor mijn voeten. Hoe dichter ik bij de trailer kwam, hoe meer duidelijk mij de situatie werd, dat ze de trailer al best wel behoorlijk beschoten hadden. Er kwamen gewoon straaltjes brandstof uit. Hij stond ook een beetje in de hoek, dus ik moest eromheen lopen. En met dat ik bij de vrachtwagen was, deed die meneer zelf nog de deur open. Hij leefde nog.
Inmiddels was er vanaf de andere kant een Fennek gekomen, daar hebben wij die meneer achter gelegd. Ik ben weer naar die auto gerend en heb hem met hakken en sloten van de weg afgehaald. Ik kijk nog in de spiegel en ik zag gewoon de straaltjes naar buiten lopen. Meerdere. 'Als hij nu wordt beschoten, dan ben ik er niet meer.' Dat gaat stiekem best wel door je heen.
Ik ben weer terug gegaan naar de Fennek. Die kerel was zo wild, ik heb hem vastgepakt, ik heb hem tegen de grond gedrukt. Ik zei: nu houd je je kalm, we moeten je verbinden. Toen bleef hij mij met z'n grote ogen aankijken en hij bleef rustig liggen. We hebben een verbandje om z'n hoofd gedaan. Later hebben we hem in de Patria, in een medevac, hebben we hem afgevoerd. Die man heeft het blijkbaar nog overleefd ook.
Voordat je op uitzending gaat moet je beëdigd worden. Je doet dan de belofte of de eed. Dit doe je aan het vaandel. Dus ook dit vaandel heb ik vastgehouden. Ik vind het bijzonder dat wij dit opschrift krijgen natuurlijk. Ieder heeft z'n eigen ding meegemaakt. Nu ik er weer over begin, vind ik het toch bijzonder dat ik daar een aandeel aan kan hebben, zeg maar.
Het leven gaat door en ik ben een nuchtere Achterhoeker. Je moet het een plaatsje geven. Je moet het ergens neerzetten. Ja, dat is gewoon een mooi iets. En als je het erover moet hebben, zoals nu, haal ik het uit het hoekje. En als ik er klaar mee ben, straks over een uur, gaat het weer in het hoekje. Ja, het leven gaat verder hè. Je moet verder.
[Het Nederlandse wapenschild. Linkerhelft beeld kleurt oranje. Beeldtekst: Ministerie van Defensie. Defensie beschermt wat ons dierbaar is.]