Benelux-landen liften mee op elkaars transportmiddelen
Nederland, België en Luxemburg gaan effectiever en efficiënter gebruikmaken van elkaars militaire mobiliteit. Denk hierbij aan het delen van vliegtuigen, treinen, schepen en vrachtwagens.
De landen ondertekenden gisteren de samenwerkingsovereenkomst tussen de National Movement Coordination Centres. Door de transportcapaciteiten te bundelen, kunnen de landen sneller reageren op internationale crises. Ook kan Defensie de bondgenoten op deze wijze beter ondersteunen. Dit draagt direct bij aan hoofdtaak 1: het beschermen van eigen grondgebied en dat van de bondgenoten.
Meer keuze
Het delen van mobiliteitsmiddelen biedt meerdere voordelen. Zo ontstaat er meer flexibiliteit, omdat meer keuze is in beschikbare transportmiddelen. Nederland kan zo onder meer sneller toegang krijgen tot het Belgische Airbus A400M-transportvliegtuig. België kan op diens beurt makkelijker treinen en schepen benutten die door Nederland worden gecoördineerd.
Bovendien gebruiken de 3 landen dezelfde munteenheid. Deze geldvrije wisselkoers voor transportdiensten zorgt voor een transparante afhandeling.
Centrale aansturing
De coördinatie van het delen van de middelen ligt bij het Movement Coordination Centre Europe (MCCE), gehuisvest op de Vliegbasis Eindhoven. Het MCCE organiseert al het strategisch militair transport door de lucht, over zee en in de binnenwateren, over de weg en per trein.
Het centrum voert die taak uit voor de 30 deelnemende landen van de NAVO en de Europese Unie. Hierdoor benutten de landen de transportcapaciteit beter.