Nog steeds krijgen stoffelijke resten na vele jaren een naam
De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) is nog dagelijks bezig met het bergen en identificeren van oorlogsslachtoffers, burgers, militairen en verzetsmensen. Nog steeds krijgen stoffelijke resten eindelijk een naam en een laatste rustplaats.
De Bergings- en Identificatiedienst van de landmacht is verantwoordelijk voor de opsporing, berging en identificatie van vermiste Tweede Wereldoorlog slachtoffers. Of die nu civiel zijn, of het verzetsmensen zijn of dat het militairen zijn van alle nationaliteiten. De ervaring leert dat de verdwijningszaken van deze mensen uit de Tweede Wereldoorlog eigenlijk een blijvende impact hebben nog steeds op hun families, op hun nabestaanden. En ondanks dat het 70 jaar geleden is ongeveer, moeten we niet onderschatten dat het altijd nog wel gaat om iemands vader. Of in sommige gevallen zelfs nog, iemands partner. En het gevoel van onzekerheid over wat er gebeurt is met iemand, ja dat blijft dus bij die families actueel. Sterker nog, je ziet zelfs dat die zoektocht naar die vermiste personen wordt overgenomen door de nieuwe generaties, bijvoorbeeld door de kleinkinderen. De generatie van het internet, de mensen die makkelijk toegang hebben tot archieven en bij wie de verdwijningszaken vaak niet meer zo beladen zijn.
Om iemand te kunnen identificeren zijn er een aantal zaken waar we naar kunnen kijken. Onder andere de leeftijd en lengte. Daarvoor worden de beenderen opgemeten. Er vindt een lengtelijfconstructie plaats. Daarnaast vindt er een leeftijdsreconstructie plaats, waar we naar verschillende botten kijken om te zien in hoeverre zij gefuseerd zijn of niet. Of versleten. En daarmee kunnen we de leeftijd bepalen. Daarnaast wordt het gebit in kaart gebracht en wordt er gekeken naar een aantal artikelen die er eventueel bij worden gevonden. Om te zien of daar merkjes, namen of andere indicaties, die naar de identificatie van de persoon kunnen leiden. Het identificeren van iemand is geen kwestie van dagen, maar dat kan enkele jaren duren. Dat is heel erg afhankelijk van de bijvondsten, de staat van het skelet en de beschikbaarheid van de informatie die wij zoeken.
Op dit moment zoeken wij nog naar zo'n 4.000 vermiste militairen van alle nationaliteiten, die ergens op Nederlands grondgebied liggen. Daarnaast zoeken wij, samen met een grote groep andere mensen, naar nog zo'n 700 Nederlandse vermisten. En wij doen dat omdat wij nu de gelegenheid hebben om nabestaanden nog te kunnen informeren over het lot van hun dierbaren. Dat je een onderzoek hebt voltooid en dat je in staat bent om die nabestaanden te informeren over het feit dat een relatie is gevonden. Je kunt jarenlang vraagtekens afsluiten omdat je een identiteit hebt ontrafeld. En daar zijn de mensen zeer dankbaar voor.