Militaire ‘waterboorders’ helpen Friese gemeente uit de brand

Militairen van de landmacht staken deze week de handen uit de mouwen in het Friese Ooststellingwerf. Zij sloegen daar op verzoek van de burgemeester 2 waterputten. Die leveren bij een grote brand voldoende bluswater. Dat moet voorkomen dat vuur in een natuurgebied onbeheersbaar om zich heen grijpt.

Vergroot afbeelding Boor om waterput mee te slaan.
De boor van het materieel (archieffoto).

Door het veranderende klimaat komt extreme droogte steeds vaker voor. Dat betekent dus ook meer brandgevaar.

In Oostellingwerf gaat het om de bescherming van het Nationaal Park Drents Friese Wold. Mocht dit heidegebied onverhoopt vlam vatten, dan kan de schade beperkt blijven. Dit dankzij beide zogeheten calamiteitenputten, waarop de brandweer slangen en pompen kan aansluiten.

Vergroot afbeelding Waterboorinstallatie in het bos.
Een waterboorinstallatie (archieffoto).

Het slaan van de putten gebeurt door militaire bouw- en constructiespecialisten van 101 Geniebataljon. Het hiertoe behorende waterboordetachement is in staat tot zo’n 400 tot 500 meter diep water uit de grond te halen. Daarvoor gebruiken de militairen zwaar materieel. Met een enorme boorinstallatie wordt de gewenste diepte bereikt. Door het plaatsen van aan elkaar geplakte pvc-buizen is vervolgens water naar boven te pompen.

Vergroot afbeelding Waterput in vierkante betonnen omheining.
Een waterput (archieffoto).

Taken Defensie

Gemeenten doen vaker een beroep op Defensie voor het slaan van waterputten. De krijgsmacht heeft nu ook Ooststellingwerf uit te brand geholpen. Het ondersteunen van civiele autoriteiten behoort overigens tot de taken van Defensie.