Koninklijke Militaire School
De Koninklijke Militaire School (KMS) verzorgt alle basisopleidingen van soldaten en onderofficieren van de landmacht.
Opleiding onderofficieren
Onderofficieren volgen hun basis- en algemene functieopleiding in Ermelo, aan de School Initiële vorming Onderofficier (SIVO). Onderofficieren hebben de rang van sergeant tot en met adjudant.
Vervolgopleiding
Na de KMS bezoeken de onderofficieren een van de opleidingscentra van het Opleidings- en Trainingscommando. Welk centrum dit is, hangt af van het wapen (gevechts- en gevechtsondersteunende eenheid). Of van het dienstvak (ondersteunende eenheid) waar de onderofficier gaat werken. In deze centra doen de onderofficieren specialistische vakkennis op.
De KMS geeft onderofficiersopleidingen aan:
- onderofficieren van de Koninklijke Landmacht, inclusief het Korps Nationale Reserve.
Opleiding soldaten en korporaals
Soldaten en korporaals leren eerst de militaire basisvaardigheden. Dit gebeurt tijdens een Algemene Militaire Opleiding (AMO) aan:
- School Noord in Assen;
- School Zuid in Oirschot;
- School Luchtmobiel in Arnhem.
Doorlopende leerlijn onderofficier
Onderofficieren doorlopen de Primaire Vorming (PV), secundaire vorming (SV) en tertiaire vorming in Ermelo op de School Verdere Vorming Onderofficier (SVVO).
Vervolgopleiding
Na de AMO krijgen soldaten en korporaals een specialistische opleiding. Deze volgen ze bij een van de opleidings- en trainingscentra. Een chauffeur gaat bijvoorbeeld naar het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden. En zo leert een CV90-schutter het tactisch optreden met zijn voertuig op het Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre.
Opleiding tot officier
Officieren van de landmacht volgen hun opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Officieren hebben de rang van tweede luitenant tot en met generaal.