Onderzoekscentrum voor beveiliging onderzeese infrastructuur geopend in Den Haag
Nederland doet vanaf vandaag experimenteel onderzoek met Denemarken, Duitsland, Finland, Noorwegen en Zweden om onderzeese infrastructuur te beschermen. Het gaat dan onder meer om pijpleidingen en kabels. In Den Haag is om die reden het Seabed Security Experimentation Centre (SeaSEC) geopend. Onderzoekers experimenteren er met nieuwe apparatuur om de zeebodem te beveiligen.
Het doel van het SeaSEC is om nieuwe technieken te ontwikkelen. Het moet overheden in staat stellen infrastructuur in de Noordzee en Oostzee tot op 30 meter diepte in de gaten te houden. Denk aan internetkabels, pijpleidingen voor olie en gas en platforms waarop windmolens zijn gebouwd.
De onderzoekers krijgen de beschikking over een gigantische hoeveelheid gegevens uit militaire en civiele databanken uit de 6 deelnemende landen. Bij het delen ervan wordt scherp toegezien op het waarborgen van vertrouwelijkheid. Zo kan informatie van betrokken partijen gerubriceerd of commercieel vertrouwelijk zijn. Ze willen daarmee onder meer een virtueel beeld van de zeebodem te creëren, waarop eventuele dreigingen voor de onderzeese infrastructuur meteen zichtbaar worden.
Testgebied in zee van 10 bij 10 zeemijlen
SeaSEC beschikt ook over een groot testgebied in zee van 10 bij 10 zeemijlen, oftewel 18 bij 18 kilometer. Hierin kunnen bijvoorbeeld onbemande surveillancevoertuigen proefrondjes maken.
De oprichting van het SeaSEC is onderdeel van het Northern Naval Capability Cooperation-initiatief. Dit samenwerkingsverband tussen defensieorganisaties van de 6 partners is vandaag officieel bekrachtigd in Washington. Het NNCC is gestart om de noordelijke maritieme industrie sterker te maken. Dat is nodig om over de beste systemen en materieel te kunnen beschikken.
Het is de bedoeling dat er uiteindelijk ook vestigingen van SeaSEC worden geopend in Zweden en Duitsland. Onderzoekers kunnen nieuwe technieken dan testen onder verschillende omstandigheden, bijvoorbeeld onder zee-ijs.